Slechte beurt. Politie treedt verkeerd op in de Oranjestraat
jaar werd - eveneens bij Gusto - de zeesleper Loire door
Smit Internationale in de vaart genomen. Een zeesleper van
de Hudson-klasse, zoals de Elbe, Douro en Ebro, die zowel
voor de lange trek als voor stationsdienst rond de grote
oceanen waren bedoeld. Achter de Grensflat vestigde zich de
fabriek van de modernste drank ter wereld van dat ogenblik,
Coca Cola, waarin het publiek door de manshoge ruiten
kon toekijken bij de bottellijn. Ook met de aanleg van de
Maasboulevard werd een begin gemaakt, in de Nieuwlandse
polder werd een tweede contingent van circa 180 woningen
rond het te creëren Wibautplein aanbesteed, waarvan op dat
tijdstip al bekend was dat de huur zeker elf gulden per week
voor een vierkamerflat zou bedragen en bij Wilton-Fijenoord
werd de Maasdam te water gelaten. Met de Rijndam, die
één jaar eerder door Wilton-Fijenoord was opgeleverd, was
de Maasdam één van de nieuwe passagiersschepen van de
Holland Amerika Lijn voor de snelle - dus iets minder luxe -
Atlantische overtocht. Het ging goed met Schiedam. Sterker
nog, het kon niet beter.
Terug in de kolommen van 'Het Rotterdamsch Parool
De Schie-dammer' zoals de krant officieel heette, putte de
redactie zich uit in superlatieven om voor de lezer toch
vooral te benadrukken hoe modern de zelfbedieningszaak
van Albert Heijn wel niet was. Hier werd in Schiedam geen
winkel in gebruik genomen, maar het venster geopend
op een geheel nieuwe tijd. 'In de dubbele winkel aan het
begin van de Oranje-Galerij, richtte de firma Albert Heijn
haar eerste zelfsbedieningszaak van Nederland in', schrijft
de krant. 'Vandaar waarschijnlijk dat de directie vanuit
Zaandam was overgekomen naar Schiedam' 'Terecht
kan worden gesproken van de meest modern ingerichte
zelfbedieningszaak, want niet alleen is de opstelling van
artikelen geheel aan de eisen van een dergelijke zaak
aangepast, ook is er als nieuwste snufje de open koelvitrine
voor zuivel en fijne vleeswaren'.
In het voorpagina-artikel van dezelfde krant, kwam ook
burgemeester Peek nog even aan het woord. De krant: 'In de
Oranje-Galerij zag mr. Peek een belangrijke versterking in de
strijd tegen de Rotterdamse concurrentie. De Schiedammers,
waarvan er nog teveel naar de buurstad trekken voor het doen
van hun inkopen, zullen hier weer kunnen ervaren dat ze in
hun eigen stad net zo goed terecht kunnen. Mr. Peek sprak
de wens uit dat de burgerzin van de Schiedammers in de
toekomst aan dit nieuwe winkelcentrum dat een naam draagt,
die het symbool mocht heten van vrede en welvaart'. Wat
hierin het juiste verband was lieten zowel de burgemeester
als de redactie in het midden. Zoiets als 'Schiedam vooruit!'
voor zolang het zou duren. Die winkels zijn dan ook zonder
uitzondering al jaren geleden vertrokken. Maar volledig
overeind gebleven is het elan waarmee Schiedam de jaren
1950 binnentrad.
Zie de hier genoemde Grensflat, zie ook het bankgebouw
van E. en H. Kraayvanger en zie - nog geheel intact - de
Oranjegalerij.
Illustratief voor de status die aan de winkels in de Oranjegalerij
en de opening door de echtgenote van de eerste burger werd
toegekend is het smal kader naast het hoofdartikel in De
Schiedammer van 1 maart 1952 onder de hierboven geciteerde
kop;
'Voordat Vrijdagmiddag de nieuwe zaken in de Oranjestraat
konden worden geopend, was er door de winkeliers en hun
personeel al dagen- en zelfs wekenlang heel veel werk verzet.
Hoe het ook werd geplooid, niet voorkomen kon worden dat
het zwaartepunt van al deze drukte, vooral in de laatste dagen
viel, hetgeen niet te verwonderen is wanneer men bedenkt dat
de verkoop in het oude pand vaak tot en met Donderdag moest
doorgaan.
Wie donderdagavond door de Oranjestraat kwam, kon daar dan
ook tot dicht tegen het middennachtelijk uur en vaak nog later
volle werkzaamheid weten achter de verlichte, nog afgedekte
etalages. Daarbinnen arbeidden middenstanders en hun
personeel vol enthousiasme aan het inrichten van de nieuwe
winkel, die de volgende dag mede de trots van Schiedam zou
zijn.
Wie schetst hun verbazing die spoedig zou overgaan in grote
ergernis toen in deze buitengewone omstandigheden twee
politieagenten binnenstapten om een onderzoek in te stellen
naar de overwerkvergunningen! Wij weten dat in elk geval
één winkelier, die evenals trouwens zijn collega's hierin niet
voorzien was, een bekeuring opliep.
Tijdens zijn rondwandeling door de Oranje-Galerij werd burge
meester Peek naar zijn mening gevraagd over dit ongetwijfeld
ontactische optreden. Deze laakte het gebeuren fel en zegde
een onderzoek in deze affaire, waarin de wet allerminst met
beleid werd gehanteerd, in ieder geval toe'.
Musis 22
Oranjegalerie in 2011. Foto's: H. van Wijk.