van vandaag was de vriend van morgen. Daarom
probeerde Haga op het persoonlijke vlak met allen
goede betrekkingen te onderhouden. Dat niet alleen.
Hij hielp zijn collega's ook regelmatig uit de financiële
problemen, al berekende hij een forse rente. Zelfs de
vertegenwoordiger van de paus is zo eens een keer
door Haga boven water gehouden. Het had natuurlijk
ook zo zijn voordelen om medeambassadeurs financieel
aan een touwtje te hebben. Haga verdiende veel aan
zijn kredietverlening. Daarnaast bedreef hij ook nog een
lucratieve geldhandel. Dat was met name in de latere
jaren van zijn ambassadeurschap van belang, want toen
begonnen de salarisbetalingen uit Den Haag te haperen.
Toch keerde hij als een gefortuneerd man uit Istanboel
naar Den Haag terug.
Ook in het verre Istanboel verwaarloosde Haga zijn
relaties met bevriende regentenfamilies niet. Hij hield
nauw contact met de Amsterdammer Reinier Pauw,
die op een gegeven moment raadpensionaris van
Holland werd en daarmee Haga's hoogste ambtelijke
Tegen dat probleem zijn ook
de levensbeschrijvers van
Cornells Haga aangelopen. Hun
hoofdpersoon schreef in zijn leven
veel brieven en rapporten, maar
die gaan altijd over de zaken en
nooit over zijn gevoelens. Wij
weten dat Wein, Weib und Gesang
in Haga's leven een wezenlijke rol
speelden maar het is onmogelijk
om iets zinnigs te zeggen over zijn
dromen en zijn angsten
baas. Ook de band met de machtige Brassers uit
Delft haalde hij aan. Dat resulteerde zelfs in een
huwelijk. In 1622 trouwde de toen 43-jarige Cornells
Haga met de 42-jarige Aletta Brasser. Dat gebeurde
met de handschoen waarna zij de lange reis naar
Istanboel ondernam om zich bij haar echtgenoot te
voegen, die haar tot vreugde van alle westerlingen
in de haven liet ontvangen door zijn - zestienjarige -
lievelingsslavinnetjes van het moment. Dit heeft - voor
zover wij het kunnen nagaan - een stabiel huwelijk
niet in de weg gestaan. Na een samenzijn van 33 jaar
overleden Cornelis en Aletta kort na elkaar.
"Losbandige levenswijze"
Hans van der Sloot en Ingrid van der Vlis volgen
al deze gebeurtenissen van dag tot dag, zodat de
lezer precies kan volgen hoe het beroepsleven van
Cornelis Haga eruit zag. Daarbij maken zij niet alleen
gebruik van zijn uitvoerige correspondentie met het
thuisfront, maar ook van de verslagen en observaties
van zijn medeambassadeurs die ten pleziere van hun
superieuren de nodige aandacht besteedden aan faits
divers en schandaaltjes. Daarbij houden de auteurs
zich net als Sander de Groot in. Zij refereren regelmatig
aan de losbandige levenswijze van hun hoofdpersoon,
maar treden daarbij niet in detail, zodat de meer
sensatiebeluste lezer een zeker gevoel van teleurstelling
niet kan onderdrukken. Aan de andere kant zijn veel
smakelijke verhalen over Cornelis Haga gebaseerd op
geruchten en praatjes. Van der Sloot en Van der Vlis
zijn het aan hun vak verplicht geen lering te trekken
uit de stelling van wijlen Maarten van Amerongen,
die vond dat sommige verhalen te mooi waren om
kapot te checken. Wie weet was die Cornelis Haga een
stuk netter dan wij in onze zedeloze tijd graag willen
geloven.
Sander De Groot zwijgt over Haga na diens terugkeer
in Den Haag. Hij sluit zijn proefschrift af met een korte
samenvatting van de verdere ontwikkelingen van de
Turks-Nederlandse betrekkingen. Die kabbelden voort
en waren over het algemeen uitstekend. Er vormde
zich zelfs een minieme Nederlands-Levantijnse
gemeenschap waarin Hollandse koopliedenfamilies
en hun dragomans langzaamaan vermaagschapt
raakten. Het bekende dragomangeslacht der Testa's is
zelfs naar Nederland overgekomen en heeft daar van
koning Willem I een adelstitel gekregen. Zo droeg ook
Nederland bij aan de vorming van een levendige en
kleurrijke Levantijnse cultuur, waarvan door etnische
zuiveringen en fundamentalisme vandaag niet veel
meer over is dan een verre echo.
Hans van der Sloot en Ingrid van der Vlis zijn na
hun relaas over de terugkeer van Haga nog lang niet
uitgepraat. Eindelijk thuis in Holland - hij had tijdens
zijn hele ambtsperiode om terugroeping gevraagd maar
daar kon in de ogen van de divan, de sultan, Kösem en
de Staten Generaal niets van inkomen - eindelijk thuis
dus begon hij een tweede carrière als opperrechter.
Hij werd voorzitter van de Hoge Raad van Holland,
Zeeland en West-Friesland. In die functie speelde hij een
belangrijke rol in de hoge politiek van die dagen.
Alles bij elkaar vormen de beide hier besproken boeken
een rijke combinatie. De lezers krijgen een goede
indruk van wat het betekende om in zo'n machtig, maar
ook zo'n ver en vreemd land de vertegenwoordiger
te zijn van de Staten Generaal. Zij ontdekken veel
over de gang van zaken aan de bestuurstafel van
vierhonderd jaar terug. Op sommige pagina's voelt
het zelfs alsof je op de veerboot staat halverwege de
Bosporus. Dan is het grotestadsgeluid verstomd. Dan
zie je stil en zwijgend het silhouet liggen van de stad
die de verlangens van de wereld belichaamd in al zijn
Ottomaanse glorie. Zo heeft Haga het ook gezien -
behalve dan de koepel van de blauwe moskee, want die
schepping van sultan Ahmed - wie weet geïnspireerd
door zijn maanmeisje - was nog in aanbouw.
41 Musis
Hans van der Sloot, Ingrid van der Vlis Cornelis Haga (1578-
1654), Diplomaat Pionier in Istanbul, Boom Amsterdam,
2012, ISBN 978 94 6105 706 8, www.uitgeverijboom.nlA.H.
de Groot The Ottoman Empire and the Dutch Republic. A
History of the earliest Diplomatic Relations 1610-1630, NINO
Leiden 2012, herziene uitgave, ISBN 978 90 6258 333 1,
www.nino-leiden. nl
Lees ook de magistrale roman "Ik heet Karmozijn" van de
Turkse Nobelprijswinnaar Orhan Pamuk. Er is geen betere en
een zeker geen aangenamer manier om gevoel te krijgen voor
het Istanboel van rond 1600.
Cornelis Haga (1578-1654), Diplomaat Pionier in Istanbul
kon worden gerealiseerd dankzij de steun van de gemeente
Schiedam, Fonds Schiedam Vlaardingen e.o., De Groot Fonds,
en Fonds Historische Publicaties.