binnengelaten wordt door de kier van een openstaande
deur en aan de andere kant een lichte bol die als maan
veel licht verspreidt, te zien in de weerkaatsing in het
water.
Kortom het gaat over het presenteren en kijken en
interpreteren van enerzijds anonieme en anderzijds
overbekende, iconische beelden.
Het samengestelde boek ligt op de tentoonstelling
Veronica, Robert Zandvliet Harry Haarsma. En het is
ook in boekvorm gereproduceerd. 'Deze kunstenaars
hebben volledig begrepen waar het in de Ontmoetingen
van De KetelFactory om gaatzegt directeur Winnie
Teschmacher. 'Ze hebben alle mogelijkheden tot
verdieping benut.' Robert Zandvliet is inmiddels een
gevierd kunstenaar en zijn werk is overal te zien, maar
voor zijn ontmoeting bleef hij dichterbij. Zandvliet
vroeg Harry Haarsma. Als kunstenaars begeven zij zich
in verschillende tentoonstellingscircuits en het zal het
niet gauw gebeuren dat hun werk samen te zien is. De
kunstenaars hebben hun atelier in hetzelfde gebouw
en ze praten regelmatig over eikaars werk. En de
tentoonstelling in De KetelFactory gaf gelegenheid om
de ontmoeting te verdiepen. 'Door niet alleen samen
tentoon te stellen maar ook samen een kunstwerk te
maken en dat te verankeren in een publicatie. En later
volgt ook nog de Distillatie waar hun onderwerp ook
vanuit andere kanten belicht wordt'.
Van Harry Haarsma is op de tentoonstelling nog
een kunstenaarsboek te zien, alle bladzijden zijn
op de wand gespeld. Je kunt er uren naar kijken om
te interpreteren, verbanden te leggen en wrange
tegenstellingen te ontwaren, zoals het bruidspaar dat
op het puin van kapotgeschoten flats in Libanon loopt
met daarnaast een tekening met wit pleister. Of het
silhouet van een gefusilleerde man naast een afbeelding
van een luie stoel, of het beeld van een ijsjes etende Idi
Amin op een strandstoel naast een kaartje met daarop
aangetekend waar de landmijnen zich in het land
bevinden. Ook zijn er schilderijen van Haarsma
van menselijke lichamen, die ook al zijn ze kloek
geschilderd in dit verband vooral de kwetsbaarheid van
de mens laat zien, de mens van vlees en bloed.
Robert Zandvliet kreeg aanvankelijk bekendheid met
zijn schilderijen van voorwerpen als een haarspeld, een
televisiescherm of een bioscoopscherm. Hij schilderde
ze in een vereenvoudigde vorm met de randen vlak
tegen de rand. Daarna volgde een serie landschappen,
dat wil zeggen autosnelwegen, met zwierige, golvende
banen verf over elkaar heen, die leken op een
kluwen. De brede kwast met eitempera waarmee hij
zijn golvende lijnen opzette werd zijn handelsmerk.
Zandvliet is een formele kunstenaar, een kunstenaar
die zich in zijn schilderkunst bezighoudt met de vorm,
de compositie en het materiaal. De schilderkunst zelf is
zijn onderwerp, dus hij kijkt ook naar andere schilders.
De afgelopen twee jaar gaat dat zelfs zo ver dat hij
zijn eigen versie maakt van schilderijen van grote
meesters zoals Mondriaan, Matisse en Pollock. Niet
uit arrogantie, maar uit het onderzoek naar zijn eigen
positie in die hele kunstgeschiedenis.
Zandvliet heeft een galerie in Amsterdam en New
York, tentoonstellingen in het hele land, maar ook
in België, Duitsland en de Verenigde Staten. Hij won
de Prix de Rome, de Charlotte Köhlerprijs en de Theo
Wolvecampprijs.
Van Robert Zandvliet alleen zijn er eigenlijk maar twee
werken op de tentoonstelling, een wandkleed en een
voorstudie ervan op linnen. Maar wat een werk! Het
lijkt, oneerbiedig gezegd, op een zwart hoogpolig tapijt
in de vorm van twee net dichtgetrokken gordijnen. Het
wandkleed is gemaakt in het Audax Textielmuseum.
Er zijn dikkere en dunnere delen zwart en op sommige
plekken zijn er roze draden ingenaaid. Op afstand
wekt het de illusie dat het doek transparant is en er
van achter licht doorschijnt. Maar als je er pal voor
staat blijkt dat geenszins het geval. De brede golvende
lijnen die zo kenmerkend zijn voor zijn schilderijen zie
je terug in de modellering van het kleed. Voorafgaand
aan het kleed maakte Zandvliet ook een ingekleurde
schets, studie tempera op linnen, die eigenlijk een
brug vormt tussen zijn werk op doek en het kleed. De
dynamiek van de lijnen, die het zojuistdichtgetrokken-
zijn suggereren, zijn hier al op te zien.
Maar wat vooral fascineert, is het zwarte doek. Wat
speelt zich daarachter af? Net als op het toneel of bij de
opera. Het doek is het enige dat tussen de beschouwer
en het schouwspel staat. Als het doek dichtgaat is de
voorstelling afgelopen, de verbinding tussen publiek en
schouwspel, de betovering is gebroken. Maar het maakt
plaats voor de fantasie, het voorstellingsvermogen en
de nieuwsgierigheid van de kijker.
De tentoonstelling is te bezoeken tot en met 29 januari
2012. Voor meer informatie www.deketelfactory.nl
Musis 38