Burgemeester Te Loo, de historicus Pieter Geyl en Truus Gerhardt "In dat groot weefsel zich een steek te weten Is troostrijk, 't Eigen ongeval wordt klein Wanneer men die met wereldmaat gaat meten. Bewondering doet angst en pijn vergeten Hoe groots 't patroon; hoe zeker dat de lijn die neergaat, straks weer rijzende zal zijn." Dit gedicht van de historicus Pieter Geyl citeerde de toenmalige burgemeester van Schiedam G.J. (John) te Loo aan het eind van zijn afscheidstoespraak in de gemeenteraadsvergadering van 13 juni 1983. Hij relativeerde tegen de achtergrond van het gedicht zijn burgermeesterschap van nog geen vier jaar in Schiedam. Gekomen uit Winschoten in 1979 vertrok hij weer naar het Noorden en wel naar Leeuwarden. Het was zijn lievelingsgedicht dat hij ook bij zijn afscheid van Winschoten had geciteerd. Musis 26 Omdat ik enigszins bekend was met het werk en leven van Geyl, kon ik Te Loo, toen ik hem tijdens de afscheidsreceptie de hand drukte, vertellen dat er nog een kleine band bestond tussen Geyl en Schiedam. Deze was namelijk kortstondig leraar geweest op het Stedelijk Gymnasium. Te Loo vond het jammer dat hij dit niet wist, omdat hij dit feit anders zeker gememoreerd zou hebben zoals hij eerder in zijn afscheidsrede had gedaan bij het citeren uit een gedicht van Ida Gerhardt. Hij had daarbij vermeld dat deze een deel van haar kinderjaren in Schiedam had gewoond. Te Loo had Ida Gerhardt overigens nog persoonlijk gekend omdat hij haar als lerares Grieks had gehad op het gymnasium in Kampen. Pieter Catharinus Arie Geyl (1887-1966) studeerde Nederlandse letteren in Leiden om vervolgens van de zomervakantie in 1912 tot Kerstmis 1913 als leraar Nederlands en geschiedenis aan het Stedelijk Gymnasium in Schiedam te werken. Daarna was hij correspondent van de NRC in Londen om als volgende stap in zijn loopbaan vanaf 1919 de leerstoel Dutch Studies aan het University College Londen te bekleden. In 1936 werd hij hoogleraar nieuwe geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Het grootste deel van de oorlog bracht hij als fel tegenstander van het naziregime in gevangenschap door, eerst in Buchenwald en daarna in gijzelaarskampen in Noord-Brabant. Hij verwerkte zijn gevangenschap in gedichten waarvan Te Loo er één aanhaalde. Geyl was een vooraanstaand historicus die ook internationaal bekendheid verwierf. In 2009 vond alsnog de publicatie plaats van zijn autobiografie over de jaren 1887-1940: Ik die zo weinig in mijn verleden leef. Het manuscript werd bij toeval ontdekt in zijn archief in de Universiteitsbibliotheek Utrecht. Daar lag het jarenlang onder het stof. ■Pieter Geijl na zijn verhuizing naar Engeland Ge\ Eén hoofdstuk uit de autobiografie is gewijd aan 'Italië en Schiedam (1912-1913)'. Het grootste deel daarvan gaat echter over familiezaken en over zijn promotiestudie die hij op 10 december 1912 cum laude afsloot met de studie Christoforro Suriano, resident van de serenissime republiek van Venetië in Den Haag, 1616-1623. Daarna vertrok Geyl naar Londen. Schiedam heeft geen diepe sporen in Geyls leven achtergelaten: de kleine stad (zoals hij Schiedam Lange Nieuwstraat 119a aanduidt) bestond een- (ls,e smalle deur naast de brede deuren! voudig niet voor hem. Daar woonde hij enkel met zijn vrouw en een dienstbode, in de Lange Nieuwstraat 65 boven (nu 119 A), vlak bij het gymnasium dat toen nog in het Blauwhuis in diezelfde straat gevestigd was. Wat Geyl over

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2011 | | pagina 26