van de Europese samenwerking. Zodra Nederland aan
de beurt was, tekende Theo onverbiddelijk het beeld
van een land dat ongastvrij is voor vluchtelingen en
er almaar niet in slaagt nieuwkomers in de bestaande
samenleving te integreren. Boven al die onderwerpen
torende zijn afkeer van en minachting voor alles wat
met politiek te maken heeft en misschien nog wel
het meest voor de mensen die de politiek maken, de
politici. Op iedere prent kon de lezer van zijn krant
dat gevoel van de tekenaar herkennen. Dat geldt
ook voor de tekeningen in Galerie 't Walvis. Daar
hangen 25 tekeningen uit de afgelopen tien jaar, bijna
allemaal over de typische Theo Gootjesonderwerpen en
getuigend van oprechte woede en diepe wanhoop. Ze
zijn helaas niet voorzien van informatie, zelfs de datum
is alleen herkenbaar voor de echte Gootjeskenner. Een
lichte ordening op thema zou de onbevangen bezoeker
wel helpen zijn of haar weg door de thema's te vinden.
Sinds het Algemeen Dagblad het Rotterdams Dagblad
heeft opgegeten, en Theo te horen heeft gekregen
Een wandeling langs de 25
tekeningen van Theo Gootjes
in Galerie 't Walvis stemt de
tot nadenken geconditioneerde
kijker niet vrolijk, omdat al die
onderwerpen sinds ongeveer 2000
nog steeds even actueel zijn. Behalve
wellicht die over het vertrek van
Rita Verdonk uit de politiek, zijn
alle tekeningen somber van toon
en sober van stijl. Helemaal Theo
Gootjes die de kijker deelgenoot
maakt van zijn boosheid en hem of
haar lijkt te willen zeggen: verwacht
maar niet dat het ooit beter wordt.
dat in de nieuwe stal geen plaats is voor een kritische
tekenaar met moeilijk te breidelen boosheid, is hij
blijven tekenen, maar nu als 'politiek tekenaar buiten
dienst', want dat is hij en dat is ook te zien aan de
tekeningen in Galerie 't Walvis. Theo's vertrek uit de
actieve spotprentenmakerij betekende een gemis voor
kritisch Nederland, want hij verbeeldde als weinig
tekenaars het diepe wantrouwen in de macht die de
democratie boven ons heeft gesteld en voorzag zijn
medeburgers van de broodnodige waarschuwingen.
Zo bleven we alert en kon, hoopte Theo althans maar
helaas tevergeefs, machtsmisbruik zoveel mogelijk
worden voorkomen. Theo vreesde dat met zijn
vertrek de getekende politieke satire de weg naar het
einde insloeg en de onafhankelijke tekenaar, die zijn
persoonlijke kritische visie op de actualiteit verbeeldt
in een tekening, zoals de schrijvende commentator
dat doet in zijn column, bezig was uit de krant te
verdwijnen. Die vrees lijkt ongegrond te zijn geweest.
Het zijn niet alleen generatiegenoten als Len Munnik,
Jos Collignon, Siegfried Woldhek en Tom Janssen die
(R4K vtüfk t* iMKfZEM
Musis 28