De Stadsvisie Vooral doorgaan en samenwerken tekst: Hans van der Sloot foto: Archief Musis Het zit erop met de Stadsvisie. Met de eerste fase althans. Binnenkort mag Maarten Groene ermee naar de gemeenteraad, waarvan de leden overigens in de verschillende bijeenkomsten hun inbrengen al hebben mogen leveren. Schiedam weet vervolgens wat de stad tussen 2010 en 2030 te doen staat. Veel. Want het resultaat van de honderden gesprekken die inmiddels over de Stadsvisie zijn gevoerd, geven de nodige stof tot nadenken. En nog meer tot doen. Wat Groene en zijn ambtenaren beoogden was samen met de Schiedammers een kader te schetsen voor toekomstige ontwikkelingen. En de reactie laat zich raden; Opschieten nu!' Bewust hebben Groene cum suis gekozen voor de benaming 'Stadsvisie' voor de oorspronkelijk bedoelde 'herijking' van eerdere college-werkplannen. De eerste - als we het stamboek aller grote stadsvisies het 'Memorandum over de stedenbouwkundige ontwikkeling van Schiedam' uit 1948 en alle daarvan afgeleide visies even buiten beschouwing laten - dateert als 'de daad bij het woord' uit 1999. In 2005 heeft dit kaderstuk een aanvulling gekregen met de Ruimtelijke Ontwikkelingsvisie 'Schiedam onthult haar geheim'. Het begrip 'herijking' zou teveel terugwijzen, teiwijl er niet alleen in de planfocus, maar ook in de uitwerkingsmogelijkheden een essentieel verschil is opgetreden. Het rijksbeleid voor de grote steden en het ruimtelijke beleid verandert vanaf 2010 van karakter. Zo zal er steeds minder sprake zijn van rijkssturing in de uitwerkingsfase en vanzelfsprekende financiële ondersteuning daarvan. De verantwoordelijkheid komt meer te liggen bij de steden zelf. Bovendien heeft Schiedam voor de toekomst gekozen voor een ontwikkeling, waarin als gevolg van een beleid dat alle aandacht geeft aan integratie en emancipatie, meer gebouwd zal moeten worden voor de 'stijgers op de sociale ladder'. Inplaats van de ruimtelijk te schatten stijging van de woningbehoefte tot uitgangspunt te nemen (zoals in het verleden gebruikelijk was), wordt vanuit een sociale invalshoek, als dominant gegeven, toegewerkt naar een herstructurering die moet leiden tot zogenaamde levensloopvriendelijke wijken. Bovendien zal - eveneens vanuit de groeiende behoefte van de groep 'sociale stijgers' een passend woningaanbod moeten worden gerealiseerd. Schiedam beschikt reeds over twee duidelijke referentiekaders: Nieuwland en Groenoord als stadsdelen die in een vergaande herstructurering hun sociaal karakter hebben zien veranderen. Nieuwland met name is een woongebied dat juist bij hoger opgeleide en daardoor als vanzelfsprekend geëmancipeerde allochtone Schiedammers, zeer in trek is. Logisch: Nieuwland is de buurt waarin ze zijn opgegroeid en niet zelden zijn geboren en nu een woonwijk met steeds meer comfortabele woningen, ruimtelijk van opzet en in toenemende mate gefaciliteerd op het gebied van onderwijs, cultuur en sport. Voor deze groeiende groep zullen in de nabije toekomst zo'n vierduizend woningen nodig zijn, heeft de afdeling Onderzoek en Statistiek berekend. Dat overigens ook Rotterdam voor de (concept)nota Ruimte lijke Ontwikkelingsstrategie 2030 de naam 'Stadsvisie' heeft gekozen, komt goed uit. Want hoewel de autonomie van Schiedam op geen enkele wijze ter discussie staat is het goed zich te realiseren dat Schiedam deel uitmaakt van een groot stedelijk weefsel, waarin - in de toekomst - ontwikkelingen meer en meer in elkaar zullen schuiven. Een evenwichtige bevolkingssamenstelling waarin de begrippen autochtoon en allochtoon nagenoeg versmolten zijn is sleutelwoord. Om plezierig te kunnen leven in een stad, moet het er goed wonen en werken zijn voor reeds gevestigde inwoners en er een aantrekkelijk vestigingsklimaat heersen voor jonge, geïnteresseerde potentiële nieuwe stedelingen. Dit houdt in dat de stad daarbij zo aantrekkelijk moet zijn dat inwoners ervoor kiezen hun wooncarrière in hun eigen stad en bij voorkeur zelfs in hun eigen wijk te maken. Dat dit noodzaakt tot ingrijpen in de bestaande woningvoorraad en woonmilieu is een uitgemaakte zaak. In samenhang daarmee hecht de Stadsvisie sterk aan behoud en uitbreiding van het stedelijk groen. Het natuurgebied Midden Delfland moet door verruiming van het stedelijk groen zo diep mogelijk in de stad worden gebracht. Ook - of juist - omdat Schiedam tot de dichtsbevolkte stedelijke agglomeraties van Nederland behoort. De talrijke Schiedammers die zich in het kader van het Stadsvisie hebben uitgesproken over door hen gewenste ontwikkelingen geeft deze lijn ook aan. 'Alle wijken een mooie, schone openbare ruimte', scoort als eerste in de Stadsvisie- enquête die door belangstellenden op veertien verschillende locaties is ingevuld. In totaal hebben 1213 inwoners het formulier ingevuld met een afspiegeling van allochtoon/ autochtoon conform de werkelijkheid. De enquête is daarmee representatief en rechtvaardigt eens te meer een sociaal uitgangpunt voor het toekomstig ruimtelijke beleid. Uitgaande van de realiteit in de verhoudingen tussen 'de Musis 26

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2009 | | pagina 26