Marabou de Barbarie,
ontwikkelingswerk in Senegal
tekst: Marjan Holierhoek
Het eerste wat je tegemoet komt als het vliegtuig zijn deur
opent, is de vochtige warmte en de zoete geur van Afrika.
Het chaotische en kleurrijke Dakar dient zich al direct daarna
aan. Afrikanen zijn gek op het zetten van stempeltjes en het
plakken van zegeltjes, en steeds opnieuw leeft de douanier
zich flink uit. Bij het verzamelpunt van de bagage heten lange
donkere maar vooral vriendelijke mannen met een brede
glimlach de reizigers welkom met 'bonjour, ga va?1, waarmee
ze dan bedoelen 'geef me geld, dan draag ik je bagage'. Buiten
dringt zich wederom een menigte op die een stuiver wil
verdienen. Ja, ook het aanwijzen van een taxi kost geld!
Op de eerste reis in november 2004 legden de oprichters van
Marabou de Barbarie contact met, Daouda, een pientere jonge
vent met maar één doel: betere leefomstandigheden voor
de bewoners van minst ontwikkelde gebieden van Senegal.
Daaruit kwam ook het contact voort met de verpleegkundige
van een verloederde gezondheidspost op het platteland annex
kraamkliniek en medicijnpost in het dorpje Tassinere. De circa
veertienduizend bewoners van twintig omliggende dorpjes
zijn aangewezen op deze post. Een ziek lichaam dat de lange
voettocht naar de post al overleeft, wordt beloond met een
lange wachttijd in de brandende zon. De armoede zorgt voor
veel ziekten: eenzijdige voeding, onbetrouwbaar drinkwater,
slechte hygiënische omstandigheden, geen muskietennetten,
allemaal elementen die bevorderend zijn voor cholera,
buiktyfus, dysenterie, gele koorts, malaria.
Ook werd de lagere school van het dorp bezocht. Ook het
hoofd daarvan gelooft in een betere toekomst ondanks dat
zijn school uit niet meer bestond dan uit een paar betonnen
muren met 'n lekkend golfplaten dak. In de ruimte stond een
tiental schoolbanken, goed voor 80-100 kinderen. De rest van
de kinderen volgt buiten in de zon de les. Toilet? O, nee, de
kinderen doen hun behoefte in de bosjes!
Wie wil, mag mee
Nu, vijf jaar later, mag de stichting terugzien op goede
resultaten. Voor een kleine 90.000 euro is aan donatiegelden
geïnvesteerd in projecten en met de lokale bevolking en
de autoriteiten is een goede band opgebouwd. Er zijn
afspraken gemaakt welke in 2006 zijn vastgelegd in samen
werkingsovereenkomsten. De partners zijn het Ministerie
van Educatie, de architect, het Comité de la Santé en het
Comité Rurale. Hiermee heeft de stichting zich verbonden tot
het werkgebied Langue de Barbarie met daarin de dorpjes
Mouit, Tassinere, Pilot Barre, Mbarigo, Maguegne Boye en
Diamaguene. In overleg met deze partners wordt de prioriteit
bepaald voor te ondernemen en te steunen projecten.
Maar, het is en blijft Afrika en dus nodig stevig de vinger
aan de pols te houden. Daouda, inmiddels de lokale
coördinator, regelt in Senegal al het nodige, zoals de
controle op de lopende projecten, het op foto vastleggen
van de bouw en het onderhouden van de contacten met de
samenwerkingspartners. Hij is ook verantwoordelijk voor de
maandelijkse rapportage.
De Stichting is er alles aan gelegen de afspraken met de
plaatselijke bevolking na te komen. Dit is de basis voor
vertrouwen, samenwerken, verankering en uiteindelijk het
succes. Ook met de donateurs in Nederland die met hun
financiële bijdragen spontaan mét de stichting Marabou de
Barbarie het avontuur zijn aangegaan. Zij kunnen terugzien
op inmiddels een reeks voltooide projecten:
9 Musis