Ik beleefde dit uitstapje als een woensdagmiddagervaring
uit mijn kinderjaren. Lacherig scharrelden we rond in dit
bizarre landschap, met de bravoure van kwajongens staken
we stokken in de weke prut en verbaasden ons over de
luchtbellen die dan opborrelden, we bogen ons nieuwsgierig
over kaalgekloven konijnenkarkassen en redden met groot
vertoon van dierenliefde een vogel, bij vergissing in het
moeras beland en daar hulpeloos rondspartelend, door vanaf
het dijkje een plank als brug in de modder te leggen en
voorzichtig naar het arme beest toe te schuifelen. Voordat
we het dier zijn vrijheid teruggaven, bekeken we het van alle
kanten en ruzieden over de vraag of het een keep was, een
kneu, een appelvink of misschien wel een tapuit. We hadden
geen van driëen verstand van vogels, maar we wisten dat in
de Broekpolder zeldzame soorten werden gesignaleerd, en als
we dan toch de moeite namen een gevederd schepsel van de
dood te redden, mocht het natuurlijk geen alledaagse mus of
merel zijn.
Na die gedenkwaardige middag werd ik een trouw bezoeker
van de polder. Ik raakte in de ban van de leegte en de stilte in
dat maanlandschap, waar je zonder besef van tijd en zonder
speciaal doel urenlang kon rondstruinen. Als ik genoeg
blubber onder mijn schoenzolen had verzameld, ging ik op
de dijk boven de Rijskade naar de kerktorens van Maasland
en Maassluis zitten turen. Op zondagen en bij westenwind
kreeg je er klokgelui bij cadeau, het gebeier kwam over de
vlietlanden aangewaaid en gaf je het gevoel dat je in een
tv-programma van de NCRV was verzeild. Ontdek je plekje!
Op meer bezonken momenten dacht je de essentie uit een
verhaal van Nescio aan te raken. Doelloos zit ik, Gods doel is de
doelloosheid.
De polder was de plek waar je afstand kon nemen van de
waan van alledag. Er gebeurde volstrekt niets, pas als je ter
hoogte van de A20 de grens naar het bewoonde Vlaardingen
overstak, begonnen er weer dingen te gebeuren. Meestal
dingen waar je niet op zat te wachten Wat waren wij
gezegend dat we zo'n niemandsland bij de hand hadden!
Maar bijna geen sterveling scheen de bijzondere waarde van
dit functieloze stukje Vlaardingen in te zien. Op een enkele
vogelliefhebber na zag je in die jaren bijna niemand in de
Broekpolder. De afwezigheid van asfalt en het ontbreken van
bewegwijzering hield de massa op afstand.
Dat de gemeenteraad een besluit over de aanleg van een
golfbaan voorbereidde, was een onaangename gewaarwording
voor ons. Hoe hadden wij in onze argeloosheid kunnen
denken dat ook maar één enkele hectare onbenutte grond
aan de aandacht van het bestemmingsplannenvolkje zou
ontsnappen? Van hardboard en bouwmarkthout fabriekten we
in allerijl protestborden met bulldozers en de waarschuwing
BESMET GEBIED erop en plaatsten die her en der in de polder.
Deze primitieve en slecht voorbereide actie haalde natuurlijk
niets uit. Hoogstens heeft toenmalig wethouder Bas Goudriaan
de wenkbrauwen gefronst, omdat volstrekt onduidelijk bleef
wat dit protest beoogde en wie erachter zat. De golfbaan
kwam er gewoon, en met leedwezen zagen wij hoe daarna
proefbossen werden geplant en asfalt gestort op plaatsen waar
wij lachend na een misstap onze schoenen uit de modder
hadden gevist.
Die polder, mijn polder, bestaat allang niet meer. De
tegenwoordige Vlaardingers hebben andere manieren bedacht
om plezier te beleven aan het gebied. Ik gun het ze van harte.
Iedere generatie zijn eigen Broekpolder! Maar ik maak wel
bezwaar tegen het taalgebruik in het herinrichtingsplan, dat
het toekomstige landschap karakteriseert als 'ruig' en bluft
dat men daar straks avontuurlijk kan 'struinen'. Dat is hol
recreatiejargon. 'Struinen' en 'ruig' zijn woorden die horen
bij de polder van dertig jaar geleden. De Broekpolder van de
toekomst is gewoon een aangeharkt park, waar de sloten
en de paadjes achter de tekentafel zijn bedacht en even
kunstmatig kronkelen als de woonerven in de Drevenbuurt.
Een ruig moeras zoals er indertijd lag zou Vlaardingen immers
geen enkele nieuwe inwoner opleveren.
15 Musis