De belangstelling voor
het prachtige oeuvre van
Marius Bauer en voor
Cornelis Haga als tot de
verbeelding sprekende
eerste Nederlandse gezant
in het verre, exotische
Istanbul heeft ook een echte
lokaalhistorische context.
kunstenaars en onderzoekers.
Marius Bauer behoorde tot de kunstenaars die diep
doordrongen in de cultuur van het Midden-Oosten en
India en hij legde die kennismaking vast in een even
omvangrijk als schitterend oeuvre.
Op 6 juli 2012 - op de dag nadat de tentoonstelling
'Marius Bauer in Turkije' is gesloten, wordt in dezelfde
Grote of St. Janskerk de grote biografie van Cornelis
Haga gepresenteerd.
Hierin wordt vanzelfsprekend alle aandacht gegeven
aan de reis van Haga en de contacten zoals die in zijn
persoon tussen de Ottomaanse regering - de divan-
en de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën zijn
vastgelegd. 'Daarin is', zegt Hans van der Sloot die met
Ingrid van der Vlis mede-auteur is van de grote Haga-
biografie, 'een aantal elementen uitgegroeid tot een
romantisch verhaal waarin de soldaten van de sultan
hebben meegevochten aan de zijde van Maurits. 'Het
verhaal dat uit het bronnenonderzoek naar boven komt
is echter veel boeiender dan de veelvuldig herhaalde
highlights die een eigen leven zijn gaan leiden. De
biografie is bijna klaar. 'En opent tal van nieuwe
boeken waarmee J.G. Nanninga tussen 1952 en 1966 de
'Bronnen' voltooide wordt met een even grote rijkdom
aan details en indrukken de persoon van Cornelis Haga
beschreven tegen de achtergrond van een turbulent
Constantinopel.
Het verband tussen Marius Bauer en Cornelis Haga
wordt gevonden in de 'turkomanie' van de tweede
helft van de negentiende eeuw. In dit tijd worden in
het dagelijks leven in West-Europa op alle mogelijke
manieren symbolen en vormen gebruikt die rechtstreeks
aan de Turkse en Egyptische cultuur waren ontleend.
Dit liep van de allerhoogste wetenschappelijke
publicaties tot aan het sigarettenmerk Turmac toe. Met
alles daartussen op het gebied van de beeldende en
decoratieve kunsten, de literatuur, bouwkunst, mode en
het theater toe.
Vanaf het begin van de tweede helft van de negentiende
eeuw stonden de poorten naar de exotische wereld
van het Oosten wagenwijd open. Het grote gevaar van
de Barbarijse kapers die eeuwenlang de Middellandse
Zee teisterden en honderdduizenden christenslaven
maakten, was na 1830 - na de verovering van Algiers
door de Fransen - nagenoeg voorbij. Een enkele maal
werd nog een aanval gemeld van Marokkaanse kapers
uit het Rif-gebergte. Hun aanvallen waren teruggebracht
tot incidenten. Lastig weliswaar, maar niet zo
veelvuldig dat ze de lijnvaarten op de Middellandse Zee
ontregelden.
Ook werd de afstand tussen West-Europa en het
Midden-Oosten ras kleiner. In enkele tientallen jaren
werd een net van spoorwegen over Europa gelegd.
Hierdoor werd de reistijd van Parijs naar Constantinopel
teruggebracht van ruim één tot drie maanden tot
hoogstens vier etmalen. Van grote betekenis was ook
de opening van het Suezkanaal in 1867 en de snelle
opkomst van de geregelde verbindingen die met
stoomschepen onderhouden werden. In de tweede
helft van de negentiende eeuw opende zich - kortom
- een exotische wereld, waard om verkend te worden
en een schier onuitputtelijke bron van inspiratie voor
23 Musis