Gebr. De Wit na de Tweede Wereldoorlog
Assortiment en productie van De Wit
De Wit heeft goed door dat het oorspronkelijk vooruitstrevende
karakter van het buismeubel voor de huiskamer zijn doel gemist
heeft. Tegelijkertijd bereiken de producten van De Wit wel het
gemoderniseerde kantoor.
7 Musis
Stapels frames, 1957. Collectie Peter de Wit
Na een zelfstandige praktijk als meubelmaker en een
dienstverband als ontwerpei' vindt Toon de Wit zijn broer
Martien in de ambitie een eigen meubelfabriek te beginnen.
Niet lang na het einde van de Tweede Wereldoorlog, in 1946,
vinden zij in Schiedam aan de Hoofdstraat een geschikte
locatie om een klein productiebedrijf van stalen buismeubelen
te beginnen. Toon stapt in het bedrijf als ontwerper en Martien
houdt zich bezig met technische productontwikkeling en
fabricage. Schiedam is, net als grote delen van Nederland,
weliswaar flink verarmd, maar heeft ten opzichte van het
gebombardeerde Rotterdam nog veel mogelijkheden voor
bedrijvigheid. Van begin af aan hebben de broers het plan om
een fabriek te beginnen waar alle werkzaamheden worden
verricht om stoelen en andere meubelen te produceren.
Centraal staat de fabricage van meubelen van staal, zodat
buigen en lassen belangrijke technieken zijn, aangevuld met
lakken, stofferen en houtbewerking. Voor elke fase in het
productieproces heeft het bedrijf mensen in dienst, en telt,
met de administratie en verkoop meegerekend, gemiddeld
ongeveer dertig werknemers.
De ervaring van Toon de Wit is de belangrijkste drijfveer
geweest om meubelen te produceren die weliswaar vervaar
digd zijn uit stalen buis, maar die grotendeels gericht zijn op
kantoren en andere professionele omgevingen. De broers
De Wit voelen goed aan dat een technisch goed ontwikkeld
product een grote kans van slagen heeft in het Nederland van
de wederopbouw. Zij hebben gelijk. Ondanks de schaarste in
materialen, in de eerste plaats van staal, nikkel en chroom,
lukt het de kleine fabriek om vaste voet aan grond te krijgen in
een nationale markt die veel concurrenten telt en gedomineerd
wordt door Gispen.
De eenvoudige opzet van het bedrijf en de relatief bescheiden
middelen waarmee de fabriek wordt gestart, laat ook het
werkelijke karakter van het zo technisch ogend buismeubel
zien. Hoewel het stalen buismeubel nog tot ver in de jaren
1930 gepresenteerd wordt als een symbool van industriële
moderniteit, weten de De Wits wel beter. Met slechts enkele
gespecialiseerde krachten en bescheiden gereedschappen,
die met de hand kunnen worden bediend, produceert De
Wit een heel aardig assortiment van vooral stoelen. Het
stalen buismeubel is in potentie het ideale product voor een
beginnende ondernemer: makkelijk te maken en met een
veelbelovende afzet in een land in opbouw. De productie
mogelijkheden betekenen ook dat De Wit flexibel genoeg is