Een nieuw toeristisch perspectief door: Hans van der Sloot Musis 28 Een flauwe grap is zo gemaakt. Ook waar het gaat over de identiteit van Schiedam. En zeker waar de vergadering de vraag stelt hoe iets nieuws te verzinnen voor de overbekende mantra van molens en jenever, jenever en molens met zo nu en dan een dissonant van branderij en stoken. Want dat gaat vervelen op den duur. Precies als die steeds wederkerende kramerij van dekbedovertrekken en boterhorloges met als klap op de vuurpijl de suikerspin op het Land van Belofte. Maar wat dan? Hoe een nieuwe toeristische trekker te vinden waarmee shantykoor en ambachtsmarkt zich eindelijk 'ns uit deze stad laten verbannen? Een nieuw evenement dus waarmee Schiedam zich definitief op de toeristische kaart zet. Vandaar het in bestuurskring druk besproken plan om het in Schiedam eens te proberen met een 'rampenroute'. Een tocht langs al die plekken waar het in het verleden mis ging met de stedelijke en maatschappelijke ontwikkeling. Voorbeelden genoeg. Zowel hier in Schiedam, als in landen waar het toerisme de belangrijkste bron van inkomsten is. Want, wordt in de Provence, vlak bij de toeristische Cote d'Azur niet de Barrage de Malpasset als topattractie in ere gehouden? Nog altijd vormen de immense brokken beton van de stuwdam die hier in 1959 bezweek, een drukbezochte attractie. Borden melden hoe de halve stad Frejus in zee werd gespoeld en honderden mensen het leven verloren. Toeristen kijken ademloos toe. En houdt ook België niet de slagvelden uit de Eerste Wereldoorlog in ere zoals in Frankrijk goede zaken worden gedaan bij de loopgraven van Verdun? Nu dan, met de mislukkingen uit het verleden valt misschien meer eer te behalen dan met onze eigen heilige maagd Liduïna, het lifestylegebied, het Arsenaal in de Korenbeurs en het Glasmuseum om maar een paar pogingen uit het recente verleden te noemen waarmee het stadsbestuur dacht af te rekenen met de oude en jonge klare als belangrijkste karakteristiek van deze stad. Invalshoeken zijn er genoeg. Wat heeft Schiedam de natuurlief hebber niette bieden? Ik noem slechts het braakliggend perceel aan de Boterstraat, waar een onnadenkende wethouder bijna dertig jaar geleden één van de best geconserveerde 17de eeuwse woonhuizen uit de hele regio liet slopen. Of de woestenij van het voorlopig stilgelegde 'Over het water', de puinvelden tussen Broersvest en 's-Gravelandseweg en het desolate nog onbegroeide heuvelland aan de BK-laan met dat prachtig verbrande Zusterhuis onder de oranje dekzeilen als decor. En wat te zeggen van het voormalige Gusto-terrein. Al deze gebieden zijn evenzoveel natuurlandschappen met een weelde aan grassen, berenklauw, ridderzuring, vogelmuur, paardenbloemen en melkdistel. Ook op het gebied van stedenbouw en architectuur worden de liefhebbers van mislukking nergens zo goed bediend als in Schiedam. Achter historische en tot de verbeelding sprekende straatnamen als Korte Achterweg, Boomgaardstraat, Officierentuin en Laan Ons Genoegen is in het hart van de stad een buurtje verrezen dat in fantasieloze uniformiteit in Nederland z'n gelijke niet kent. Om dit te kunnen realiseren, zijn pittoreske hofjes met de grond gelijk gemaakt, hadden de werklui van Gemeentewerken de opdracht om in leeggekomen panden de toiletpotten kapot te slaan en de waterleiding te mollen om krakers geen kans te geven. Met een valse belofte dat vroegere bewoners van de binnenstad mochten terugkeren in hun nieuw gebouwde oude buurt, werden de mensen uit de Louronstraat en Nieuwe Buurt weggelokt. Suggestieve tekeningen die een ander Schiedam lieten zien dan zou worden gebouwd, deden de rest en met de botte bijl werd alvast een gat in de gevelwanden tussen Broersvest en Broersveld geslagen om het de wagens met heipalen gemakkelijker te maken om in de binnenstad te komen. Zelfs het rijkgedecoreerde monumentale hoofdgebouw van het Weeshuis der Flervomden werd gesloopt onder het motto dat architect Piet Sanders Schiedam niets had nagelaten dat de moeite van het beschermen waard was. En neem de onnavolgbare wijze waarop de schitterende gevelwanden van Korte en Lange Flaven, van Noordvest en Schie geweld zijn aangedaan. Een waar openluchtmuseum aan oude pakhuizen, branderijen en distilleerderijen, woonhuizen, winkels en werkplaatsen is gesloopt om plaats te maken voor in bleke betonklinkers uitgevoerde portiekflats. Complexen die op geen enkele wijze aansluiting zoeken met het historisch stadsbeeld, maar in plaats daarvan tot op de dag van vandaag het cynisme demonstreren van bestuurders voor wie de grondprijs belangrijker was dan het karakter van de stad. De Branderspoort vormt hierin het absolute hoogtepunt. Wie de verstening wil meemaken van Scandinavische misantropie kan hier z'n hart ophalen in die canyon van donkere steen achter dat bezopen poortje dat in de verbinding tussen metrostation en stadshart een even moeilijk te begrijpen als te vinden muizengaatje is. 'Miskleun' is slechts een eufemisme voor deze opeenstapeling van misleiding, bestuurlijke doordrijverij, onkunde en onbegrip. Lang stond Schiedam bekend om zijn grote aantallen leegstaande winkels. Nog altijd een interessant gegeven waar Schiedam in zijn belangrijkste koopstraten meer lege etalages heeft dan echte winkels. Waar je ook loopt, achter de deuren liggen de stapels nooit opgehaalde post, ontvouwt zich een interieur met kapot meubilair en andere sporen van jarenlange verwaarlozing of valt in het gunstigste geval in het geheel niets te zien. Maar zoals elk interessant gegeven verliest ook de leegstand op Hoogstraat, Rotterdamsedijk, Gerrit Verboonstraat/Oranjestraat, Dam, Vlaardingerstraat en Broersvest aan glans. Gelukkig echter doet zich een nieuw fenomeen voor waarin Schiedam de hoogste landelijke score behaalt. Winkel na winkel hebben prijzenmeppers, knakenkrakers, partijhandelaren, koopjeswinkels, stockbusters en restantpaleizen Schiedam ontdekt. Dagelijks zetten zij de straten vol met hun bakken met rotzooi, de rekken met kleding voor minder dan weggeefprijzen, de graaitafels en uitstallingen van troep waarvoor zelfs een marskramer de neus zou ophalen. Wie van z'n onverkoopbare rotzooi afwil, hij hure een winkel in Schiedam. Ook op de mooiste locaties is ruimte te over en voor een grijpstuiver te uur. Voorschriften zijn er niet, geen beperking wordt de uitdragerij opgelegd. Prachtige afspraken over handhaven en een stedelijk beeldkwaliteitplan, zijn een loze letter en de ambtenaar die moet toezien op naleving van de voorschriften heeft meer werk met z'n neus te peuteren dan met het toezien op de kwaliteit van het straatbeeld. Dus schept de hedendaagse marskramer met een paar touwen, inderhaast volgekalkte vellen karton en een schele reclamepop de illusie dat in Schiedam voordeel te behalen valt. Schiedam, ooit vriendelijk 'het Dorp in de delta' geheten, is hard op weg om het afvoerputje van de Rijnmond te worden, zoals tien jaar geleden al voorspeld door de te jong overleden stedenbouwkundige en Musisredacteur Bert van Kan. Dat is triest. Maar laten we de negatieve spiraal eenvoudigweg ombuigen door - zoals het plan luidt - de mislukkingen in deze stad tot kwaliteiten te verklaren. Laat de toeristen dus met bussenvol komen om ervan te genieten hoe leeg de winkelstraten zijn, hoe het straatbeeld wordt verpest door afzichtelijke uitstallingen en hoezeer puin en onkruid een even prominente plaats hebben als de brandersgevels aan de Lange Haven. Schiedam schenkt meer dan u denkt, was in het verleden een pakkende stedelijke slogan. We zullen het bij deze illusie laten.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2011 | | pagina 28