veranderingen worden zwaarder getoetst. Disharmonie wordt bestreden en de steen geworden stadsgeschiedenis telt zwaarder mee in het nemen van besluiten. Wie nu nog bang is voor de consequenties kan terecht op de website van Vlaardingen. Daar staan de do's en dont's. Plus de uitgebreide toelichting van de Rijksdienst die zich overigens laat lezen als een goed geschreven historisch verhaal. Wie die toelichting goed leest, stuit in de inleiding vanzelf op drie korte gebieds- definities. Deze vormen de kern van het stuk. Voor de Vlaardinger zijn ze veelbetekenend en zeer herkenbaar. Ook de Vlaardinger beschouwt de in het stuk benoemde gebieden als afzonderlijke eenheden die met elkaar toch het karakter van de stad vormen. 'Het beschermd stadsgezicht Vlaardingen', zegt de inleiding 'is een voorbeeld van een oorspronkelijk Middeleeuwse dijk- en havennederzetting, waar na opening van de Nieuwe Waterweg (1872) een belangrijke stedelijke ontwikkeling plaats vond in de vorm van een nieuw haven- en industriegebied en een nieuw woongebied met stadspark.' Dan worden de drie delen na elkaar genoemd. Als eerste de Middeleeuwse lineaire dijk- en havennederzetting met een eveneens Middeleeuwse kerkring langs de west zijde van de Oude Haven (een voormalige kreek). Dan noemt het stuk het buitendijks rond 1900 tot ontwikkeling gekomen haven- en industriegebied aan de oostzijde van de Oude Haven. Tot slot komt dan de Oostwijk aan bod als een binnendijks laat 19e-, begin 20e-eeuws woongebied bestaande uit stedelijke villa- en middenstandsbouw en niet- planmatig tot stand gekomen arbeiderswoningen plus Het Hof en het Oranjepark. De verdere toelichting, in de wandeling 'het Groene Boekje' genaamd, werkt deze korte omschrijvingen in de - juist voor een groot publiek - zeer leesbare tekst verder uit. Je 'ziet' als het ware de kleine arbeidershuisjes en visserijgerelateerde bedrijfjes rond de Oosterstraat, Willem Beukelszstraat en Bleekersdwarsstraat, de 'nette woningen voor meervermogenden' aan de Callenburg-, Arnold Hoogvliet en Emmastraat met de deftige en lommerrijke Hofsingel, Hoge Laan en Binnensingel tot besluit. Begrenzingskaart Volgens de begrenzingskaart heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed niet op een metertje meer of minder gekeken bij het vaststellen van het te beschermen gebied. Over de grootste lengte reikt het gebied vanaf de Schiedamse- dijk tot aan de Nieuwe Maas. In de breedte loopt het tot vanaf de hoek van de Spoorsingel tot aan de Zomerstraat. Kortom, behalve de stedenbouwkundige groei brengt het beschermd stadsgezicht ook de hele staalkaart van sociale en economische ontwikkelingen van Vlaardingen in beeld vanaf de Middel eeuwen tot het begin van de twintigste eeuw. Toch kent de kaart van het beschermd stadsgezicht een paar merkwaardige lacunes, zo valt in Vlaardingen te beluisteren. Want waarom niet ook de Waalstraat en het voormalig Weeshuis opgenomen en waarom wordt er gestopt bij de Aeolus en wordt niet ook de markante afrol naar Vlaardingen Ambacht met het Emaus als sluitstuk opgenomen? De aanwijzing tot beschermd stadsgezicht betekent voor sommige ook een persoonlijke triomf. Of in elk geval voldoening. Wethouder Hans Versluijs mag het zich toe rekenen de inspirator binnen het college te zijn geweest. Wout den Breems ziet het als voorzitter van de Historische Vereniging tenminste zo. En hoopt op een kentering in het door hem als monumentvijandig omschreven beleid. Bert van Bommel krijgt eindelijk eerherstel na zijn jarenlange felle strijd voor het behoud van het Vlaardings erfgoed. Van Bommel mag ook de voldoening smaken dat zijn opus magnum, het lijvige Binnenstadsonderzoek waarmee hij tevens afstudeerde nu de - veel geraadpleegde - bron wordt voor een inventarisatie van monumentale en beeldbepalende panden in Vlaardingen. Door Van Bommel en de zijnen zijn er al zevenhonderd panden beschreven. Vlaardingen heeft veel onvermoed moois betoogt Bert van Bommel al heel lang. De inventarisatie van beeldbepalende panden zal zich overigens niet alleen beperken tot het beschermde stads gezicht. Wout den Breems zegt - in een latere reactie op dit stuk - ook enkele scholen in de Westwijk hiertoe te rekenen. En heeft natuurlijk ook het station Vlaardingen Oost in zijn persoonlijk wensenpakket. Dit als één van de laatste, tamelijk ongeschonden scheppinkjes van de belangrijke spoorwegarchitect Van der Gaast. (Heeft Vlaardingen ook niet de Stadsgehoorzaal van Van der Gaast's voorganger Van Ravensteyn zo mooi bewaard?) Ook noemt hij de fabriekshallen van Maaskant achter het ook alweer te beschermen Cincinatti-gebouw aan de Schiedamsedijk. Maar, historisch besef houdt niet op bij de grenzen van het beschermd stadsgezicht. Soms vormen die zelfs slechts een eerste begin. Musis 28

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2009 | | pagina 28