Een algemene vraag die opkomt is
hoe je dat nou slim doet, cultuur
stimuleren. Het sleutelwoord dat ik in
Schiedam telkens tegenkom is <regie>.
Dat klinkt heel flink en zelfbewust,
maar gezien wat er tot nog toe
gedaan is, betekent het misschien
minder dan het lijkt. Maar dan nog
is het de vraag of je als overheid wel
moet willen regisseren. Natuurlijk
moet je als subsidiegever redelijk
gedrag kunnen afdwingen. Maar je
zou in een wat minder optimistische
maatschappijvisie ook kunnen
constateren dat de inhoud van kunst
en cultuur zich maar lastig laat sturen.
Maasmetropool
Maar er is nog een kant. Schiedam is zakelijk gezien
een satellietstad van Rotterdam. De culturele praktijken
die je wilt bevorderen of ondersteunen kun je daar
niet los van zien. Als je in Schiedam zegt <ik ga de stad
in> dan bedoel je de Coolsingel, niet de Hoogstraat.
De rechter Maasoever is een stedelijk continuüm
waar voor een miljoen mensen complementaire
voorzieningen moeten zijn: sociaal, economisch,
recreatief, infrastructureel en... cultureel. Wonen,
werken en uitgaan, samen een wereldregio. Als Den
Haag, Delft en Rotterdam al op werkelijk alle mogelijke
gebieden samen willen en kunnen werken, waarom
zouden Vlaardingen en Schiedam dan van een andere
planeet zijn? Bureau LAGroup deed vorig jaar voor
Den Haag en Rotterdam onderzoek naar culturele
samenwerking in de Metropoolregio. Ik vond daar in
het Schiedamse denken weinig van terug, behalve dat
men met zo>n metropoolregio niet veel op heeft. In de
week voor Koninginnedag maakte de burgemeester nog
wereldkundig dat ze er weinig toegevoegde waarde in
ziet.
Je hoeft geen geleerde te zijn om te zien hoe een
gemeente, naast met culturele praktijken meebewegen
en die stimuleren, ook opportuun kan uitbuiten van wat
zich om haar heen voordoet. Wat mij betreft is dat het
soort achtergrond waartegen het Siljeese trio "cohesie,
economie en identiteit" reliëf krijgt. Je kunt dan kijken
naar wat Schiedam aan eigen waarde kan leveren,
in contrast met en aanvullend op wat er elders in de
zuidelijke Randstad te vinden is. Wellicht zelfs op een
eigen niveau - wijk, buurt, straat. Het is de context van
de stad, als halfweg tussen Westland en Rotterdam, die
Schiedam zijn betekenis geeft. In historische zin maar
ook in termen van vandaag de dag, waarin bijvoorbeeld
immigrantencultuur reliëf krijgt.
Een dergelijke manier van kijken is misschien
ongebruikelijk. De wereld houdt niet op bij de
stadspoort. Je wordt mede bepaald door je omgeving, je
bent wat je bent juist door je verhouding met anderen.
De hoekse en kabeljauwse twisten binnen je eigen
muren zijn hartstikke interessant, maar alleen voor
zover die muren er zijn. Vallen ze weg, dan heb je met
een andere wereld te maken. Dat dient zich nu aan. Je
kunt daar voor het moment weinig meerwaarde in zien
- je kunt ook denken: waar staan we over vijftig jaar?
Er dient zich dan een mooie parallel aan. Zo is het in
de monumentenzorg, om eens wat te noemen, niet een
monumentaal gebouw dat de omgeving haar betekenis
geeft, het is vaak omgekeerd. Het is vooral de context
die een object waarde verleent. De afwisseling langs
de grachtengordel, niet de eenheid, maakt het geheel
aantrekkelijk. Dat geldt zelfs voor voorwerpen. Een
museum met alleen Rembrandts is toch wat saai. Juist
in het onderscheid met tijdgenoten wordt de eigenheid
en kwaliteit gezien. Zo zou het ook met Schiedam en
zijn cultuur kunnen. De wereld klopt aan de poort. Of
Schiedam het nou leuk vindt of niet, het is deel van een
megametropool. De lokale kleur komt tot stralen in
contrast met een groter geheel. Sommige dingen hoef
je niet meer te doen, op 10 minuten rijden met de tram
vind je het misschien stukken beter. Dat geeft je de
ruimte je te concentreren op andere dingen. De vraag is
nu: Wie schrijft dat verhaal? Wie bedenkt een strategie
om typisch Schiedamse dingen in zo>n grotere context
verder te helpen?
--S iU, ,\,V Tij t
Depot Jenevermuseum
Riemer Knoop is eigenaar van Gordion Cultureel
advies. In 2008 bracht Knoop, samen met zijn
college Rob van Zoest, een rapportage uit over
de manier waarop de historische collectie van
het Stedelijk Museum een permanente rol in de
culturele stadspresentatie zou kunnen krijgen en
het daarvoor samenvoegen van Stedelijk Museum
en Jenevermuseum onder één koepel, al dan niet
samen met de Nieuwe Palmboom en het Nationaal
Coöperatiemuseum.
Van 1997-2000 was Knoop projectleider van de
Archeotheek van het Rijksmuseum van Oudheden,
Leiden in aansluiting van zijn functie als hoofd
Archeologisch Informatie Centrum en directeur
Stichting voor de Nederlandse Archeologie. In 2011
werd hij benoemd tot voorzitter van de bijzondere
adviescommissie Evaluatie van de Raad voor
Cultuur, lid van de adviesraad RCE Erfgoedbalans
van het Ministerie van OCW DG Cultuur Als
onderzoeker en consultant diende hij tal van
overheden en gemeenten van advies.