namelijk naar Spanje, waar ze zich kruisen met de daar wel
inheemse, zeer zeldzame witkopeenden. De bestrijding van
reuzenberenklauwen kost Vlaardingen jaarlijks tienduizenden
euro's. We proberen een kudde schapen (ook exoten) zo ver te
krijgen om ze voor ons op te eten, maar veel lijkt dat niet veel
uit te halen. Van de Japanse duizendknoop is een klein stukje
wortel genoeg om een nieuw bos te laten ontstaan. Zo'n plek
moet je jarenlang meermaals per jaar vergiftigen, maaien en/
of metersdiep uitgraven, waarna het afval verbrand moet
worden. Het kost Engeland 150 miljoen pond per jaar aan
bestrijding. De gemeente heeft ditmaal beloofd er op te zullen
letten.
Vlaardingen en Schiedam zijn niet overdreven rijk aan natuur,
dus hier valt het allemaal nog wel mee. Maar in bijvoorbeeld
Zeeland zijn de aantallen buitenlandse natte nieuwkomers
echter verrassend groot. Jaarlijks worden daar tientallen
nieuwe soorten sponzen, krabbetjes, zakpijpen en visjes
ontdekt. Enorme oppervlakten worden soms ineens bedekt
door een nieuw wier of spons. De Japanse oester heeft de
gewone oester bijna verdreven en soms ziet het water er grijs
van miljoenen exotische ribkwallen. In sommige delen van
onze rivieren is zo'n tachtig procent van het totale dierenleven
van exotische origine. Een studie uit 2008 telde al meer dan
10.000 soorten exoten in Europa. Dat zijn serieuze getallen.
Exoten kunnen schade veroorzaken. Zowel economische als
natuur- en milieuschade. In Europa is dat tot nu toe redelijk
mee gevallen. In Amerika echter, hebben de exotische
driehoeksmossels, zeeprikken en zilverkarpers alleen al
voor miljarden dollars aan schade veroorzaakt. In Australië,
Hawaï en Nieuw Zeeland zijn ze helemaal beestxenofobisch
geworden. Het invoeren van dieren als konijnen, vossen,
wespen, varkens buffels, katten en reuzenpadden heeft daar
tot ongekende natuurschade geleid. Honderden inheemse
dieren zijn er door uitgestorven.
De meeste exotensoorten krijgen we met geen mogelijkheid
meer weg. Ze zijn gewoonweg met te veel, te klein, te verstopt
of te hardnekkig. Het milieu kan weer schoner gemaakt
worden en dierenpopulaties kunnen zich weer herstellen
als ze met rust worden gelaten, maar de meeste exoten zijn
blijvers, voor altijd.
Bovendien zorgt de aanvankelijk plaatselijke verrijking
uiteindelijk voor een algehele wereldwijde verarming. Dit
wordt wel de 'McDonaldisering' van de natuur genoemd. Of
je nu in Canada, Nederland of Japan bent, overal krast straks
een halsbandparkiet vanuit een reuzenberenklauw, knaagt een
muskusrat aan een Japanse duizendknoop en hapt een karper
naar een korfmossel. De ongekende rijkdom aan natuur en
soorten die de aarde ooit tot een paradijs maakte, is dan
verworden tot een universeel en uniform cultuurlandschap
met een beperkt assortiment aan Ikea-beesten en planten.
De schade kan waarschijnlijk nog behoorlijk beperkt worden.
De internationale handel in wilde dieren verbieden zou een
goed begin zijn. Voor het ballastwaterprobleem bestaat
al een oplossing, maar die moet eerst nog wel toegepast
worden. Het opeten van sommige exoten is ook een reële
mogelijkheid. Je haalt ze er niet totaal mee weg, maar je krijgt
er wel hoogwaardig scharrelvlees voor terug. Muskusratten,
sommige rivierkreeften en sommige exotische ganzen smaken
bovendien fantastisch goed.
15 Musis
Halsbandparkieten in Vlaardingen. Ze worden een steeds algemenere verschijning in
ons straatbeeld. In Rotterdam staat een slaapboom waar soms meer dan driehonderd
halsbandparkieten gezamenlijk overnachten.
Deze driehoeksmosselen hangen elegant aan een rietstengel. Het liefst zitten ze
echter op steen, soms vormen ze zo hele tapijten van tienduizenden mosseltjes.