Robert Zandvliet, Harry Haarsma en Veronica in De KetelFactory tekst: Froukje Holtrop foto's: KetelFactory Het verhaal gaat dat een zekere Faustina, de min van de zieke keizerTiberius, op pad ging naar Jeruzalem om Jezus van Nazareth te zoeken, die bekend stond om zijn geneeskundige krachten. Eenmaal daar aangekomen bleek dat de man die zij zocht, veroordeeld was en samen met twee andere misdadigers zijn kruis de berg opdroeg onder gejoel en getreiter van het volk. Faustina had medelijden met hem en veegde met haar doek zweet en bloed van het gezicht van Jezus. Toen zij later de doek wilde omspoelen, bleek dat er een afdruk van zijn gezicht op de doek zat. De doek nam ze mee terug naar Rome, raakte erTiberius mee aan en hij genas. Faustina ging de geschiedenis in als Veronica, een verbastering van het Griekse vera eikoon, het ware beeld. De beeltenis van het gezicht had een iconische werking, het fungeerde ais een venster naar de werkelijkheid die het vertegenwoordigt, in dit geval de werkelijkheid van Jezus. Het beeld maakte van het doek een relikwie waarvoor tot op de dag van vandaag mensen uit alle windstreken komen om het in Milaan te zien. Ook al lieten röntgenfoto's onlangs zien dat de Milanese doek niet ouder is dan de 12e eeuw. Het idee van de vera eikoon, van het beeld dat een andere werkelijkheid vertegenwoordigt is in de kunst natuurlijk ook heel relevant. Wat is het eigenlijk dat je ziet, wat is het en wat vertegenwoordigt het. Voor hun 'ontmoeting', hun gezamenlijke tentoonstelling in De KetelFactory, hebben de kunstenaars Robert Zandvliet (1970) en Harry Haarsma (1955) er zich in verdiept. De afgelopen maanden werkten de kunstenaars, die overigens overwegend schilderen, aan een gezamenlijk kunstwerk in de vorm van een kunstenaarsboek. Het kunstenaarsboek is een mooi genre waar een kunstenaar veel in kwijt kan, schetsen, gedachten, foto's of ander materiaal. Alsof het het hele denken van de kunstenaar representeert, een kijkje geeft achter de schermen. In dit geval dus ook zeer geschikt om een ontmoeting tussen twee kunstenaars te laten plaatsvinden. De ateliers van Zandvliet en Haarsma zijn naast elkaar en ze legden letterlijk een boek tussen hun ateliers in waar ze af en toe iets in plakten, iets nieuws of een reactie op iets dat er al in geplakt was. Ze kozen sterke beelden, zoals een lam op een linkerpagina en een atoomwolk op de rechterpagina. De blonde krullen van het lam en van de atoomwolk tonen een visuele verwantschap en het bijschrift agnus dei, lam Gods, suggereert ook een inhoudelijke verwantschap. En zo leggen de kunstenaars nog meer onvermoede verwantschappen en tegenstellingen, zoals een kogelgat in koper en een navel van een gewonde buik, sierlijke vrouwenbenen tegenover een hoekig schilderij van Mondriaan met de tekst 'zoals wat schoon is rustig schuilt', een tegeltableau van een vogeltje in een kooi en een aquarel van een lege lucht. Het wegslepen van lijken door mannen met een mondkapje en de tekst 'Aus der Tiefe ruf ich zu Dir' en daarnaast een stierenvechter die de dood tart. Zwart geschilderde vlakken met witte krijtstrepen erop naast een beeld van ouderwetse gevangenen in een zwart-wit gestreept pak suggereert in verschillende media de verwantschap tussen de krijtstreeppakken van bankiers wellicht en boeven aan de andere kant. En ook ontregelen de kunstenaars de wetten over het kijken naar kunst door de nadruk te leggen op het kader. Bijvoorbeeld door het beeld, de voorstelling, te laten zien op het passe-partout en het gekaderde juist leeg te laten. Of de beroemde foto van een kussend echtpaar gezien in de achteruitkijkspiegel van een auto, op hun beurt weer te kaderen in de vorm van een getekende achteruitkijkspiegel. Het gaat over licht en donker, een enkele witte veeg op een zwart papier suggereert het minieme licht dat 37 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2011 | | pagina 37