Revitalisering is een sleutelbegrip in alle hersteloperaties. Ciska Bakker:
'We gaan ervan uit dat alle restauratieobjecten een functie zullen hebben.
We gaan daarbij uit van een economisch herstel. Dat kan korter of langer
durenmaar uiteindelijk moeten alle objecten terecht komen op de vrije
markt. Het is ondoenlijk om voor alle gebouwen die op dit ogenblik
worden hersteld, een culturele functie te creëren.
diepgaand aandacht te geven. Met de rapporten van Hebly
Teunissen over de stedenbouwkundige ontwikkeling van
Schiedam tussen 1945 en 1965 en dat van Rikkert Wijk
over de wederopbouwarchitectuur, beschikken we over
een goed inzicht over de historische samenhang van
stadsontwikkelingsprojecten en de manier waarop deze vorm
hebben gekregen'.
Langs de lat
Dit betekent overigens niet dat de gemeentelijke
monumentenlijst vanwege deze lijvige studies nu met enkele
tientallen objecten wordt uitgebreid. Althans niet per definitie.
Bakker en Van der Vlerk benadrukken dat beide onderzoeken
vooral zullen dienen om het gehele monumentale bezit van
Schiedam langs de lat te leggen. Ciska Bakker: 'We hebben nu
een monumentenwaardering die een langere periode bestrijkt
en daardoor een - op enkele punten - andere samenhang
laat zien. Dat is heel waardevol. Het overzicht is nu compleet.
Wat volgt is dat we nu verantwoorde keuzes kunnen maken.
Niet alleen is het aantal gebouwen waaraan de bevolking een
betekenis hecht nu uitgebreid. Er is ook vastgelegd wat die
gebouwen bijzonder maakt en hoe zeldzaam soms. Zowel voor
Schiedam als voor de tijd waarin ze gerealiseerd zijn. Heel
belangrijk is ook het stedenbouwkundig onderzoek. Dat maakt
dat je met andere ogen kijkt naar een gebouwde omgeving en
in het onderzoek de elementen kunt vinden, waarom sommige
nieuwe stadsdelen een bredere belangstelling verdienen. Juist
in de ontwikkelingsgebieden van na de Tweede Wereldoorlog.
Sommige conclusies uit beide rapporten staan al vrijwel vast.
Je moet wel blind zijn om niet de monumentale waarde te
zien van het gemaal aan de Marconistraat of van de Grensflat
met aansluitende bebouwing. Andere punten staan echter
veel minder vast, of worden in het geheel niet als monument
gezien. Neem de muziekkoepel in de Plantage. Op basis van de
onderzoeken van Hebly Teunissen en van Rikkert Wijk kun je
zonder meer stellen dat Schiedam met deze koepel een klein,
maar heel bijzonder monument bezit, terwijl de omwonenden
van de Plantage het een onding vinden en het zo snel mogelijk
gesloopt willen hebben'.
Vera van der Vlerk: 'Maar je zult altijd meemaken dat wat de
één mooi en waardevol vindt, door de ander wordt afgekraakt
als monsterlijk. Dat hebben we ook met de Monopole ervaren.
Musis 10