•4 I- r Valerie van Gogh - verpleegkundige: Zelf gebruikt verpleegkundige Valerie van Gogh het begrip 'delirant' niet zo vaak. Zeker niet in bijzijn van familieleden. Te snel worden 'delier' en 'delirant' in verband gebracht met drank- of medicijnmisbruik, terwijl tijdelijke of blijvende verwarring een breed scala aan oorzaken kan hebben. Niemand zegt immers deftig van een koortsig ijlend kind, dat het 'delirant' is. Terwijl dit toch een juiste constatering is. Valerie van Gogh: 'Bij oudere patiënten moet je speciaal opletten of er sprake is van verwarring en hoe daarmee om te gaan. Binnen de afdeling houdt een speciale verpleegunit zich binnenkort specifiek bezig met deze problematiek. Met grote regelmaat worden we ook te hulp geroepen op andere afdelingen. Een delier kan zich op veel verschillende manieren manifesteren. Waar de ene patiënt verslagen is en volkomen in de war, kan de andere worden geconfronteerd met een geweldige angst of een aanval van agressie waarbij hij of zij met slangen en al uit bed wil klimmen.' In de bijscholing wordt intensief ingegaan op het leren omgaan met delirante patiënten, het herkennen van de symptomen en interventie. Valerie van Gogh benadrukt dat de patronen sterk wisselend zijn. 'Het maakt al verschil of de patiënt verwezen is door de huisarts, onder behandeling is op een andere afdeling in het ziekenhuis of binnenkomt via de Spoedeisende hulp. Er is altijd een samenhang in omstandigheden waardoor een patiënt in een delier terecht komt. Vaak betreft het patiënten die in mindere of meerdere mate dementeren. Het begrip van de omstandigheden is dan al verminderd waardoor ze moeilijker benaderbaar zijn en soms het antwoord niet meer kunnen geven op de eenvoudigste vragen. Voor alle disciplines op de afdeling geriatrie is contact met familie en mantelzorgers van groot belang. Waar het gaat om delirante patiënten is dat niet anders.' De verpleegkundigen die nauw betrokken zijn bij de opvang tijdens een delier besteden veel aandacht aan voorlichting aan de directe omgeving van de patiënt. Voor familieleden en verzorgers kan het gedrag bij een delier soms heel beangstigend zijn. Thuis is zelden of nooit geschoold personeel aanwezig. Goede voorlichting door de afdeling geriatrie of de huisarts maakt het voor een deel van de patiënten mogelijk om - ook met het gevaar van delirant gedrag - thuis verzorgd te worden. Waarmee ook Valerie van Gogh wordt geconfronteerd is dat een delier altijd een verontrustend symptoom is van dieper liggend lijden. Meestal duurt een delier enkele dagen tot weken. Dit is afhankelijk van de mogelijkheid tot beïnvloeding. Is pijn de oorzaak, een ernstige ontsteking met optreden van hoge koorts? Of is er sprake van een delier na een narcose of als gevolg van een medicatie? Ook de uitwerking is ongewis. Hoewel het delier in principe voorbijgaat, is het herstel niet altijd volledig. Dit hangt onder andere af van de oorzaak van het delier en de lichamelijke en geestelijke toestand van de patiënt. Wat familie en omgeving zich goed moeten realiseren, geeft ook Valerie van Gogh aan, is dat een delier voor zowel de patiënt als voor de familie een soms beangstigende en meestal verontrustende ervaring is. Valerie van Gogh: 'De nazorg is heel belangrijk. Als verpleegkundige weet je dat een delier vrijwel altijd eindig is. Daarmee is het verhaal voor de patiënt echter nog niet klaar. Ook bij een volledig herstel blijft er toch vaak iets hangen. Hulp en begeleiding zijn dan heel belangrijk. Als ziekenhuis kunnen we niet meer doen dan een oogje in het zeil houden bij delirante patiënten en ex-patiënten. In het kader van de zorg die het Vlietland kan bieden, neemt de huiskamer een belangrijke plaats in. Binnen die huiskamer hebben wij en de activiteitenbegeleiding intensief contact met onze patiënten. Van echt observeren is geen sprake, tenzij daarom wordt gevraagd. Maar wel heb je voortdurend contact en maak je mee hoe de mensen zijn in gewone doen. Voor de gehele behandeling is het goed dat ze daar de dag doorbrengen. Sociaal bezig zijn houdt je wakker en zorgt ervoor dat je niet wegzakt in de verzorging. Voor de meeste patiënten begint de dag gewoon met koffie en de krant. Die huiskamer maakt dat geriatrie eigenlijk een heel gezellige afdeling is met mensen die een hoop verhalen hebben.' De geriatrie neemt per definitie veel tijd voor de patiënt. Valerie van Gogh: 'Natuurlijk. Je moet regelmatig helpen met aankleden en soms ook met eten. De aard van de patiënten maakt bovendien dat opschieten vaak niet aan de orde is. Ook niet bij onderzoeken of gesprekken met de familieleden. Ik weet niet of verpleegkundigen op andere afdelingen ons benijden, maar geriatrie is met dat al wel een afdeling met sfeer. Juist omdat het menselijk contact bij alles voorop staat.' Sociaal bezig zijn is heel belangrijk. Daar is de huiskamer precies voor bedoeld. -A 15 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2011 | | pagina 15