Inmiddels stemmen alle theaters in de regio hun programmering met elkaar af. Daarbij wordt ook gekeken naar de samenstelling van het publiek van de verschillende gemeenten. "Vlaardingen telt bijvoorbeeld weinig operaliefhebbers, dus heeft het weinig zin om onze grote zaal met 680 stoelen te laten bezetten door hooguit 250 mensen en een verlies te lijden van meer dan 10.000,-. Wij verwijzen dan door naar Rotterdam omdat daar een grotere afzetmarkt is voor dit genre. De Schuurkerk had een sterke klassieke programmering, dus gingen wij daar niet op concurreren. En het publiek in Schiedam en Vlaardingen wil veelal hetzelfde; daarom zorgen we dat in ieder geval onze programmering op elkaar is afgestemd." het tegengaan van huiselijk geweld of stimuleren van theater, wij het moeilijk krijgen." Overcapaciteit Wat lastig is in tijden van economische crisis, is dat er sprake is een grote podiumdichtheid in de regio. Er is veel keuze voor cultuurminnend publiek en landelijk is merkbaar dat mensen minder uitgeven aan cultuur. In dat licht zijn de prestaties van de Stadsgehoorzaal extra positief, want hoewel er landelijk in 2011 25% minder bezoekers naar de reguliere voorstellingen kwamen, scoorde het Vlaardingse theater met min 15% aanzienlijk beter. "En de kaartverkoop voor het komend seizoen lijkt beter dan in dezelfde periode vorig jaar", zegt Bruinsma hoopvol. Vraag blijft echter of er bij overcapaciteit niet gewoon een aantal theaters zouden moeten sluiten. Bruinsma hinkt op twee gedachten: "Het is maar vanuit welk standpunt je dat bekijkt. Vanuit gemeenteperspectief zijn de voorzieningen gecreëerd om bij te dragen aan de leefbaarheid en welzijn van de inwoners van de stad. Vanuit dat belang zijn de voorzieningen allemaal nodig en moet je niks sluiten. Qua afzetgebied zou je, als er nog geen theaters waren, best met minder toekunnen." Een andere mogelijkheid om de regionale kosten van theater te drukken, zou intensievere samenwerking zijn, een van de stokpaardjes van Frank Lissenburg, de Schiedamse theaterdirecteur die vorig jaar is vertrokken. Bruinsma heeft daar wel oren naar: "Het vertrek van Lissenburg was een heel natuurlijk moment om zoiets te realiseren: een bedrijfsvoering, maar met behoud van identiteit. Wij hebben na zijn vertrek aangeboden om gedurende een jaar te onderzoeken of samengaan in een organisatie met een directeur en een backoffice, aantrekkelijk zou zijn, maar het bestuur van Theater aan de Schie is daar toen niet op in gegaan." En een minder ambitieus huwelijk? Gezamenlijke marketing, programmering, personeelsbeleid? "Daar zie ik absoluut de bedrijfsmatige voordelen van in, en we deze stad. De gemeente heeft met de verbouwing en de verzelfstandiging een duidelijke keuze gemaakt, een keuze voor het theater. Het theater draagt bij aan de aantrekkelijkheid, veiligheid en welzijn van de stad, is onderdeel van het Actieplan Wonen, zorgt voor een vitale economie. Tegelijkertijd besef ik natuurlijk wel dat als het straks neerkomt op een keuze tussen Sandra Bruinsma, foto Gerard-Jan Vlekke 19 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2012 | | pagina 19