Zoals dat gaat in een echt familiebedrijf, zocht, en vond Nolet
senior het niet ver van huis. Winnie Teschmacher, zijn nicht,
had eerder haar kwaliteit en inventiviteit bewezen met het
vervaardigen van een enorm kunstwerk voor Nolet, waarin ze
de geschiedenis van de distilleerderij vorm gaf. Vol vertrouwen
gaf hij Teschmacher en haar vriendin, de regisseur Kim
Zeegers, de opdracht het pand 'een bestemming te geven op
kunstgebied, gedragen door wijk en directe omgeving'. En in
de geest van het bedrijf dat werkt vanuit traditie, creativiteit
en handelsgeest, waarbij men kwaliteit hoog in het vaandel
draagt.
'In het begin was ik vooral bouwmeester, ik moest een
stichting oprichten, een raad van adviseurs bij elkaar
zoeken. Maar natuurlijk ook een visie ontwikkelen', vertelt
Teschmacher. Het moest anders dan anders zijn. Niet zomaar
een pand vol ateliers, of zomaar een tentoonstellingsruimte.
Denkend aan haar mecenas legde ze een verband tussen
het ontstaansproces van jenever en van kunst. Aan het bij
elkaar brengen van hoogstaande ingrediënten en die tot hoge
temperaturen stoken. Aan het samen tot een hoger plan te
komen (distilleren) en vervolgens in rust een zachte en zuivere
graanjenever te worden. Teschmacher vertaalde dat naar een
optimale vorm van kunst maken, tentoonstellen en beleven.
Het gaat haar om de ontmoeting, de echte ontmoeting tussen
kunstenaars en het publiek.
'Ik vraag van kunstenaars, wat ik zelf als kunstenaar gevraagd
zou willen worden en wat ik belangrijk zou vinden bij het
maken van kunst. Bij de kunstontmoetingen gaat het om een
gezamenlijk proces en daarom vraag ik om betrokkenheid,
openheid en de bereidheid een andere kunstenaar te
ontmoeten'. Het is ook een intensief proces. Teschmacher
nodigt een kunstenaar uit, bij de huidige kunstontmoeting
is dat Kinke Kooi, die op haar beurt ook een kunstenaar
uitnodigt, in Kinkes geval zelfs twee, Ewoud van Rijn en
Olphaert den Otter. Die gaan met elkaar in gesprek over hun
werk en over een gemeenschappelijk thema. Teschmacher
fungeert als gespreksleider. 'Ik daag ze uit om zich open te
stellen, of zelfs over hun grens te gaan, ben vaak het duveltje
in het doosje'. Op deze manier ontstaat, met behoud van eigen
identiteit, een gezamenlijke tentoonstelling, ook wat betreft
de indeling van de ruimte. 'Ik wil dat ze dat samen doen en
niet elk hun eigen territorium afbakenen. Zo ontstaat er iets
nieuws, ook voor de kunstenaars zelf. Ik vraag veel van ze,
maar ik wil niet dat ze met lege handen weggaan.'
Bij elke tentoonstelling maakt Teschmachers partner en
regisseur Kim Zeegers een videoportret van de deelnemende
kunstenaars, als introductie voor elkaar, maar ook voor de
bezoekers. 'Zo was er een bezoeker, die snel 'klaar' was
met de tentoonstelling, ze had er niet zo veel van begrepen.
Toch nam ze de moeite het videoportret te bekijken en had
daarna met andere ogen naar de tentoongestelde werken
gekeken.' De tentoonstellingen zijn dus verre van statisch.
Naast bestaande werken wordt er ook site-specific werk
gemaakt. Op dit moment werkt Olphaert den Otter aan een
wandtekening met pastelkrijt. Het hoeft op de opening niet per
se af te zijn, sterker nog, de tekening mag pas gedurende de
tentoonstelling afgemaakt worden. En als het af is, dan stuft
hij beetje bij beetje weer weg om uiteindelijk weer tot een wit
vlak te komen. Om de zoveel minuten maakt hij een foto van
het werk en aan het eind zet hij die foto's op de computer
achter elkaar en wordt het een animatiefilm.
33 Musis
Winnie Teschmacher en Olphaert den Otter