Wij zorgen ervoor
dat mensen uit het
verpleeghuis
blijven.
Jan Driesen - neuroloog:
Afkomstig uit de Amsterdamse Valeriuskliniek,
hield neuroloog Jan Driesen zich in de
toenmalige Vlaardingse Holy-vestiging van het
Vlietland Ziekenhuis bezig met gedrags- en
geheugenstoornissen. Praktisch vanaf zijn eerste
Vlaardingse dag zette hij zich gedreven in voor
het opzetten van een gespecialiseerde geriatrische
afdeling. Tientallen brieven schreef hij aan de
directie en betrokken instellingen. Precies zoals
hij jaren later een drijvende kracht zou zijn in
de opzet van Alzheimercafés in Vlaardingen en
Schiedam en tezamen met de Frankelandgroep
erin slaagde om een voor de regio uniek behandel
en expertisecentrum voor de behandeling van
parkinsonpatiënten op te zetten. Naast zijn tafel
hangt een, aan Albert Einstein toegeschreven,
uitspraak: Als een overladen bureau duidt op een
rommelige geest, waarnaar verwijst dan een lege
tafel'. Jan Driesen lacht.
Jan Driesen: 'In de tijd dat ik mij in Vlaardingen
vestigde, werden de onderzoeken naar gedrags- en
geheugenstoornissen door het RIAGG gedaan. We
zijn toen snel om de tafel gaan zitten om te kijken
hoe dit anders kon. Niet dat het RIAGG tekort schoot,
integendeel zelfs, maar het RIAGG heeft voor het
publiek een veel te hoge drempel. Wie daar terecht
komt is óf gek, óf ontspoord en bij voorkeur allebei,
heette het. Dit sloeg natuurlijk nergens op, maar zo'n
diepgeworteld vooroordeel neem je niet zomaar weg.
Dus zijn we als Vlietland in gesprek gegaan met het
RIAGG en Driemaasstede om te bezien hoe we het
onderzoek naar gedrags- en geheugenstoornissen bij
ouderen anders konden aanpakken'.
Dat op hetzelfde moment nieuwe technieken voor
screening van patiënten werden geïntroduceerd, was
een gelukkige bijkomstigheid. Jan Driesen: 'Bij het
ouder worden ervaren veel mensen dat hun geheugen
niet langer is wat het vroeger is geweest. Ook het
vasthouden van aandacht en het onder tijdsdruk
kunnen uitvoeren van complexe taken neemt af. Dat
behoeft niet meteen zorgelijk te zijn. Feit is wel dat
bij het ouder worden vaker zogenaamde cognitieve
functiestoornissen optreden. Dit houdt in dat het
geheugen in mindere of meerdere mate achteruit
gaat. Ook gedragsveranderingen kunnen optreden.
Hoe vroeger je daarbij bent, des te groter is de
mogelijkheid die achteruitgang af te remmen. Dus
moet je je drempels zo laag mogelijk houden. Vanaf
2002 doen we dat in gesprekken waarin we ook veel
aandacht hebben voor andere aspecten. Die screening
neemt veel tijd. Behalve het neuropsychologisch
en het psychogeriatrisch onderzoek wordt veel
aandacht besteed aan de thuis- en zorgsituatie, het
medicijngebruik en sociale en maatschappelijke
achtergronden. Van meet af aan was dit een succes.'
Nog in de Vlaardingse jaren werd het besluit genomen
om een geriatrische afdeling op te zetten die een
grote regio zou kunnen bedienen. Vanzelfsprekend
had dit veel te maken met de vergrijzing in het
verzorgingsgebied en dan met name in Vlaardingen en
Schiedam. Beide steden kwamen immers in de jaren
Musis 6