piratentenue tooiden met een wassend maantje,
was dat dan ook niet om hun liefde voor de islam tot
uitdrukking te brengen maar om te laten zien dat zij
noodgedwongen desperado's waren geworden, tot alles
in staat, zelfs een pact met de antichristelijke Turken.
Het leven was echter sterker dan de leer. Ondanks de
religieus/ideologische tegenstellingen bestond er toch
veel samenwerking. Omdat de sultan en de Habsburgse
vorsten Karei V en Filips II concurreerden om de
heerschappij over de Middellandse Zee, viste de koning
van Frankrijk graag in troebel water door met Istanboel
samen te spannen. Het Britse koningshuis deed
hetzelfde. Ook Venetië onderhield nauwe betrekkingen
met het hof van de sultan, die in het teken stonden van
goede handelsbetrekking. Deze christelijke machten
hadden veel eerder dan De Republiek hun eigen
vertegenwoordigers aan de Bosporus. Toen Cornelis
Haga arriveerde, moest hij door het voeren van een
grote staat eerst laten zien dat hij er als nieuwkomer
net zo goed toe deed. Alleen zo zou hij op den duur
door het hof van de sultan serieus worden genomen.
Ook in de tijd van Haga heette het Ottomaanse Rijk
in het algemeen spraakgebruik Turkije. In de straten
van Istanboel echter was "Turk" een scheldwoord
voor achterlijke boertjes van buut'n die een ruwe en
ongepolijste taal spraken. Pas in de tijd van Kemal
Atatürk is dit dédain verdwenen.
Het machtsgebied van de sultan omvatte in Haga's tijd
de Balkan, het huidige Turkije, het Midden-Oosten,
Egypte en officieel ook de rest van Noord-Afrika. In
Irak bevond zich een tweede ideologische grens: daar
begon het vijandige Perzië, dat niet de soennitische
maar de sjiitische variant van de islam aanhing. Dat
was aanleiding voor veel gewapende conflicten. De
regering van de sultan moest dan ook steeds vrezen
voor een tweefrontenoorlog en dat heeft de expansie
in Europa beperkt. Het Ottomaanse Rijk droeg een
zeer multi-etnisch karakter en datzelfde gold voor
Istanboel. Sultan Mehmet de Veroveraar wilde dat
zijn hoofdstad ook qua bevolkingssamenstelling een
afspiegeling was van zijn rijk. Hij haalde migranten uit
de verste uithoeken van het rijk. Dat maakte Istanboel
tot een adembenemende metropool, de stad die
de verlangens van de wereld belichaamt, zoals de
inwoners trots zeiden. In de straten hoorde men alle
talen die in het rijk gesproken werden. De verschillende
bevolkingsgroepen leefden vreedzaam naast elkaar,
maar handhaafden wel hun culturele tradities en
hun eigen kledij, Zij bleven hun eigen talen spreken.
Istanboel kende dan ook vele namen, waaronder
Tsarigrad en Constantinopolis. De officiële, alleen in
documenten gebruikte benaming luidde Konstantiyya.
Het rijk was in de middeleeuwen gesticht door het
kleine Turkse volk der Ottomanen. Hun taal - die
tegenwoordig net als Latijn alleen nog maar door
geleerden wordt beheerst - werd alleen nog maar
gebruikt in het grote paleis, Topkapi of de Hoge Po(o)rte.
Wie wat met de overheid te verhapstukken had, moest
dat doen in het Ottomaans. In de praktijk was daarvoor
een dragoman nodig, een tolk, die niet alleen dit
Ottomaans sprak en schreef maar ook de verhoudingen
en het protocol aan het hof kende. Ook dit hof was
uitermate multi-etnisch. De grote stichters van het rijk
hadden hun niet-islamitische onderdanen een belasting
in jongens opgelegd die - na bekering tot de islam -
opgeleid werden voor een loopbaan bij het bestuur of
het leger. In de praktijk was het een uitverkiezing als
je op deze manier de kans kreeg een prachtige carrière
te maken. En de feiten leren dat zulke weggevoerde
jongens later de familie thuis lieten meeprofiteren van
hun succes. Zo was de grootvalkenier van de sultan
Halil Pasja van oorsprong een Armeniër. Deze Halil
Pasja was tevens grootadmiraal van de vloot en in die
functie kwam hij tot de overtuiging dat formele banden
met die verre, maar rijke republiek aan de Noordzee
Aletta Brasser door Van Miereveld, collectie Museum voor
Schone KunstenAntwerpen
Musis 38
Cornelis Haga door Van Mierevelt, Stichting familie de