geldt tot op de dag van vandaag als het kenniscentrum
op visserijgebied. De Vlaardingse stadsgeschiedenis
kwam daarbij ook aan de orde, maar wel vanuit dat
ene perspectief. Rasverzamelaar Jan Anderson dook in
het gat en profileerde het door hem in 1976 geopende
Streekmuseum als het museum voor de Vlaardingse
geschiedenis. Hij slaagde er in een brede volkskundige
collectie aan te leggen, waarin zich belangrijke
Vlaardingse stukken bevinden. De verbreding van het
aandachtsgebied van het Visserijmuseum vanaf 2000
tot ook de stadsgeschiedenis, onder de naam Museum
Vlaardingen, leidde tot vergaande fusiegesprekken,
maar die strandden keer op keer. Het resultaat lijkt te
zijn dat er zich binnenkort niet één maar twee musea
zijn waar de geschiedenis van de stad te zien is.
Uiteraard elk met een eigen karakter en doelstelling,
maar nauwelijks op elkaar afgestemd. De jarenlang
voorbereide uitbreiding van het Museum Vlaardingen is
vanaf 2013 voorzien.
In 1933 volgde Maasluis. Op de zolder van het Stadhuis
werden objecten die een relatie tot de geschiedenis van
de gemeente hadden, tentoongesteld. De collectie was
eigendom van de gemeente die ook zorg droeg voor
huisvesting, sinds jaar en dag alweer aan de Zuiddijk,
en het beheer van de verzameling. Naast historische
voorwerpen werd in de naoorlogse jaren ook aandacht
besteed aan 'moderne kunst', wat leidde tot een
aantal schenkingen door particulieren en kunstenaars.
De nadruk kwam hierbij de liggen op de figuratieve
kunst van de 'Generatie van 1900', met namen als Jan
van Heel, Jeanne Bieruma Oosting, Otto B. de Kat en
Sierk Schroder. Een fraaie thematische collectie die
echter minder aandacht krijgt en aanzin geniet dan de
Cobracollectie van het Stedelijk Museum Schiedam.
Het museum, met twee parttime conservatoren, zal het
exploitatief vanaf 2013 over een andere boeg moeten
gooien. Het medio 2011 gelanceerde gemeentelijk
voornemen om de subsidie 10096 te korten resulteerde
onder politieke en maatschappelijke druk in een
onderzoek naar nieuwe exploitatiemogelijkheden.
De onlangs gepresenteerde conclusies waren, kort
samengevat, weinig verrassend: de historische en
kunstcollectie vormen de kern van het museum en het
museum moet worden verzelfstandigd, met een korting
van 5096 van de subsidie. Het licht kan blijven branden,
de conservatorfunctie blijft intact, maar daar is de kous
dan mee af.
Naast de inhoudelijke verschillen houdt ieder van de
drie musea er een andere beheersituatie op na. Het
Stedelijk Museum Schiedam is een geprivatiseerd
gemeentelijk museum, met een collectie die stedelijk
eigendom is en een door de gemeente gewaarborgde
exploitatie. Het Museum Vlaardingen is sinds de
oprichting een stichting. Van de gemeente ontvangt het
Bezuinigingen dwingen de musea hun
exploitaties aan te passen en opmerkelijk
genoeg levert dat tot nog toe weinig
gekrakeel op. ledereen moet bezuinigen
en de publieke opinie vindt al snel dat
het wel een onsje minder kan, als al
begrepen wordt waar 'al dat geld naar
toe gaat'. Bezuinigen is van geen enkele
museumdirecteur of-bestuurder een
liefhebberij, maar heeft op zijn tijd ook iets
verfrissends. De exploitatie die vaak jaren
achterheen op eenzelfde manier voortgezet
wordt, kan weer eens worden opgeschud.
Wat blijkt, is dat een bezuiniging een goed
moment is om ingeroeste gewoonten af
te schaffen en daarmee inhoudelijk ook
ruimte te creëren voor nieuwe initiatieven
of ruimte te geven aan het ordentelijk
uitvoeren van de basistaken.
een subsidie voor de exploitatie en houdt het bruiklenen
die afkomstig zijn uit de voormalige Oudheidkamer. De
met het gemeentelijk geld aangeschafte en anderszins
verworven aanwinsten zijn, opmerkelijk, echter
eigendom van de stichting die er daarmee vrij over
kan beschikken (lees: vervreemden). Van oudsher
vormden gemeenteraadsleden een meerderheid in
het bestuur en konden dit aldus voorkomen, maar om
'belangverstrengeling te voorkomen' werd die band
verbroken. Het Gemeentemuseum Maasluis is nog een
gemeentelijk instituut, maar met de verzelfstandiging
zal daar op korte termijn een einde aan komen. Met de
beknotte middelen zal dit museum verder grotendeels
door vrijwilligers gerund moeten gaan worden.
Waarheen?
Bezuinigingen dwingen de musea hun exploitaties aan
te passen en opmerkelijk genoeg levert dat tot nog
toe weinig gekrakeel op. ledereen moet bezuinigen
en de publieke opinie vindt al snel dat het wel een
onsje minder kan, als al begrepen wordt waar 'al dat
Doosje van de Cacao en Chocoladefabriek De Baronie,
Schiedam 1925-1950
PL A VS
5 Musis