Dominee Wuister (1928-2010),
een Schiedamse jongen
tekst: Herman Noordegraaf
foto's: Gemeentearchief Schiedam
Dominee Wuister was een bekende verschijning in Schiedam. Hij maakte makkelijk contact met
mensen en als hij wandelde of boodschappen deed, sprak hij altijd weer met mensen. Ook
met de hangjongeren bij de muziektent in de Plantage, vlak bij zijn huis Lange Nieuwstraat
141, was dat het geval. Hij schroomde niet om koffiebars binnen te gaan om onder genot van
een kop koffie gesprekken met bezoekers te voeren. Hij bouwde een relatie met voormalige
gastarbeiders op. Hij zette zich in voor de bouw van de moskee in Nieuwland en was aanwezig
bij de opening van een Islamitisch ontmoetingscentrum. Jaarlijks plaatste hij een advertentie ter
nagedachtenis aan zijn schoolvriendje Emile David Kunke genannt Ball, die met zijn ouders en
vijf broers op 16 juli 1943 in Sobibor in Polen werd vermoord. Op 4 mei legde hij altijd een krans
in de vorm van een Davidsster met gele bloemen bij het oorlogsmomument in de Plantage.
Wuister beschouwde zichzelf als een 'Schiedamse jongen' en
was zeer aan deze stad gehecht. Hij werd er op 24 september
1928 geboren als tweede kind in een gezin dat verder nog
twee meisjes kende. Hij kreeg de voornamen van grootvader
Vogelij van moeders zijde: Jan Dirk. Zijn vader werkte bij de
spaarbank. Toen deze chef werd, verhuisde het gezin van de
Graaf Florisstraat naar de Lange Haven om daar boven de
spaarbank te gaan wonen. Zijn vader overleed nog maar 40
jaar oud toen Jan zeven jaar was. Het gezin verhuisde naar de
Fabristraat en hoewel het gezin geen armoede leed, was het
voor een weduwe met drie kinderen geen vetpot.
Zowel de familie Wuister als de familie Vogelij waren sterk
meelevende leden van de Nederlandse Hervormde Kerk. Deze
kerk kende verschillende stromingen, variërend van zeer
orthodox tot vrijzinnig. De families waren de confessionele
richting toegedaan: uitgesproken orthodox, maar niet tot de
meest zware richting behorend. Onder de confessionelen
leefde sterk de gedachte van de Nederlandse Hervormde
Kerk als volkskerk. Deze kerk was door God verbonden met
het Nederlandse volk en droeg daarvoor ook een speciale
verantwoordelijkheid. Daarom moest de kerk zich niet isoleren
van de bevolking maar actief naar buiten treden. Wuisters
leggen van contacten met mensen buiten de kerk moet men
mede in dat licht zien. Partijpolitiek voelden de meesten
zich aangetrokken tot de Christelijk-Historische Unie (CHU;
opgegaan in het CDA). Ook Wuister heeft altijd grote affiniteit
met deze richting gehouden. Tegen die achtergrond moet men
ook de woorden zien in de eerder genoemde advertentie voor
Emile: 'Ter nagedachtenis aan mijn schoolvriendje, maar ook
plaatsvervangend voor mijn volk en Kerk.'
Jan bezocht de (hervormde) Dr. de Visserschool in de West-
frankelandsestraat (waar Emile Kunke dus zijn klasgenoot en
vriendje was) en daarna de Christelijke HBS in Vlaardingen.
Hij had HBS-B gevolgd, omdat het zijn voornemen was om
ingenieur te worden. Hij was echter gaan twijfelen nadat
hij op eerste pinksterdag 1945 - kort na de Bevrijding - in
de Grote Kerk de Pinksterboodschap 1945 van de Generale
Synode van de Nederlandse Hervormde Kerk van de kansel
hoorde voorlezen. Zij riep het Nederlandse volk (dus niet
allen de kerk!) op om het sociale leven op de grondslag van
de christelijke gerechtigheid te bouwen en van de onderlinge
verantwoordelijkheid. Dit kreeg onder meer zijn concretisering
in de afwijzing van zwarte handel, corruptie, oorlogswinst
en een pleidooi voor solidariteit. Wuister werd hierdoor zo
gegrepen dat hij zich af ging vragen of hij land en volk niet
beter zou kunnen dienen door predikant te worden. Hoewel hij
in september 1946 op het punt stond om zich in te schrijven
bij de Technische Hogeschool in Delft zag hij daar op het
laatste moment van af. Hij was vastbesloten om theologie te
aan studeren met het oog op het predikantschap. Hoewel het
wat betreft kerkelijke ligging voor de hand had gelegen om in
Utrecht te aan studeren, werd het Leiden. Hij kon dan thuis
blijven wonen om zo kosten te besparen. Na eerst nog Grieks
en Latijn geleerd te hebben, begon hij in 1948 met de studie.
Na zijn afstuderen was hij predikant in Ophemert (1958),
Schipluiden (1964), Nieuwleusen (1968), Scheveningen (1972)
om daarna, daartoe uitdrukkelijk gevraagd, als predikant
terug te keren naar Schiedam (1983). Daar was hij als zodanig
werkzaam tot zijn vervroegde emeritaat in 1990. Hij bleef er
tot zijn overlijden wonen in het huis Lange Nieuwstraat 141.
Van zijn landelijke activiteiten is te noemen zijn lidmaatschap
van de Protestantse Unie. Deze hervormde politieke partij nam
in 1946 zonder succes deel aan de Tweede Kamerverkiezingen
en functioneerde daarna als een bezinningsgroep die zo nu
en dan in de kerk en naar de politiek toe naar buiten trad.
Zij wilde leven, handelen en spreken vanuit de leefregels
van het Oude en Nieuwe Testament. Wuister was van 1978
tot 1988 redactielid van het blad van de Protestantse Unie,
De Vrije Natie.