tekst: Froukje Holtrop foto's: Winnie Teschmacher
De vorige stoelen in de Rotterdamse Doelen waren groen zei de een, blauw zei de ander.
De compromis werd gevonden in zeeblauw, petrol, blauwgroen. Het is een fysiologische
kwestie, zeker, het heeft te maken met de kegeltjes in de ogen, maar licht speelt bij
de waarneming van kleuren een belangrijkere rol. Kleuren bestaan bij gratie van licht
en veranderen in het geval van daglicht bijvoorbeeld als het schemert. In het geval
van kunstlicht is het afhankelijk van het soort kunstlicht, denk aan de blauwige zweem
bijvoorbeeld van tl-licht. Maar kleuren zijn ook afhankelijk van de omliggende kleur.
Toch zijn er wel een soort algemeen geldende opvattingen over een kleur en kunnen
hersenen de vertaalslag maken van een bepaalde kleur in een ongewone situatie.
De kleuren zijn gerangschikt in het kleurenspectrum van de koele kleuren (paars en blauw)
naar de warme kleuren (geel, oranje, rood). De kleur groen vormt de overgang van de koele
naar de warme kleuren. En dat verklaart waarom groen moeilijker te definiëren is.
En daarmee moeilijker weer te geven vindt ook schilder Jan Andriesse (1950), die
onder andere bekendheid verwierf met zijn regenboogschilderijen, waarin hij de kleuren
van het spectrum, van de regenboog, heel geleidelijk in elkaar laat overlopen.
Dat geleidelijke kan alleen als de kleuren gelijkwaardig zijn.
39 Musis
Licht. Winnie Teschmacher en
Jan Andriesse in De KetelFactory
Akasha, 2010, optisch geslepen gepolijst glas.