Een nieuwe kijk
op een oude crisis
Ïctdciorocn!
^NDCK^NT
tekst: Henk Slechte
foto's: Spaarnestad Photo
Sinds de economische dijken zijn door
gebroken en de woorden kredietcrisis en
recessie de meest gebruikte in de media zijn
geworden, verdringen politici en deskundigen
zich voor camera en microfoon om ons te
waarschuwen voor de ellende die ons te
wachten staat.
Ze hebben zelf de afgelopen jaren niet goed
opgelet, maar schromen niet om voor de
naaste toekomst de zwartst denkbare
scenario's te schilderen. Toen onze vicepremier
die ook minister van Financiën is, de huidige
economische crisis vergeleek met die van de
jaren dertig van de vorige eeuw, bedoelde
hij dat niet geruststellend. Hij had voor het
brengen van die sombere boodschap zelfs
een stropdas omgedaan.
Wie zich de verhalen van ouders en grootouders over die
crisis herinnert en vreest dat ons vergelijkbaar leed boven het
hoofd hangt, moet snel het nieuwste boek van de Schiedamse
historicus Han van der Horst lezen, dat hij de vrolijke titel
heeft gegeven SCHEP VREUGDE IN 'T LEVEN ZET DE ZORGEN
AAN DE KANT. Levenslessen uit de Grote Depressie. Hij heeft
die geleend van Lou Bandy, in de crisisjaren een populaire
kleinkunstenaar die met zijn shows probeerde de moed er
in te houden. Han van der Horst zet onmiddellijk zijn toon.
De geschiedenis heeft van de jaren 1930, die we ook kennen
als de Economische Wereldcrisis of de Grote Depressie,
een legende gemaakt die veel zwarter is dan de historische
werkelijkheid rechtvaardigt. Hij noemt als voorbeelden van
die mythevorming de vissenkoppen waarmee mevrouw Colijn
de werklozen wilde voeden en de zalvende woorden van
de minister-president zelf, die het volk aanraadde rustig te
gaan slapen. Hij heeft aan het begin van zijn boek ook drie
tegenstrijdige foto's bij elkaar gezet, één van een jaarbeurs met
moderne technische snufjes om het leven van de huisvrouw
makkelijker te maken, één van de Revue van Louis Davids
die de mensen moest opvrolijken, en de onvermijdelijke foto
van de keurige man met stropdas en een bord met de klassiek
geworden tekst: Wie helpt mij aan werk onverschillig wat? Han
van der Horst ontzenuwt de mythen. Mevrouw Colijn vertelde
gewoon in een interview voor de radio dat zij vissenkoppen
had gebruikt als - inderdaad goedkoop - ingrediënt voor het
.JÈtn^mrn
lievelingsgerecht van haar man: bouillabaisse, en het advies
van minister-president Colijn om rustig te gaan slapen, sloeg
niet op de economische crisis, maar op de inval in 1936 van
Hitler in het gedemilitariseerde Rijnland. Colijn wilde laten
weten dat de regering waakzaam was. De foto's aan het
begin van het boek laten zien hoe Han van der Horst negen
hoofdstukken en 192 pagina's lang de crisis beschrijft: als
een voor veel mensen persoonlijk moeilijke tijd, maar ook
als één, waarin de omstandigheden de mensen dwongen
tot optimisme, het nemen van initiatieven en het doen van
experimenten. De resultaten daarvan bewijzen tot de dag
van vandaag hoe vindingrijk mensen kunnen zijn als ze maar
moeten.
De historicus is gul met voorbeelden op zeer uiteenlopende
niveaus. Hij geeft die in negen hoofdstukken, waarin hij
de ontwikkeling van de crisis thematisch en evenwichtig
behandelt. Hij beschrijft de oplopende werkloosheid en
de dalende uitkeringen en alle uitwassen die daarvan het
gevolg waren, maar ook alles wat regering, bedrijfsleven
en maatschappelijke organisaties ondernamen om erger te
voorkomen. En dat was meer dan de zwarte legende van
de crisis ons wil doen geloven, leder hoofdstuk is zo rijk en
functioneel geïllustreerd dat de illustraties en hun bijschriften
samen haast een zelfstandig boek vormen. Van der Horst
beschrijft het gokspel Straperlo van de heren Strauss en Perel
Musis 22
0 gjfftÊÊBP*
jsédfflSr j*
Han van der
SCRIPWH