De zorg blijft.
■Rk
M WBSééAI
Judith de Heer - verpleegkundige en
Mies Drenkelford - mantelzorger:
Het gaat om kwetsbare mensen waar de poliklinische
geriatrische behandeling, externe begeleiding en
mantelzorg elkaar raken. 'Altijd', zeggen Judith de Heer
en Mies Drenkelford. De laatste is mantelzorger voor
haar schoonmoeder en vertrouwd met het werken,
begeleiden en verzorgen van bejaarden.
Mies Drenkelford: 'Het is typisch zo'n verhaal dat je
vaker hoort. M'n schoonmoeder was moe en verward,
maar was lichamelijk in uitstekende conditie. Niemand
kon er dus een vinger achter krijgen wat er precies aan
de hand was. Behandeling was noodzakelijk, dat was
duidelijk, want die verwardheid bleef, al verbeterde
dit wel iets door een goede behandeling. Zorg en
begeleiding blijven dus nodig.'
Judith de Heer is betrokken in de consultatieve
verpleegkunde en bij het onderzoek tijdens een
dagopname van geriatrische patiënten. Ook onderhoudt
zij contacten met de mantelzorgers. 'Via deze houden
we contact met de patiënt die buiten het ziekenhuis
doorgaans alle steun en hulp kan gebruiken. Zo blijven
we op de hoogte van de lichamelijke, psychische en
neurologische status. Bovendien houden we op afstand
in de gaten of verdere zorg noodzakelijk is en hoe deze
dan geboden moet worden.'
De mantelzorger is voor de Vlietland Geriatrie zowel
een belangrijke bron van informatie als een welkome
hulp bij het volgen van behandelprogramma's en
begeleiding van de oudere patiënt in contacten met
andere instellingen.
De samenwerking tussen geriatrieverpleegkundigen en
mantelzorgers heeft een meer bijzonder karakter dan
op andere afdelingen. Veel mantelzorgers kennen de
patiënten die ze begeleiden van haver tot gort. Zelfs
als kinderen verder weg wonen, laten ze zich graag
belasten met de extra begeleiding die hun ouders op
hoge leeftijd nodig hebben. Voor mantelzorgers wordt
graag extra tijd vrijgemaakt en zelfs wordt erover
gesproken om in de basisopleidingen aandacht te
besteden aan de ondersteuning van familie en andere
hulpverleners van patiënten.
Judith de Heer: 'De mantelzorger wordt zoveel als
mogelijk is betrokken bij alles wat met de behandeling
en begeleiding te maken heeft. Inderdaad, dus ook bij
de intake en de eerste onderzoeken. En zeker is de
aanwezigheid van de mantelzorger van belang waar
sprake is van verwardheid of verminderde cognitieve
functies. Alles moet immers worden besproken en
worden onderzocht. En niet alleen lichamelijk. Waar
de oudere patiënt zelf geen beeld meer kan geven
van de lichamelijke of geestelijke gesteldheid moet
het ziekenhuis kunnen terugvallen op de familie of
helpers. Ook bij een eventueel slechtnieuwsgesprek
is de inbreng van extra persoonlijke aandacht soms
onontbeerlijk.'
Mies Drenkelford: 'In het geval van mijn schoonmoeder
hebben we helaas moeten besluiten tot ondersteuning
door een andere instelling. Voorlopig gaat dit nog in de
vorm van een dagbehandeling. Bij mijn schoonmoeder
is beginnende dementie vastgesteld.'
Judith de Heer: 'Juist in deze moeilijke omstandigheden
steunt het Vlietland Ziekenhuis de mantelzorger.
Heel vaak krijgen we te maken met oudere patiënten
die eigenlijk niets willen. Heel vaak hebben ze ook
geen zicht op de problemen waarin ze verzeild zijn
geraakt. Juist omdat een complex klachtenpatroon
meestal langzaam groeit en de patiënt er gaandeweg
mee vertrouwd raakt. Iemand die veel aan sport heeft
gedaan zal het goed merken wanneer de mobiliteit
afneemt. Voor de meeste mensen voltrekt zich dit
proces echter zo sluipend dat ook de herinnering
verdwijnt hoe het vroeger was. Heel sterk merk je dat
bij echtparen waarvan er één relatief gezond is, terwijl
de andere tobt met geheugenproblemen. Dat is een
situatie waarin de mantelzorger ons kan helpen een
goed beeld te vormen van de personen, de sociale
achtergronden en de aard van de problemen.'
Mies Drenkelford: 'Veel ouderen
hebben extra hulp nodig, weet ik
uit de praktijk. Ouderen laten zich
moeilijk sturen. Ook dat is een
gegeven, maar juist de mantelzorger
soms meer bereiken dan een arts
of een verpleegkundige. Je bent
tussenpersoon en hulpverlener
tegelijk, met soms een kleine rol
als regisseur. Daarvan moet de
mantelzorger zich wel bewust zijn.
Dat hoort er nu eenmaal bij als je
op de achtergrond toezicht houdt
en je je ervan bewust bent dat de
mantelzorger, behalve voor directe
hulp aan de patiënt, er zelf ook is om
de afdeling de puzzelstukjes aan te
reiken die voor de geriater het hele
plaatje compleet maken.'
13 Musis