Deze heer kon goed voor zichzelf en de zijnen zorgen, maar hij was zich er altijd van bewust, dat het in de wereld niet uitsluitend ging om geld: ontwikkelingcultuur en schoonheid waren even belangrijk. Bij vader thuis Onbestorven weduwe 7 Musis diaken was van de Nederlandse Hervormde Kerk. Oranjeliefde was een constante in zijn leven. Willem III gaf zijn bedrijf het predikaat "Koninklijk" en eenmaal gaf zijn majesteit hem belangrijke morele steun toen de bekende auteur Jacob van Lennep probeerde te voorkomen, dat Roelants een goedkope editie van Vondel op de markt bracht, omdat hij dit concurrentievervalsing vond. De koning meende echter, dat de gedichten van Vondel niet het monopolie mochten blijven van de weinige rijken die zich Van Lenneps prachtuitgaven konden veroorloven. Hendrik Adriaan Marius Roelants deed er lang over om zich op te werken. Het was allemaal begonnen met een boekwinkeltje in de voorkamer bij zijn vader thuis op de Nieuwstraat, dat in 1847 de deuren opende. De negentienjarige Hendrik had er toen al vijf jaar op zitten als leerjongen bij verschillende boekhandelaren. Daar had hij de fijne kneepjes van het vak geleerd, zoals het inbinden en -naaien van boeken voor de verkoop. Boekwinkels ontvingen in zijn jeugd van uitgevers nog losse bedrukte vellen en bonden die zelf al dan niet op specificatie van de klant in. Op het eind van zijn leven schreef Roelants zelf, dat hij als kind al gefascineerd was door het boekenvak. Zijn vader, een welvarend apotheker, had geen bezwaar tegen deze loopbaankeuze. De leerling-boekhandelaar las tussen de bedrijven door alles wat los en vast zat. Op zijn oude dag herinnerde hij zich nog, hoe hij altijd zat te wachten op de pakketten met nieuwe boeken en tijdschriften, die zijn eerste baas, boekhandelaar Jacob de Munnik op de eerste en de vijftiende van de maand ontving. Door hard werk en veel lezen konden mensen zichzelf op een hoger niveau tillen, begreep de jonge Roelants. Dankzij zulke wilskracht en studiezin schreed de beschaving voort. Hij had makkelijk praten, opgevoed als hij was door een vader in goeden doen. In zijn ouderlijk huis werd kennis hoog aange slagen. De familie heeft ongetwijfeld ook voor startkapitaal gezorgd. Toen de jonge ondernemer werd ingeloot voor de dienstplicht, fourneerde vader ongetwijfeld de tweehonderd vijftig gulden die nodig waren om een remplagant te stellen, iemand die tegen betaling de militaire dienstplicht voor je opknapte. Het duurde drie jaar voor Roelants zich kon veroorloven het ouderlijk huis te verlaten voor een ruimte in het pand van de heer C. Figeaud op de hoek van de Lange en de Korte Haven, waar het bedrijf gevestigd bleef tot het definitieve vertrek uit Schiedam in 1999. Een jaar later - in 1850 - trad hij in het huwelijk met Johanna Cornelia Jonker, dochter van een onderwijzer bij wie hij in de klas had gezeten. Haar wachtte voorlopig een bestaan als onbestorven weduwe, want haar man was soms weken achtereen in spoortreinen en postkoetsen onderweg om zijn nieuwe uitgaven persoonlijk bij de lezers aan te bieden. Alleen zo konden uitgevers in die dagen hun publicaties onder de mensen brengen. In 1849 had Roelants zijn eerste kleine pers aan het uitgevers bedrijf annex boekhandel toegevoegd. Naarmate hij meer zakelijk succces had, groeide de drukkerij. De typografie had dankzij de uitvinding van de snelpers en nieuwe manieren om illustratiemateriaal te verveelvoudigen een technologische revolutie doorgemaakt. Roelants haalde die nieuwe technieken in huis om zijn publiek het geestelijk voedsel te bieden, waar hij in zijn jeugd ook zo van genoten had, maar nu tegen prijzen die het boek binnen het bereik van de kleine burgerij bracht. In 1852 verscheen het eerste deel van de Pantheonreeks, die grote literatuur bracht tegen de prijs van dertig cents per deeltje. Daarmee boorde Roelants een nieuwe lezersmarkt aan. Ook de kleine burgerij kon zich nu een gevulde boekenplank veroorloven. Het betaalbare fonds van de jonge uitgever telde veel vertalingen. Internationale auteursrechtovereenkomsten bestonden niet en toen deze er wel kwamen, hield Nederland zich daar tot in de twintigste eeuw buiten. Roelants bracht bijvoorbeeld de werken van Dickens op de markt zonder royalties te betalen aan de gevierde auteur. In de loop der decennia kwamen er zo tienduizenden exemplaren van de Pickwick Papers bij Nederlandse lezers terecht. Roelants werd echter vooral bekend als de uitgever van zijn overbuurman, ds. Frangois Haverschmidt, alias de dichter Piet Paaltjens. Ze kwamen aanvankelijk één gulden per gedicht als honorarium overeen, maar Roelants maakte er zelf één gulden per dichtregel van, toen bleek dat hij een bestseller in handen had. Ook zijn andere Nederlandse topauteur Schimmel kreeg veel en veel meer dan aanvankelijk overeengekomen was. Roelants was op en top zakenman - dat had het leven hem wel geleerd - maar geen profiteur. Nog in 1863 moest Roelants echtgenote meehelpen om boeken in te naaien. Van zijn elf kinderen heeft hij er vijf zelf begraven, de laatste, van wie hij de naamgever was in 1901Deze Herman Adriaan Marius Roelants jr. was op de Warmoesstraat in Amsterdam een succesvolle eigen uitgeverij begonnen, die zich met romans en goedkope tijdschriften op het onderste marktsegment richtte, maar hij stierf ontijdig aan de volksziekte tuberculose in een Veluws sanatorium. Toch hebben zakelijke en persoonlijke tegenslagen deze door het lot zwaar getroffen vader nooit gebroken. Toen zijn bedrijf snel begon te groeien - in 1870 werd de eerste stoomsnelpers op de Lange Haven uitgeladen - heeft H.A.M. Roelants weten te genieten van het succes en de lofprijzingen die daarmee gepaard gingen. Ter gelegenheid van het zilveren jubileum in 1879 schreef de Schiedamsche Courant: "Ook hij heeft weder blijk gegeven, dat een man van werkkracht en wil geen akademie of hoofdstad nodig heeft om zich in uitgebreide kring te bewegen." Het mooiste compliment in zijn leven kreeg Roelants echter pas op zijn oude dag, toen Netscher bewonderend vaststelde: "Het boek heeft hij liefgehad als boek, en hij is geweest zoover als zijn middelen hem dat toelieten een passioné de la livre."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2009 | | pagina 7