Glamoureffect Dat is de keerzijde van de grote openheidl het glamoureffect. Het succesverhaal van iemand als Sylvie van der Vaart werkt dan opeens averechts. Vrouwen komen in die paradox terecht. Enerzijds is er steeds meer bekendheid en steeds meer openheidmaar aan de andere kant wordt dat een valkuil voor wie zich daar niet in herkent. Met de juiste nazorg moeten we daar de gulden middenweg in zien te vinden. met allerlei vage klachten. In de groep herkennen veel vrouwen deze klachten van elkaar en als zij dan weten dat dit bij het herstelproces hoort, geeft dat een stuk rust. Na de gewone of groepsconsulten volgt daarom voor patiënten een 'Borstkankercursus', waar in ongeveer tien lessen diverse onderwerpen aan bod komen. Het lijkt overbodig in onze informatiemaatschappij, maar beantwoordt volgens Lies Bijl juist aan een grote vraag. 'Patiënten zijn tegenwoordig nog maar zo kort in het ziekenhuis, drie of vier dagen. Het is nog niet zo lang geleden dat je na een borstoperatie twee weken in het ziekenhuis lag. Ze worden nu veel sneller naar huis gestuurd. Als patiënten daarna weer thuis zijn, is het fijn als ze weten waar ze met hun vragen naartoe kunnen. Daarmee voorkom je onzekerheid. Betere nazorg voor alle patiënten wordt daarom steeds belangrijker.' Anja Roza: 'Verkeerde informatie en angst, dat is waar we vaak tegenaan lopen. Als je angstig bent, krijg je bijna vanzelf klachten. We nemen daarom alles rondom de operatie en de periode daarna door: nabehandelingen, chemo, preventie van een oedeemarm, zelfonderzoek, wat staat je de komende vijf jaar te wachten? Er is ook informatie over diverse aanvullende therapieën. De grote taboes rondom kanker - nog niet zo lang geleden aangeduid als 'K' - zijn misschien verdwenen. Dat betekent niet dat alles nu open en bloot op tafel ligt. De intensieve nazorg zorgt er volgens de therapeutes voor dat ook de minder voor de hand liggende problemen op termijn wel opgelost worden. Anja Roza: 'Ik ontvang soms vrouwen die na drie maanden hun eigen borsten nog niet gezien hebben, en die ze zeker niet aan hun man willen laten zien. Als dat ongemak te lang duurt, wordt het steeds moeilijker om een eerste stap naar intimiteit te zetten. Daar zijn we zeker alert op. Dat is ook wel een onderwerp dat in de cursus aan bod komt, maar daarbij is extra zorg op maat noodzakelijk.' De nabehandeling wordt afgerond als vrouwen de cursus hebben doorlopen. In principe mogen patiënten naar de oefengroep blijven komen als ze het nog nodig vinden, maar de ervaring leert dat de meeste vrouwen het na een bepaalde tijd ook graag zelf af willen - en kunnen - sluiten. Zelfs na de gewone nazorgperiode blijft er altijd nog het telefoonnummer van de mammacareverpleegkundigen. Daarbij geeft ook therapeute Anja Roza regelmatig haar 06-nummer aan patiënten. 'Daar was ik eerst wel benauwd voor, want ik was bang dat ik plat gebeld zou worden. Dat valt echter reuze mee. Vrouwen bellen echt alleen als er iets aan de hand is. Ze vinden het vooral een geruststellend idee om je telefoonnummer bij de hand te hebben, omdat ze mijn gezicht kennen. Dat is enorm drempelverlagend. Een enkele keer krijg ik weieens een snrs'je: "Ik ben lekker op vakantie en ik geniet enorm." Dat is mooi om te lezen, maar daar reageer ik niet op - want dan zou wel het hek van de dam zijn.' Al met al zijn Anja Roza en Lies Bijl tevreden over de nazorg die ze via de Borstkliniek kunnen bieden. Ze benadrukken dat veel zorg niet per se nieuw is, maar dat de aanpak dat soms wel is en dat het samengaan van alle disciplines veel winst oplevert. Een belangrijke aanvulling moet nog gerealiseerd worden om de patiënten te motiveren meer te bewegen. Er zijn vergevorderde plannen voor cursussen nordic walking en zumba die in het ziekenhuis worden gegeven. Anja Roza: 'Het is uit wetenschappelijk onderzoek gebleken dat bewegen tijdens de chemo beter is voor het herstel. Daardoor kom je er sneller boven op en kun je ook praktisch gezien weer eerder aan het arbeidsproces deelnemen. We zullen ze hoe dan ook stimuleren om te lopen, fietsen, bewegen. Voorheen kropen mensen tijdens de weken chemo als ze zich beroerd voelden in bed, dat werd ook geadviseerd. Inmiddels weten we dat ze zich waarschijnlijk beter gaan voelen als ze een eindje wandelen.' Dat er zoveel aandacht is voor de nazorg van borstkanker verklaren de therapeutes uit een aantal factoren. Anja Roza: 'Het is een vrij grote groep patiënten en het is inmiddels zo dat je na behandeling vaak kankervrij uit de strijd kunt komen. De groep chronische patiënten wordt steeds groter. De ziekte is niet meer direct dodelijk. Het klinkt vreemd, maar daar kan niet iedereen mee omgaan. Dat is ook een kwestie van generaties. Als je twintig jaar geleden kanker kreeg, dan was dat bijna vanzelf een doodvonnis. Onze kinderen zullen daar ook weer anders naar kijken. Het voelt voor patiënten nu weieens alsof ze naar huis worden gestuurd en het zelf maar moeten uitzoeken. Veel vrouwen schuiven de verwerking ervan dan maar opzij, waardoor het proces wordt verlengd en problemen zelfs heftiger terug kunnen komen.' 'Dat wegstoppen heeft niet eens met onbekendheid te maken. Er wordt ontegenzeggelijk veel over gesproken. Je kunt geen Viva of Libelle opslaan of het gaat over borstkanker. Het taboe is grotendeels weg en er is veel positivisme voor in de plaats gekomen. Daar zijn vrouwen over het algemeen heel goed in. Ze weten uit het negatieve iets positiefs te halen. Dat is altijd weer heel bijzonder om te zien; vrouwen zijn vaak heel sterk en flexibel. Voordat de chemo begint, zorgen zij er nog even voor dat het hele huis aan kant is en er voor een week lang eten in de vriezer ligt. Die positieve insteek stuit sommige vrouwen juist enorm tegen de borst, vooral dat toontje van: "Ach meid, het komt wel goed met je - kijk maar naar Sylvie van der Vaart". Dat is de keerzijde van de grote openheid, het glamoureffect. Het succesverhaal van iemand als Sylvie van der Vaart werkt dan opeens averechts. Vrouwen komen in die paradox terecht. Enerzijds is er steeds meer bekendheid en steeds meer openheid, maar aan de andere kant wordt dat een valkuil voor wie zich daar niet in herkent. Met de juiste nazorg moeten we daar de gulden middenweg in zien te vinden.' 19 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2010 | | pagina 19