Hee
Alewijn
maakte zich
altijd zorgen
om het
welzijn van
anderen
tekst: Peter de Lange
foto's: Ton den Haan en
Chr. Breur
Spiritusmagnaat Alewijn de Groot leefde sober, maar
was allesbehalve gierig. Hij riep met eigen kapitaal
een welzijnsfonds in het leven dat al 55 jaar steun
verleent aan sociale, culturele en humanitaire doelen.
Lang verrichtte het fonds in alle stilte zijn goede werk.
Tegenwoordig stelt Stichting de Groot Fonds, net als
veel andere vermogensfondsen, bij een donatie prijs
op naamsvermelding. Bestuursleden hoeven ook niet
meer nadrukkelijk van protestantse huize te zijn. In een
smaakvol gerestaureerd pand aan de Koemarkt is het
fonds onlangs onvermoeibaar aan een nieuwe toekomst
begonnen.
Aan de hand van historische bouwtekeningen is
architect Bert Toorman erin geslaagd de gevel van
Koemarkt 4, waar het fonds domicilie heeft gekozen, in
de oorspronkelijke staat te herstellen. Het pand heeft
daarmee zijn bescheiden deftigheid teruggekregen. De
ruimteverdeling binnen is efficiënt, de sfeer dankzij een
ingetogen kleurgebruik warm en vriendelijk. Alewijn
de Groot zou bij een inspectie goedkeurend hebben
geknikt. Hij hield van eerlijkheid en eenvoud.
De Groot( 1896-1965) hechtte veel waarde aan het
behoud van historisch erfgoed. Het fonds dat zijn
naam draagt, heeft in hoge mate bijgedragen aan
de instandhouding van monumenten in Schiedam
en elders. Het is typerend voor deze onbaatzuchtige
miljonair, dat hij wel oog had voor de restauratie
van gemeenschappelijk erfgoed, maar geen enkele
voorziening trof om zijn eigen fraaie villa, ook nog eens
gelegen aan een monumentale laan, voor verpaupering
te behoeden.
De Groot woonde zijn hele leven op hetzelfde adres,
Tuinlaan 62. Aan de huidige gevel is de welvaart van
toen niet af te zien. Het pand verkeert sterk in verval.
Bouwval zou als typering net te ver gaan. Laten we het
houden op een eufemisme uit het makelaarsjargon: een
opknapper.
Niets vergaat zo snel als roem, denk je onwillekeurig
bij het zien van die afbladderende gevel en dat
vermolmde houtwerk. Maar is het begrip roem hier
wel van toepassing? Beroemdheid was een status
die de bewoner nooit heeft nagestreefd. De Groot
stond juist bekend om zijn bescheidenheid. Hij was
de ingetogenheid zelve. Zijn vrienden kenschetsten
hem als een man wars van overdrijving, opschik
en opschepperij. Als hij geen vermogensfonds had
opgericht dat tot op de dag van vandaag met royale
uitkeringen bijdraagt aan het in stand houden van
het sociale en culturele leven in Schiedam, zou hij
waarschijnlijk al lang zijn vergeten. De Groot, een
verstokt vrijgezel, stierf kinderloos, nadat hij een
omvangrijk kapitaal had verdiend in de handel in
grondstoffen voor de jeneverindustrie. Omdat hij geen
nageslacht had aan wie hij zijn miljoenen kon nalaten
en het vooruitzicht dat de fiscus zich erover zou
ontfermen hem niet aantrok, besloot hij tien jaar voor
zijn overlijden dat hij zijn kapitaal zou onderbrengen in
een welzijnsfonds.
Dit fonds zou na zijn dood het werk voortzetten dat hij
reeds bij zijn leven als zijn voornaamste taak was gaan
beschouwen: het ondersteunen van initiatieven die het
welzijn van de Schiedamse bevolking verhoogden. Dat
deed hij met zoveel inzet, dat zijn vrienden weieens de
vrees uitspraken dat hij met zijn nietsontziende zorg
Musis 34