Museum vondsten
Stad en Land in contrast
tekst: Jeroen ter Brugge
In hun 'Groot Schiedams Prentenboek' vestigen Laurens
Priester en Henk Slechte de aandacht op de geringe
aantrekkingskracht die de jeneverstad had op kunstenaars.
Met zijn rokende schoorstenen en ietwat ruige uitstraling
had Schiedam kennelijk weinig schilderachtigs te bieden.
Buitenlandse reisgidsen en -verslagen waren weinig lovend
over de stad. De rook en de alom aanwezige spoeling
(graanafval dat als varkensvoer dienst deed) vielen nog
het meest op. Niet ongebruikelijk was het dat de gedrukte
reisverslagen werden verlucht met afbeeldingen van de
aantrekkelijkste Nederlandse plaatsen en slechts zelden
behoorde Schiedam daartoe. Een lot overigens dat het deelde
met de zusterstad te westerzijde, waar het naar iets heel
anders rook. Ook Nederlandse kunstenaars vonden weinig
inspiratie in Schiedam. En als ze deze al als onderwerp kozen,
dan meestal als stadsgezicht, ver buiten de gemeentegrenzen.
De door Priester en Slechte als verklaring aangedragen reden
hiervoor kan inderdaad heel goed liggen in het contrast tussen
stad en land. Het natuurlijke onbedorven veenweidelandschap
tegenover de besloten industriestad met zijn gordel van molens
had een zekere zeggingskracht.
De hier getoonde aquarel, te dateren rond 1910, is gemaakt
door een vaardige Engelse hand, waarvan de signatuur helaas
nog niet ontcijferd is. De kunstenaar moet op ergens op het
zuideinde van de Oost Abtspolder gestaan hebben, met links
de Schiedamse Schie en de door bomen bezoomde Oude
Dijk. Naast de vele molens, inderdaad als een gordel om de
stad, vallen de Singelkerk (links) en de toren van de Grote of
Sint Janskerk (rechts) op, met hun karakteristieke silhouetten.
Tussen de bomen van de Oude Dijk doemt een aantal grote
structuren op; zeilen van schepen op de Schie of de kegels van
de glashut aan de Overschieseweg?
Opvallend is het water op de voorgrond. De in de 18e en 19e
eeuwde verveende Oost Abtspolder heeft er lange tijd als
plassengebied bij gelegen, maar die werd in de jaren 1870
reeds drooggemalen. Vermoedelijk is de aquarel dan ook in het
winterhalfjaar gemaakt, een periode waarin tot na de Tweede
Wereldoorlog weilanden 's winters regelmatig blank stonden.
De bomen zijn nog kaal, maar het bloeiende speenkruid
op de voorgrond verraadt dat het voorjaar er aankwam. De
bemaling en drainage was echter nog niet sterk ontwikkeld
en boeren konden vaak maandenlang hun land niet betreden.
Dat een laaggelegen polder als de Oost Abtspolder hier mee te
maken had, ligt voor de hand.
Wie anno 2009 hetzelfde panorama als op de aquarel probeert
te krijgen, zal daar een harde dobber aan hebben. Niet alleen is
Schiedam al tientallen jaren uit zijn jasje gebarsten, ook loopt
er inmiddels een snelweg door het beeld. De recente herbouw
van de Schiedamse molens draagt echter bij aan het herleven
van dit beeld.
Musis 20
Particuliere collectie