Geen fusie Ook de theaters in de buurgemeentes zijn te spreken over de samenwerking in de regio. Rob Roos, directeur van Schiedamse Theater aan de Schie: Theaters in de regio Rijnmond werken al geruime tijd intensief samen Gezamenlijk zijn we steeds weer op zoek om betaalbare, mooie en aansprekende voorstellingen naar de theaters te halen." Henk Kuipers, artistiek directeur van Theater Koningshof in Maassluis, onderschrijft dat: "Verbeteringen zie ik even niet. Logisch dat Schiedam en Vlaardingen hun programma goed op elkaar afstemmen. In iets mindere mate doen wij dat met Naaldwijk en Vlaardingen." Rob Roos ziet nog wel mogelijkheden tot verbetering. Wat hem betreft is dat een continu proces: "Cultureel ondernemen betekent blijvend op zoek gaan naar efficiëntie. Die zoektocht beperkt zich daarbij niet alleen tot regionale samenwerking, maar is een continu proces voor alle bedrijfsonderdelen en is ook nooit klaar is. Landelijke ontwikkelingen houden wij goed in de gaten." Een fusie van de theaters onder een directie wordt door geen van beiden onderschreven. Kuipers is daar duidelijk over: "Wij hebben in Maassluis net een fusie achter de rug tussen Theater Schuurkerk en Koningshof die geresulteerd heeft in Theater Koningshof. Ik geloof erg in samenwerking maar aan fuseren met partijen buiten Maassluis lijkt me geen goed idee." zoeken nu in de regio naar de mogelijkheden daarvan. Daar zit Schiedam ook bij." Jochem Meijer delen Overigens wordt er al wel samengewerkt door de theaters in de regio. Aangezien 80 procent van het aanbod overeenkomt, is het natuurlijk wel zo handig om onderling overeen te stemmen. Dat begon ooit met de theaters van Vlaardingen, Schiedam, Capelle, Spijkenisse en Barendrecht, en inmiddels zijn ook het Nieuwe en Oude Luxor, Theater Walhalla, Zuidplein en enkele andere Rotterdamse theaters aangehaakt. Vlaardingen en Schiedam overleggen bovendien extra intensief. "Grote namen als jochem Meijer en Bert Visscher spelen met hun nieuwe shows in alle Nederlandse theaters. Daar doen ze twee tot tweeënhalf jaar over", verklaart Bruinsma: "Het zou toch van de gekke zijn als zo'n artiest dan de ene week bij ons en de andere week in Schiedam speelt, dan kan hij beter het ene jaar hier en het andere jaar daar spelen." Inmiddels stemmen alle theaters in de regio hun programmering met elkaar af. Daarbij wordt ook gekeken naar de samenstelling van het publiek van de verschillende gemeenten. "Vlaardingen telt bijvoorbeeld weinig operaliefhebbers, dus heeft het weinig zin om onze grote zaal met 680 stoelen te laten bezetten door hooguit 250 mensen en een verlies te lijden van meer dan 10.000,-. Wij verwijzen dan door naar Rotterdam omdat daar een grotere afzetmarkt is voor dit genre. De Schuurkerk had een sterke klassieke programmering, dus gingen wij daar niet op concurreren. En het publiek in Schiedam en Vlaardingen wil veelal hetzelfde; daarom zorgen we dat in ieder geval onze programmering op elkaar is afgestemd." Geen cultuurtempel Maar zorgt deze regionale samenwerking er niet voor dat al het moeilijke theater richting Rotterdam verhuist? Dat er in Vlaardingen en Schiedam geen ruimte is voor vernieuwing. Hier raak ik kennelijk een gevoelig snaar. "Moeilijk? Ik heb zo'n hekel aan het woord moeilijk." Bruinsma trekt er een vies gezicht bij: "Het gaat er meer om dat niet voor alles genoeg liefhebbers in deze stad zijn. Rotterdam is groter en heeft een aanzuigende werking op de regio. Daarom kunnen sommige voorstellingen beter daar staan. Maar daar staat tegen over dat we een kleine zaal hebben, waar juist de aankomende talenten en nieuwe makers kunnen staan, om vanuit daar door te groeien. Dat is juist de plek voor vernieuwend theater voor ons. Wij zijn immers geen cultuurtempel! Dat klinkt zo hoogdravend en elitair, Nee, wij profileren ons juist als het Huis van en voor de Vlaardingers. Wij willen laagdrempelig en toegankelijk zijn. Voor Vlaardingen is dat een prima insteek." Vervolgens legt Bruinsma uit hoe ze samen met de directeur van de Kroepoekfabriek zorgt voor theateraanbod voor alle Vlaardingse publieksgroepen, waarbij de Kroepoekfabriek de jongeren tussen pakweg 16 en 23 jaar bedient en de Stadsgehoorzaal alle leeftijden ervoor en erna. Die programmering doet Bruinsma, net als de meeste theaterdirecteuren zelf, maar daarbij heeft haar team wel inspraak. De collega's hebben vaak jarenlange ervaring met het Vlaardingse publiek en de artiesten die de Stadsgehoorzaal bezoeken. Hun reacties weegt Bruinsma mee en legt ze naast de profielen die van het Vlaardingse publiek zijn gemaakt zodat ze kan controleren of alle leeftijds- en publieksgroepen genoeg aan bod komen. "Dat resulteert in een wensenlijstje dat ik vervolgens met de collega's in Schiedam overleg." Als ik na afloop van het interview de Stadsgehoorzaal verlaat, kijken Paul de Leeuw en Frans Bauer me na. De portretten van beide heren sieren posters die het aanbod van september promoten. Inderdaad artiesten die een groot publiek aanspreken; passend bij een Stadsgehoorzaal als Huis van en voor alle Vlaardingers. Dat zegt echter niets over de status van de andere, minder bekende theateracts, drukte Bruinsma me nog op het hart: "Hun posters zijn domweg als eerste klaar omdat ze al in september optreden. Dus die hangen we ook als eerste op." 21 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2012 | | pagina 21