tekst en foto's: Hans van der Sloot Harm de Block is gedurende zijn gehele, lange Schiedamse loopbaan nauw betrokken geweest bij beheer, restauratie en herbouw van de molens. De Kameel vormde daarin de grootste uitdaging. De herbouw moest immers vanaf de fundering plaatsvinden. En deze ligt dan ook nog eens in het water van Noordvest en Schie, op enkele tientallen meters van de plaats waar zich de resten van de oorspronkelijke Kameel bevinden. Vraagt een restauratie om onderzoek en aanpassing op het bestaande, in het geval van De Kameel moest de gehele molentechniek uit de kast worden getrokken. Uit welke lade dan ook. De schenking van Harm en Titia de Block stelt de Stichting de Schiedamse Molens in staat om een aantal wensen in vervulling te doen gaan die anders op de lange baan geschoven hadden moeten worden. Een deel kan worden gebruikt voor de inrichting van de molen en het - voor bezoekers - in het zicht brengen van de 'grot' in het hart van de molen. Als één van de weinige molens in Nederland heeft De Kameel een heul over het water - de zogenaamde grot - waarin de kleine binnenvaartschepen van indertijd beschut, in het hart van de molen gelost konden worden. Dat scheelde aanzienlijk in mankracht en tijd. Was het normaal dat het graan dat per wagen op schip werd aangevoerd, naar boven moest worden gejouwd, in De Kameel kon het luiwerk worden ingezet en de vracht op windkracht binnen de molen omhoog worden gehesen. Lange processen, ingewikkelde vraagstukken Als molenliefhebber beschouwt Harm de Block de herbouw van De Kameel als een - met velen gedeelde - kroon op zijn werk. De Block: 'Het bewijst eens te meer dat je met een inventieve club heel veel kunt bereiken. Mits je over voldoende doorzettingsvermogen en flexibiliteit beschikt. Want het zijn lange processen waarmee je te maken krijgt. Noch afgezien van de bestuurlijke, planologische en bouwkundige vraagstukken. Voor De Kameel hebben we nog een paar bladzijden te gaan. Maar dan hebben we opnieuw een boek geschreven over molenbouw en molentechniek1 Het is niet zomaar dat Harm de Block een sterke nadruk legt op de kracht van samenwerking. 'Bij mijn afscheid werd erop gezinspeeld dat ik als directeur van gemeentewerken veel macht zou hebben gehad. Teveel naar de mening van een aantal collega-ambtenaren. Dat beeld is echter maar ten dele waar. Macht is pas effectief als deze is gestoeld op gezag. En gezag verwerf je niet door als solist boven de partijen te staan. Integendeel, gezag stoelt op een brede samenwerking met enthousiaste geïnspireerde mensen. Je kunt het realiseren van een ondergrondse metro niet op het conto schrijven van één persoon. Je kunt in alle processen wel een aantal personen aanwijzen die een voortrekkersrol hebben vervuld. En dat zelfde gold indertijd voor bijvoorbeeld de stadsvernieuwing in Nieuwland en Groenoord, de ontwikkeling van het Hollandia- terrein, het Stadserf en Schiehart. Macht is daarin niet aan de orde geweest. Het stimuleren van medewerkers, het durven aangaan van de discussie en risico's niet uit de weg gaan des te meer'. Dit laatste ziet De Block tevens als eerste voorwaarde om de zogeheten Molenroute tot een succes te maken. Topografisch wordt de Molenroute gevormd door Westvest, Vellevest en Noordvest. De Block: 'Het gaat niet alleen om de molen De Kameel, maar ook om de functie die deze kan hebben als eerste molen op de Molenroute. Het belang van de herbouw van De Kameel is natuurlijk ook gelegen in het gegeven dat hiermee een vroeg type van de hoge stedelijke korenmolen is gereconstrueerd. Vanuit stedenbouwkundig en toeristisch perspectief markeert deze molen het begin van de Molenroute vanuit het moderne stadshart. Daarmee kan De Kameel een eerste stap zijn in een ontwikkeling van een veel grotere strekking. Daarom hebben Titia en ik ook besloten om een schenking van betekenis te doen als afscheid van Schiedam. Met dit geld kan dan mogelijk mede een aanzet worden gegeven tot verdere plannen. Ik heb lang genoeg in Schiedam gewerkt om niet te weten wat de zwakke en sterke punten zijn. Waar zich precies de potenties bevinden voor verdere ontwikkeling en wat de nog lege plaatsen zijn, waarvoor nog maar heel globaal een plan bestaat. Er is langs de Molenroute nog heel veel mogelijk. Er is veel open ruimte. Feitelijk kan hier stadsvernieuwing plaatsvinden op de raakvlakken van de oude en nieuwe stad met de molens als bindmiddel. Dat kan een uitdaging zijn voor jonge stedenbouwkundigen en architecten die hier een heel ontwikkelingsgebied treffen. Als er ergens nog ontwikkelingsmogelijkheden liggen dan is het hier'. 'Het beleid zal de gehele bebouwing langs de vesten tot uitgangspunt moeten nemen. Ga ik er alvast van uit dat de Herman Jansenlocatie ooit beschikbaar komtdan heeft Schiedam met het gebied tussen Dirkzwager en de St. Annazusterstraat, het braakliggend terrein tegenover Herman Jansen en de locatie Westvest-Westmolenstraat drie binnenstedelijke gebieden van betekenis beschikbaar. 23 Musis Zicht op De Kameel vanaf de Noordvest.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2011 | | pagina 23