Willem O(dysseus) Duys,
Pluvius en Morfeus
Ik spelde dat 'cursiefje'; het sprong elke keer weer boven
de gedragen en vaak loodzware toonzetting van de overige
krantenstukken uit door humor, zwierige taal en een luid
beleden gebrek aan ontzag voor de overvloed aan autoriteiten
waarmee de stad Schiedam destijds was opgezadeld.
Ik snapte niet altijd wat Tijl schreef maar was het steevast
in alles met hem eens. Zoals ook die ene keer dat hij tekeer
ging tegen Engelse insluipingen in onze mooie moedertaal.
Vlak bij de Koemarktbrug was in die tijd een in ijzeren lijst
gevatte kaart van de stad Schiedam neergezet, met ernaast
een lijst van de voornaamste straten en bezienswaardigheden.
Bovenaan de nieuwe stellage stond 'City Guide' geschilderd.
Tijl vond dat maar niks, zo'n Engels woord voor een Hollandse
voorziening in een stad waar de tram uit Rotterdam misschien
eens per jaar een buitenlandse toerist afzette. Kon dat niet
gewoon 'Stadsgids' zijn? Alles beter dan die huidige 'Sittie
Geit'!
Sittie Geit - ik heb er dagen om gelachen, zwak ontwikkeld als
mijn gevoel voor humor toen nog was. Een jaar of anderhalf
later hoorde ik van iemand - weet niet meer wie - dat Tijl
in werkelijkheid Willem O. Duys heette. Hij was de jonge
redacteur van Het Vrije Volk die vanuit een piepklein kantoortje
achterin de Passage, de voorkant hangend boven het Broers-
veld, de nieuwsontwikkeling in Schiedam in de gaten hield en
er dagelijks een pagina mee volschreef, inclusief de rubriek
'In de Passagespiegel'.
Die Willem O. Duys was mijn held, helemaal nadat ik hem
voor het eerst in levende lijve had gezien. Dat was op
een avond in de zomer van 1952 of 1953. In het nieuwe
openluchttheater in de Plantage verzorgde de Schiedamse
Gemeenschap een optreden van allerlei artiesten van destijds
grote faam, zoals Toby Rix, Dick Harris, de Spelbrekers en als
klapstuk de soldatenzanger Joop de Knegt met de grote hit van
Musis 20
Bij ons thuis, arbeidersgezin tweehoog
op het Van 't Hoffplein in Schiedam-Oost,
werd in de jaren 1950 Het Vrije Volk gelezen.
De dagelijkse bezorging van het socialis
tische dagblad gebeurde door een oude
man wiens linkerarm grotendeels ontbrak.
Het stompje gebruikte hij om het deksel
van zijn zeildoeken krantentas open te
houden. Soms klemde hij er een boek mee
vast: de laatste aflevering van de Arbo-
reeks, degelijk gebonden leesboeken met
een socialistische moraal waarop men
zich abonneren kon. Hij bracht ons op
woensdag ook de Radiogids van de VARA.
Ik was al op mijn twaalfde jaar een ijverige
lezer van Het Vrije Volk. Nog voor mijn
vader en moeder er na het avondmaal aan
toe kwamen, had ik de krant meestal al uit,
dat wil zeggen de moeilijke dingen zoals
Korea en de 38ste Breedtegraad, Soekarno
en Hatta, de spijtoptanten en Drees zijn
oudedagvoorziening overgeslagen, van
de strips (Paulus de Boskabouter, Bulletje
en Bonestaak, Rip Kirby) genoten en
mijn meeste leestijd besteed aan die ene
pagina - ik meen op positie 4 - die het
nieuws uit Schiedam bevatte. Wat ik daar
nooit oversloeg was het rubriekje 'In de
Passagespiegel', uiterst links op de pagina,
doorgaans een halve kolom lang en gezet
in een cursief lettertje. De ondertekening
van deze dagelijkse beschouwing luidde
'Tijl'.
Optreder van Joda tijdens een festival in de Plantage in 1979. Foto: J. van der Meijde