De boer en de stad
Musis 16
Hoe lang is het nu helemaal geleden dat de boerderij of het
agrarisch bedrijf nog zichtbaar was in en direct rondom de
stad? Eén, twee generaties misschien. In elk geval minder
dan een halve eeuw geleden. Voor Schiedam en Vlaardingen
begon het platteland aan de andere kant van de dijk. De
Schiedamsedijk in Vlaardingen en de Vlaardingerdijk in
Schiedam. Vlaardingen telde zelfs nog een aanzienlijk aantal
'stadsboerderijen', agrarische bedrijven die zich te midden
van de vroegste stadsuitbreidingen staande hadden weten
te houden. Schiedam miste dit fenomeen door een vroege
verstedelijking en de zware druk van de achttiende- en
negentiende-eeuwse industrialisatie. Bekend is wel dat tot
ver in de negentiende eeuw in de binnenstad en de directe
nabijheid daarvan, varkens werden gemest, tot gemeentelijke
verordeningen hieraan een einde maakten. Ook kunnen in
Schiedam-Oost - het vroegere Oud-Mathenesse - nog enkele
sporen worden gevonden van vroegere landelijke bebouwing.
Deze zijn zeldzaam, dat wel. En met de aanleg van de
trambaan over de Overschiesestraat zijn aan de Schiekant de
laatste vroegere stadsboerderijtjes en een voormalige veestal
verdwenen.
In Vlaardingen daarentegen werd het vee nog in de jaren
1950 door de stad naar de stal gedreven. Ook hier hebben
stadsvernieuwing en modernisering het meeste opgeruimd
in een periode waarin er met dit erfgoed nauwelijks rekening
werd gehouden. In karakter verschilden de betrekkingen
van beide steden met het boerenbedrijf en het omringende
platteland. De vissersstad Vlaardingen had tot de Tweede
Wereldoorlog een beduidend landelijker karakter dan
Schiedam. Dat had veel te maken met de stedelijke geografie.
Vlaardingen had aan alle zijden open verbindingen met
de directe omgeving. Dat scheelde. Industrie, behalve dan
in de vorm van ondernemingen die direct verband hielden
met de visserij of het boerenbedrijf, had nog niet het oog op
Vlaardingen laten vallen. Kerkelijk waren de betrekkingen
hartelijk en binnen de stad was ruimte genoeg om de
verweving van stad en platteland lang staande te houden.
In Schiedam lag dit anders. Het negentiende-eeuwse Schiedam
had als vroeg geïndustrialiseerde brandersstad alle ruimte
nodig voor de jeneverstokerij en aanverwante bedrijven.
Ook Vlaardingen had lang een belangrijke glasblazerij,
maar de meerderheid aan glashutten bevond zich toch in
en rond Schiedam. Geografisch was Schiedam bovendien
door Schie, spoorbaan en Poldervaart nagenoeg afgesloten
van het buitengebied. Slechts via de Overschieseweg en de
Vlaardingerdijk was het buitengebied bereikbaar. Contacten
waren er wel, maar betroffen hoofdzakelijk de afvoer van
de spoeling, het afvalproduct van de branderijen dat als
veevoer waarde had en om die reden ook via de beurs werd
verhandeld.
Boerderij ven Moerman een het Pieterselaantje'. Op de foto zien we links het
woonhuis. Boven de nok van het dak is de achterzijde te zien van de woning op de
tuinderij van Arij Eijgenraam. De foto is in 1932 gemaakt. De meest rechtse figuur
is Jan Moerman. (1)
Spoelingpomp aan de Overschieseweg. circa 1900. (2)