die de oude muziek in de uitvoeringspraktijk had opgelopen
verwijderd. Sigiswald Kuijken liep daarin voorop. Ook tijdens
de masterclass zijn het die vernisjes, die Sigiswald vooral
aanpakt. Hij helpt zijn masterclass deelnemers onvermoeibaar
en alert bij het zoeken naar de kern van de muziek. Furieus
reageert hij als een ensemble een deeltje uit een sonate
van Francoeur 'lekker pittig en agressief' (zij het met een
vioolklank als van een diamantboor) speelt en daarmee de
weinige bezoekers van de masterclass in Diligentia tot bravo
geroep en spontaan applaus brengt. "Zo moet het juist niet!
Dat effect moet je niet willen!" valt hij in het Engels uit, om ze
vervolgens liefdevol de weg te wijzen. "You should be longing
for something" zegt hij op een ander moment, in het midden
latend wat hij daarmee precies bedoelt. Bijzonder: na hun 'uur'
houden ze, hoe hard ze ook zijn aangepakt, allemaal van hem.
Violoncello da spalla
Bij de Zuid-Amerikaanse cellist Roberto Alonso Molino komt
voor het eerst de viola, of liever violoncello da spalla uit de
kist. Het instrument oogt als een uit zijn krachten gegroeide
altviool die, omdat hij te groot is om 'op de schouder te worden
gelegd' aan een koord om de hals wordt gedragen. Zo'n beetje
als een gitaar, maar dan hoog.
Volgens Kuijken zou Bach voor dit instrument zijn zes cello
suites hebben geschreven. In 2004 vroeg hij de vioolbouwer
Dmitri Badiarov, zelf barokviolist en regelmatig medewerker bij
La Petite Bande, een violoncello da spalla voor hem te bouwen
naar afmetingen van twee nog bestaande voorbeelden en
een in de oorlog verdwenen instrument uit Leipzig. Sindsdien
gebruikt hij hem in La Petite Bande en speelt hij er de
cellosuites van Bach op.
De violoncello da spalla heeft de stemming van de cello. Als
vijfde snaar wordt in de hoogte een snaar in de stemming e'
toegevoegd. De klank - het instrument is half zo groot als een
cello - is in de laagste regionen ook volgens bewonderaar Gabi
Geluk "wat kaal en knorrig", maar de speelproblemen die de
suites voor cellisten opleveren bestaan op de violoncello da
spalla niet.
Hoewel cellisten meestal aannemen dat Bach alleen de
zesde suite voor 'violoncello piccolo' (volgens Kuijken dus
de violoncello da spalla) heeft geschreven, opende Sigiswald
Kuijken het avondconcert in de volle Westvest90 met de Eerste,
in G BWV 1007. Rechtopstaand, met het instrument op zijn
kop om zijn hals, legde Sigiswald na een korte inleiding ten
overstaan van zijn publiek trots een verklaring af: "Dit, dames
en heren, is een cello!"
Apotheose
De muziek van Mozart kreeg op de avond van die dertiende
mei alles dat je maar zou kunnen verlangen: een sublieme
interpretatie van Mozarts mysterieuze Fantasie in d KV 397
op de prachtig evenwichtig klinkende Stein-fortepiano door
Luc Devos (die Kuijkens aangekondigde, maar net bevallen
dochter Marie verving), doorwrocht samenspel van beiden in
de Sonates voor fortepiano en viool in Es KV 302, in e KV 304
en, bij wijze van apotheose, die in Es KV 380. Een dag en een
avond op het hoogste muzikale niveau, die lang in herinnering
zal blijven.
Een gelukkige Gabi Geluk: "De violoncello da spalla klonk in
deze fraai akoestiek allesbehalve knorrig!"
Rien Frölich werkte als journalist voor diverse kranten
en tijdschriften, waaronder de Concert-radiogids.
Gedurende 35 jaar was hij als muziek- en ballet
medewerker verbonden aan Het Vrije Volk, zes jaar
als chefredacteur Uitjournaal aan de Avondbladen
Combinatie Rotterdam (ACR). Ook was hij enkele
jaren hoofdredacteur van Aero Journaal, het tijd
schrift van de Koninklijke Nederlandse Vereniging
voor Luchtvaart.
Van 1970 tot 1991 was Rien Frölich voor publiciteit en
publiekorganisatie verbonden aan de Rotterdamse
gemeentelijke theaters, waaronder Concert- en
Congresgebouw de Doelen. In die functie werkte
hij o.a. mee aan Nederland Muziek, de actie van
Theo Olof die resulteerde in de klassieke radiozender
Radio 4. Hij was mede-organisator van het project
Musica del Seicento, een serie concerten rond het
'Lautenchor' van Praetorius. Van 1992 tot 1996 was
Rien Frölich directeur van Techniek Museum Delft.
Rien Frölich was gedurende 35 jaar, tot de opheffing
in 1991, als muziekmedewerker verbonden aan
Het Vrije Volk. Hij schreef voor diverse andere kranten
en tijdschriften, waaronder de Delftsche Courant,
AD Haagsche Courant en de Concert-radiogids.
31 Musis
Sigiswald Kuijken bespeeld zijn viola da spalla.
Meer over Sigiswald Kuijken en de violoncello da spalla op
www.preludeklassiekemuziek.nl/kuijken_spalla.html,nl.wikipedia.org/wiki/
Viola_da_spalla en associatie.kuleuven.be/ivok/bachsymposium.html.