Weidepad
het veld moet worden gebracht om het bio-evenwicht in stand
te houden.
Met dat de natuurlijke omgeving verandert, ruiger wordt en
ontoegankelijker voor een groot aantal dieren die op de weide
hun biotoop vonden, doen andere soorten hun intrede. De
vos bijvoorbeeld die voordien nauwelijks voorkwam in dit
poldergebied. Dit tot ongerief van de boeren, die regelmatig
een kippetje uit de ren missen. De schadelijkheid van de
vossen - de roof van kippen daargelaten - wordt overigens
sterk overdreven. Kip is lekker maar het hoofdvoedsel van
de vos wordt toch voornamelijk gevormd door muizen en
kleinere velddieren. Kraaien, eksters, meeuwen en reigers
zijn veel schadelijker voor de weidevogels. Bijna per definitie
wordt de vos echter als hoofdschuldige gezien en waar
mogelijk bestreden of afgeschoten."
Schade wordt ook toegebracht door de mens, leren de
stapels literatuur en rapporten die betrekking hebben op
de 'verburgerlijking' van het agrarisch gebied. Aanzienlijke
schade zelfs waarmee dan niet de wandelaar wordt bedoeld
of de fietser die genietend door de vlakke oude en de nieuwe,
beboste en ruige polders trekt. Zelfs de grote groep van
recreanten die in de weekeinden op de meest futuristische
bikes, skates of skeelers snelheid maken op de nieuw
aangelegde fietspaden wordt niet gerekend. Eerder zijn
beschadigingen het gevolg van de vestiging van nieuwkomers
in Midden-Delfland. Welgestelde stedelingen die allang
droomden van een huis op het platteland en hier hun kans
schoon zien in het verwerven van opgegeven boerderijen
en (land)arbeiderswoningen. Hun belangstelling blijft veelal
beperkt tot huis en erf. Voor het gebruik van de bijbehorende
weidegrond bestaat zelden belangstelling. Hoe zou hij ook.
Niet wetend van het boerenbedrijf, landschappelijk onderhoud,
beheer van sloten en boomgaarden. In een gunstig geval
heeft hij weieens geholpen bij het knotten van wilgen en goed
opgepast in de tijd van de paddentrek. Als er al interesse is
in het houden van enig vee dan betreft dit misschien een
paar geiten of een koppel ganzen op een afgeperkt veldje om
het fraai aangelegde gazon te sparen. Stal en bijgebouwen
vormen voor het merendeel voor naar het platteland verhuisde
stedelingen vaak even zovele lasten, ze lenen zich tot het
onderbrengen van gasten of auto's of beide voor wie het heel
chic wil doen.
Hebben de nieuwbakken bewoners al hart voor de karak
teristiek van de polder, dan mag terughoudendheid worden
verwacht in het opknappen, renoveren of zelfs restaureren.
Helaas kent ook Midden-Delfland reeds tal van voorbeelden
van transformaties van de oorspronkelijke boerenhoeven in de
door stadsmensen zo geliefde boerderette. Inclusief Drentse,
zwartgeteerde schuren, golvende rietdaken naar Engels model
als vervanging van een strak pannendak op boerenwoningen
uit de jaren '30. Plus natuurlijk een handgesmede windhaan
op de schoorsteen.
De laatste boer aan de Polderweg
25 Musis