tekst: Jeroen ter Brugge foto's: Elly Dijkshoorn, Musis 33 Musis gebouwen en in de slipstream daarvan ook de begraafplaats zelf onder handen genomen moest worden. Dat de gedateerde verblijfsruimten, die tegelijk nog zo duidelijk de vooroorlogse sfeer ademden, een facelift zouden ondergaan, was evident. Architectenbureau Lugten en Malschaert uit Dordrecht kreeg opdracht om de gebouwen geschikt te maken voor de wensen en het gemak van de hedendaagse mens. Uitgangspunt was dat de historische uitstraling behouden moest blijven, in evenwicht met de moderne eisen, waar ieder bouwwerk mee te maken heeft, maar ook toegerust op de stemming die nabestaanden nu eenmaal met zich meebrengen. De bouwhistorische opname die het architectenbureau zelf uitvoerde, blijkt achteraf een voorbode op het uiteindelijke resultaat. Het rapport geeft vreemd genoeg alleen een beschrijving, geen interpretatie, van de buitengevels en niet van het interieur. Niet alleen een analyse van de duidelijk aanwezige bouwfasen ontbreekt, ook is er geen waardering gegeven aan de verschillende te onderscheiden gebouwelementen. Dat hier meer in had gezeten, bleek toen alle binnenmuren, één van de beide achtergevels en betimmeringen (vroeg 19e eeuwse) waren gesloopt. De binnenzijde van de buitenmuren, de balkenplafonds en de kap vertoonden een mêlee aan bouwhistorische sporen, die een adequate typering mogelijk hadden gemaakt, wellicht ter inspiratie van de architect. Het feit dat het architectenbureau zelf het onderzoek verrichtte, is op zichzelf dan ook een verkeerde. Eén in de soort van de slager die zijn eigen vlees keurt. Nu lijkt het er misschien op dat schrijver dezes de verbouwing, van restauratie is nauwelijks sprake, het resultaat de grond in wil schrijven, maar dat is niet het geval. Er is door het gebruik van fraaie blauw-hardstenen tegels op de vloeren en subtiele verticale lichtopeningen een serene sfeer ontstaan, die goed beantwoordt aan een stemmige ruimte. De zaaltjes hebben een strakke, stijlvolle atmosfeer, die van respect voor de overledene en nabestaande getuigt. In die zin is de renovatie geslaagd te noemen. De relatie tussen het ex- en interieur en zeker de bouwhistorische gelaagdheid is hierbij echter geweld aangedaan. De begraafplaats is nu met goed fatsoen weer toonbaar. Dat het oorspronkelijk aanwezige timpaan boven de centrale ingang, met het stichtingsjaartal, weer is hersteld, verdient waardering. Zoals in 2008, aan de vooravond van de renovatie, in Musis geschetst, was het grootste zorgenkind misschien de begraafplaats zelf. Tientallen historisch belangrijke graven liggen er zwaar verwaarloosd bij, zijn beschadigd en dreigen onherstelbare schade op te lopen. Het goedbedoelde onderhoud dat verrassend snel na het verschijnen van het Musisartikel tot stand kwam, werkte echter averechts. Met een zekere ijver werden de zerken, die jarenlang geen borstel of bezem gezien hadden, onderworpen aan een mechanische schrobmachine, die blijvende sporen op de natuursteen achterliet. Inmiddels is hiervoor aandacht gevraagd en wordt hierin wat zorgvuldiger opgetreden. Het is ook nooit goed... Een andere positieve ontwikkeling is het feit dat Paneel met grafportretjes. Foto: Elly Dijkshoorn Interieur aula. Foto: Elly Dijkshoorn

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2011 | | pagina 33