veranderen in blinkende plezierjachten. „Hij heeft hart voor het water," zegt Alie. „Als jongen kaapte hij regelmatig het bootje van z'n vader om met z'n vrienden een stukje te gaan varen." Dat liep een keer fout af. „Hij draaide tijdens zo'n tochtje de motor in de prak. Ze meerden het kapotte bootje stiekem af en Goof dook drie dagen onder bij een vriend, bang voor de woede van z'n pa." Ze vertelt het schaterend. „Zo was het toch, Goof?" Haar echtgenoot grijnst. Toen de kinderen klein waren en ze nog niet over zo'n leuk motorjachtje beschikten als nu, maar zich moesten behelpen met een opgeleukt sloepje, hadden Goof en Alie volop lol op het water. In de weekends voeren ze dikwijls naar de Rottemeren. „Dat was altijd beregezellig," herinnert Alie zich. „Maar de laatste jaren ga je daar echt niet meer voor je plezier heen." Waarom niet? „Het is nu een homoplaats. Waar vroeger scheepjes lagen, is nu een ontmoetingsplek voor homo's." En de drukte op het water is ook zodanig toegenomen, dat het veel minder gezellig is. Er ontstaan gemakkelijk irritaties. „Wat wil je," zegt Goof, „alleen al in Schiedam heb je zeven watersportverenigingen. Dat zijn zes tot zevenhonderd boten. Die willen met mooi weer allemaal naar buiten. Een stukkie natuur opzoeken om rustig te liggen kun je dan wel vergeten. Dan komt er al gauw een ander die roept dat je op zijn plekkie ligt en heb je bonje. „Er is veel haat en nijd tegenwoordig," vult Alie volmondig aan. „Watersporters waren altijd aardige, behulpzame mensen. Tegenwoordig zijn ze allemaal op zichzelf." Komt door het geld, denkt Goof. „Vroeger deed je alles zelf. Wij hebben ons aan dit schip de pestpokken gewerkt. Maar wie zie je tegenwoordig nog zelf een boot opknappen? Voor het kleinste karweitje wordt een vakman gebeld." „Dure lui," zegt Alie afkeurend. „Je begint al te betalen als je de deurknop van de winkel in je hand hebt." Alles wordt duurder, klaagt het echtpaar tweestemmig. Zo duur, dat het niet leuk meer is. „Zopas is de prijs van een nachtje liggen in Delft weer verhoogd. Dat kost nu zestien eurol Dat is voor gewone mensen toch niet op te brengen?" foetert Alie. Evengoed heeft het water zijn aantrekkingskracht behouden. Goof: „Die rust!" Alie: „Heerlijk!" Bij het woord caravan beginnen ze te steigeren. „En dan zeker op de camping kijken wat een ander op z'n bord heeft!" zegt Goof smalend. „Nee, bedankt." „Een caravan, daar moet je een ander karakter voor hebben," vindt Alie. „Aan een caravan kun je ook niet lekker sleutelen," zegt Goof. „Het fijne aan een boot," brengt Alie te berde, „is dat je helemaal je eigen gang kunt gaan. Lig je ergens niet naar je zin, dan start je gewoon de motor en je zoekt een ander plekje." Hun jacht is een Alu-kruiser van 12 meter lang en 3.80 meter breed. Het oorspronkelijke bouwjaar is 1978, maar Goof gaf het complete schip een nieuw leven door het tot op de romp te strippen en het opnieuw op te bouwen naar hun eigen smaak. Als ze op vakantie gaan, gaan ze met de boot. „Dan heb je meteen alles bij je," zegt Alie praktisch. Hun schuit is van alle gemakken voorzien. Marifoon, tv, koelkast, kookstel, een watertank voor duizend liter en een geiser om het op te warmen, dieptemeter, douche, cd-speler, gipsnavigatie. En natuurlijk ruime slaapplaatsen, een gezellig zitje in het vooronder en tuinstoelen aan dek. Een vliegreis voor de afwisseling? „Zul je mij niet zien maken," huivert Alie. „Mij te hoog. We hebben één keer busreis gemaakt naar Spanje, hadden we cadeau gekregen. Goedbedoeld, maar Ik ben er vijf dagen ziek van geweest. Dat doen we nooit meer." Goof knikt instemmend. Hij draait de contactsleutel om. Een zwaar geronk stijgt op uit de buik van het schip, het lijkt verrassend veel op het gedaver van een vrachtwagenmotor. „Is het ook", grijnst Goof. „Heb ik er zelf ingelegd." Automotoren zijn op een boot geen uitzondering. Hij wijst naar buiten. „Dat schip daar, daar ligt een DAF-motor in." Ook zijn werk. „Ik heb wel een beetje verstand van motoren," zegt hij trots. „Daar heeft-ie meer verstand van, dan van vrouwen!" roept Alie. Bederft dat motorlawaai het vaargenot niet? „Welnee," antwoordt Alie opgeruimd, „als je aan dek stuurt, hoor je er niks van." Nu pas valt het oog op een op de kajuit geplakt A4- tje, dat meldt dat de boot te koop is. Hoe nu? Trekt het koningspaar van de Schiedamse watersport zich terug op de vaste wal? „Ik word volgend jaar tachtig," zegt Goof. Het onderhoudswerk wordt hem langzamerhand te zwaar. „We varen voortaan wel met onze zoon mee." Hij wil volgend jaar ook het voorzitterschap van De Vrije Liggers overdragen. Maar voorlopig is de boot nog niet verkocht. Dat kan, gezien de economische crisis, nog wel jaren duren. Vindt Alie niet erg. En Goof, diep in zijn hart, ook niet. „Die boot is mijn lust en mijn leven," mompelt hij. „Wij zijn altijd saampies," zegt Alie. „En dan het liefst op de boot." 33 Musis

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2012 | | pagina 33