Karei de Grote in Vlaardingen Iedere Musis worden twee museale objecten uit niet-Schiedamse en niet-Vlaardingse collecties gepresenteerd, soms onbekende stukken, soms in de vergetelheid geraakte. 19 Musis Bedevaarten vormen in de West-Europese cultuur onderdeel van de rooms-katholieke riten. Vanuit een behoefte nader tot God te komen, contemplatie in meer bredere zin of om deel te nemen aan de christelijke gemeenschapszin ondernamen pelgrims een bedevaart. Met name in de Noordelijke Nederlanden kwam daarnaast in de late middeleeuwen ook de 'opgelegde bedevaart' voor: als straf voor een misdrijf diende de wetsovertreder een aangewezen bedevaartsoord te bezoeken. Als bewijs van de daadwerkelijk volbrachte pelgrimage diende deze een gewaarmerkte schriftelijke verklaring mee terug te nemen. Niet alleen zijn er verschillende middeleeuwse Schiedammers en Vlaardingers bekend die zo verplicht op pelgrimstocht gingen, ook waren de beide Maassteden zelf doel van opgelegde bedevaarten. Strikt genomen was het doel de verering van de relieken van een heilige of de plaats die een belangrijke rol in de religieuze geschiedenis had gespeeld. In Vlaardingen werd in 1997 een bijzonder aandenken aan een pelgrimage gevonden: een draaginsigne van het bedevaartsoord van Karei de Grote in Aken. Pelgrimsinsignes zijn vrij geregeld optredende vondsten tijdens opgravingen. Niet dat ze bij bosjes gevonden worden, maar ieder wat groter archeologisch veldonderzoek naar middeleeuwse resten levert er wel één of meer op. Zo ook in Vlaardingen en Schiedam. Dit vergt wel enige oplettendheid, want door het materiaal (tin-loodlegering) waarvan deze normaalgesproken vervaardigd zijn en de bijbehorende donkere kleur, worden ze vaak (visueel) gemist. Om die reden zijn er honderden in afgevoerde grond terechtgekomen, waarin ze vervolgens door metaaldetectors worden opgespoord. Waar het hier besproken insigne precies uit Vlaardingen vandaan komt is daarmee helaas onduidelijk, maar als uiting van een cultuurhistorische religieuze praktijk is het een daarom niet minder interessant stuk. Er bestaat een grote variëteit in de teruggevonden insignes. Sterker nog, exact dezelfde afgietsels uit één mal worden slechts sporadisch gevonden. De verscheidenheid in voorstelling betreft zowel het bedevaartsoord als de verbeelding van de aanbeden relieken en/of heilige. Van het één en dezelfde pelgrimsoord bestaan vaak verschillende soorten insignes, wat niet verbaast als men zich bedenkt dat de insignecultuur de gehele late middeleeuwen heeft geduurd. Het Vlaardingse insigne kent een goed herkenbare, maar tegelijk vrij eenvoudige voorstelling: de in een kapel op een stoel gezeten gekroonde vorst met een scepter en rijksappel in de handen en een zwaard op de schoot. Het handelt hier onmiskenbaar om de legendarische Karei de Grote op zijn keizerstroon in de paltskapel van de Akense domkerk. In de middeleeuwen was Aken één van de belangrijkste bedevaartsoorden in de westerse wereld. In de dom werden niet alleen de stoffelijke resten van Karei de Grote bewaard, maar nog belangrijker ook de tuniek die Maria gedragen zou hebben tijdens de geboorte van Jezus. Een combinatiepelgrimage lag voor de hand. Karei de Grote (742-814) werd 350 jaar na zijn overlijden door 'tegenpaus' Paschalis III in 1165 heilig verklaard, waarmee de verering van zijn beenderen kon beginnen. Hoewel het nooit tot een erkenning van de heiligverklaring door de paus in Rome heeft geleid werd de verering in de praktijk getolereerd. Rond 1350 schonk Karei IV, koning van Bohemen en later eveneens keizer van het Heilige Roomse Rijk, een gouden reliekschijn voor de schedel. Dit uitzonderlijke stuk edelsmeedkunst vormde de inspiratie voor weer andere pelgrimsinsignes. Het Vlaardingse insigne, dat op de kleding van de pelgrim genaaid werd, meet ongeveer vijf bij vier centimeter en dateert van voor deze schenking (1250-1350). Vanwege het ontbreken van schriftelijk bronnen zullen we helaas nooit weten wie dit insigne gedragen heeft.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2011 | | pagina 19