orgen
it naga-jaar
Met de tentoonstelling Marius
Bauer inTurkije in de Grote of
St. Janskerk, sluit het Stedelijk
Museum Schiedam aan op het
nationale thema voor 2012 '400
jaar Diplomatieke betrekkingen
tussenTurkije en Nederland.
Marius Bauer verbleef in het
derde kwart van de negentiende
eeuw in Istanbul of Contantinopel
zoals de stad in West-Europa
werd genoemd. Dat was precies
in de tijd dat in Nederland grote
belangstellling ontstond voor
Cornells Haga (1576-1654), de
eerste Nederlandse gezant aan
de Verheven Porte, zoals het
Turkse hof werd genoemd. En dit
had weer alles te maken met de
publieke interesse voor alles dat
met het Oosten te maken had.
Vanaf de Sprookjes van 1001 nacht
tot architectuur en beeldende
kunst toe.
Wie in de gelegenheid was om in 2007 in het Singer
Museum de overzichtstentoonstelling Marius Bauer
1867-1932, te bezoeken, weet wat te verwachten van de
tentoonstelling in de Grote of St. Janskerk. Marius Bauer
reisde veel en legde zijn ervaringen van al die reizen
die hem naar onder andere Turkije, India, Nederlands-
Indië, Egypte, Spanje en Marokko brachten, vast in
tekeningen, etsen, aquarellen en olieverfschilderijen.
In dit omvangrijke oeuvre past ook de reis naar
Istanbul die Bauer op kosten maakte van de Haagse
kunsthandelaar E.J. van Wisselingh. Wisselingh ontving
hiervoor in ruil de daar gemaakte tekeningen die Bauer
vervolgens omwerkte tot de etsen waarmee hij in 1899
debuteerde in de portefeuille van de Nederlandsche
Etsclub. Van het oeuvre van Marius Bauer waarin
tekeningen, etsen en schilderijen van al deze reizen
zijn opgenomen, verscheen enkele jaren geleden in
samenwerking tussen de Bauer Documentatie Stichting
en Uitgeverij Waanders het buitengewoon fraai
verzorgde en rijk geïllustreerde 'Oogstrelend Oosters'.
In het persbericht bij de tentoonstelling 'Marius Bauer in
Turkije', memoreert het museum dat Bauer in 1888 voor
het eerst in Istanbul arriveerde. 'Daar werd hij gegrepen
door het leven, de cultuur en de bedrijvigheid die hij
aantreft', schrijft het museum. 'Hij ontdekte nauwe
straatjes, markten, bazaars en intieme doorkijkjes, met
overal mensen die bezig zijn met alledaagse dingen; ze
maakten muziek, dreven handel of waren onderweg
van of naar de moskee voor het gebed. Een enkele keer
pikte hij een glimp op van de sultan en diens gevolg. Uit
de brieven die Bauer vanuit Turkije schreef aan familie
en vrienden is op te maken dat hij dagelijks lange
wandelingen maakte met zijn schetsboek onder de
arm. Dit resulteerde in een omvangrijk aantal schetsen
en tekeningen die na zijn terugkomst in Nederland het
uitgangspunt vormden voor een groot aantal werken.
Volgens hetzelfde persbericht is de tentoonstelling
ingericht naar de wandelingen die Bauer in Turkije,
en met name Istanbul, maakte. Hierin worden
havengezichten, stadsgezichten, Bauers registraties
van het straatleven, de bazaars en markten en
muziek en dans als afzonderlijke afdelingen binnen
de tentoonstelling samengebracht. Deze benadering
dwingt de bezoeker met vriendelijke hand om - met
logisch voorbijgaan aan de chronologie - door de ogen
van de kunstenaar te kijken naar wat hem verwonderde
en hem in den vreemde raakte.
Turkomanie
De belangstelling voor het prachtige oeuvre van Marius
Bauer en voor Cornelis Haga als tot de verbeelding
sprekende eerste Nederlandse gezant in het verre,
exotische Istanbul - toen de hoofdstad van een
wereldrijk dat zich uitstrekte van Moscovië tot Perzië
en van honderd kilometer ten zuiden van Wenen tot
de westelijke grens van Algerije - heeft ook een echte
lokaalhistorische context.
In dezelfde periode dat Marius Bauer zijn reis naar
Istanbul maakte was er namelijk een groeiende
belangstelling voor de persoon en het leven van
Cornelis Haga. En deze werd met name ook vanuit
Schiedam gevoed. Al in 1848 opende K.J.T van
Harderwijk een venster op het oosten 'Levensschets
van mr. C.H. Haga' in het Jaarboekje voor het kanton
en de Stad Schiedam. Hoewel serieus van opzet en
toon, wordt deze Levensschets nog steeds als bron
beschouwd en staat deze zelfs integraal op internet.
Gevoel voor romantiek valt de levensschets niet te
ontzeggen waar Van Herderwijk schrijft over 'dien
grooten Haga' die verbinding maakt tussen 'de turckse
Sultan en die strijdbare Republiek aan de Noorzee'.
De belangstelling voor Haga en diens werk aan
het Ottomaanse hof zette ook de voormalig leraar
geschiedenis aan het Schiedamse gymnasium en
tevens gemeentearchivaris dr. Klaas Heeringa aan tot
zijn studie naar de Levantsche Handel. De omvang en
betekenis van dit werk valt zelfs nu nog nauwelijks te
overschatten. In de drie eerste boeken van de 'Bronnen
tot de Geschiedenis van de Levantsche Handel' die hij
tussen 1910 en 1917 heeft laten verschijnen en de drie
21 Musis