dankbaar worden gebruikt, ook al beseft niemand meer dat het
park waarin hij wandelt of het sportveld, waarop hij voetbalt,
zijn aangelegd in de jaren die in ons collectieve geheugen zijn
opgeslagen bij de donkerste periodes uit de geschiedenis. Dat
is dus zijn prikkelende en onweerstaanbare conclusie: een
economische crisis is geen tijd om bij de pakken neer te gaan
zitten, maar één om van de nood een maatschappelijke deugd
te maken en naar manieren te zoeken om het onheil af te
wenden of tenminste te beperken. Dat de mens creatief genoeg
is en dat zo goed kan dat de samenleving er nog generaties
lang van kan profiteren, bewijzen de vele voorbeelden in
zijn boek, zoals dat van dameskapper André de Jong die
zo knap met shampoo experimenteerde dat collega's zijn
product wilden kopen en hij die fabrieksmatig ging maken.
Hij combineerde zijn voor- en achternaam en stuurde zijn
shampoo als Andrelon de wereld en de geschiedenis in. Een
tijd van crisis kan ook een tijd van innovatie zijn.
Dit boek is haast meer een buitenmodel pamflet dan een boek
dat de geschiedenis van de Grote Depressie vertelt. De blije
boodschap komt je op nagenoeg iedere pagina tegemoet en
lijkt soms de geschiedschrijving te overheersen. Het optimisme
dat een behendigheidsspel moest heten, omdat gokken in
ons calvinistische vaderland verboden was, maar ook de
investeringen van de Holland Amerika Lijn en de regering in
de (afjbouw van luxe passagiersschepen, de uitvoering van het
Rijkswegenplan dat het gebruik van de auto moest bevorderen
en dus de productie van auto's, de bouw van woonbuurten met
huizen die we nu vertederd jaren-dertig-huizen noemen en
zelfs nabouwen, en een bijna-wereldwonder als de Afsluitdijk.
Ook over Schiedam zijn uit de crisisjaren zulke voorbeelden
te vertellen, zoals de bouw van oorlogsschepen voor het
ministerie van Marine en de cursussen voor de werklozen, die
moesten zorgen dat zij meteen aan het werk konden, als de
economie aantrok, en dat hun kennis en vaardigheden dan op
het actueelste niveau waren.
Aan het eind van zijn op heel veel feiten gebaseerde, maar ook
relativerende en soms haast blije tocht door de jaren 1930 somt
Han van der Horst alle verworvenheden van de crisisjaren nog
eens op, nu voorzien van de conclusie die hij in zijn voorwoord
al had aangekondigd: de jaren dertig waren een tijd van durf
en creativiteit, waarvan de resultaten nu nog zichtbaar zijn en
Dit boek is haast meer een buitenmodel pamflet dan een
boek dat de geschiedenis van de Grote Depressie vertelt.
De blije boodschap komt je op nagenoeg iedere pagina
tegemoet en lijkt soms de geschiedschrijving te overheersen.
sm
23 Musis