Schiedam schenkt met
Daalmeijer meer dan u denkt
Tekst: Henk Slechte
Sinds het aantreden van het gedoogkabinet Rutte
lijkt het bij kunst en cultuur alleen nog maar te gaan
over bezuinigen en verzakelijken. De staatssecretaris
besloot stevig te snijden en verbond aan subsidiëring
van musea als zakelijke voorwaarde dat ze 17,5
van de benodigde gelden uit eigen inkomsten kunnen
verwerven. Het was duidelijk waar het kabinet stond.
Gedoogpartner PVV vond kunst en cultuur iets voor
de elite en niets voor Henk en Ingrid, en de VVD-
staatssecretaris mocht dat zakelijk vertalen, als er maar
bezuinigd werd. Woordvoerders van alle kunstsectoren
vertelden in de media waarom ze vonden dat nu
juist hun sector onevenredig werd gepakt, en in de
nationale praathuizen zoals De Wereld Draait Door,
Pauw Witteman en de Tweede Kamer, in die volgorde
graag, kreeg de arme staatssecretaris al snel het etiket
cultuurbarbaar opgeplakt. Tot overmaat van ramp nam
ook zijn belangrijkste adviseur, de voorzitter van de
Raad voor Cultuur, de benen, omdat zij de plannen niet
'met haar geweten kon verenigen'. Daarmee bedoelde
ze dat het culturele wereldje haar als 'saboteur' zou
uitkotsen als ze met deze cultuursloper compromissen
sloot
De staatssecretaris is een man van de wereld en weet
waar hij iemand kan vinden, die zijn ruwe aanpak
zakelijk overtreft, en hem daardoor alsnog in de positie
van hulpsinterklaas brengt. Natuurlijk in Schiedam,
waar alles in de overtreffende trap gebeurt en waar
ze van saneren en doorpakken weten. Daar kent men
het bijpassende jargon en daar, zal de staatssecretaris
gedacht hebben, wordt de roep om 'cultureel
ondernemerschap' meteen begrepen. Halbe Zijlstra
kent niet alleen de wereld, hij kent ook Joop Daalmeijer
(1946), geboren en getogen Schiedammer, groot
geworden bij de publieke omroep (VARA!) en 'de man
van' een oud-royaltyverslaggeefster met een passie
voor klassieke muziek. Zo iemand is van populistische
smetten vrij, en hoeft ook geen carrière meer te maken.
Daalmeijer heeft inmiddels inderdaad zoveel kunststof
doen opwaaien dat de demissionaire staatssecretaris
naar de achtergrond is verdrongen.
Het advies van de Raad voor Cultuur is sinds de
presentatie op 21 mei nog geen dag uit media
weggeweest. Eindelijk kan de pers weer ronduit
positie kiezen, een zegen in tijden van rare Kunduz-
akkoorden, waarvan je als krant niet precies weet wat
je ervan moet vinden, zolang je niet weet wat je lezers
ervan vinden. Natuurlijk beschouwt Gerry van der List
in Elsevier Daalmeijer als een held van onze tijd, wat
hij tot uitdrukking brengt in de kop In Beweging, met
de niet mis te verstane ondertitel Zakelijk advies van
de Raad voor Cultuur toont heilzame effecten van het
kabinetsbeleid. En ook te verwachten was dat Mare
Chavannes in NRC Handelsblad tegengas zou geven.
Hij vindt dat getamboer op zakelijkheid maar niks, en
kopt Cultuur is geen uitgave, maar een investering in
de toekomst. Hij verduidelijkt dat met de ondertitel
Lastig voor een overheid die niet meer weet waar
kunst en cultuur goed voor zijn. Het is leuk om te zien
dat Daalmeijer stevig op de tenen van veel kunst- en
cultuurpausen is gaan staan, en dat er mooie ruzies
zijn opgebloeid, bijvoorbeeld tussen de directeur van
het Rijksmuseum en de voorzitter, niet vanwege de
inhoud, maar omdat de laatste de eerste in het advies
onheus zou hebben bejegend. En natuurlijk wijst de
onvermijdelijke Joop van den Ende op het grote belang
van cultuur (lees: musicals) voor ons aller intellectuele
welbevinden en verwijt hij de Raad voor Cultuur
kortzichtigheid. Tenslotte dragen ook de onvolprezen
schrijvers van ingezonden stukken hun steentje bij,
met als mijn persoonlijke kampioen Fred ter Maat, die
in de Volkskrant van maandag 4 juni de vloer aanveegt
met de boosheid van de Stichting Amstel 218 van de
familie Six, waarvan de subsidie van 413.000 voor het
onderhoud van de familiecollectie op advies van de
Raad voor Cultuur dreigt te worden stop gezet, omdat
die, nadat de belastingbetaler al miljoenen had gepompt
in achterstallig onderhoud en verzakkingen van het
pand, waarin de collectie is gehuisvest, het bezoek van
de collectie tot 5.000 mensen per jaar beperkt. Dat vindt
de Raad geen adequaat cultureel ondernemerschap.
Ter Maat heeft zelfs uitgerekend dat iedere bezoeker de
belastingbetaler meer dan 80 kost. Hij heeft een gratis
advies voor de verbolgen jonkheer Jan Six: breng de
collectie onder bij het Rijksmuseum.
Het lezen van adviezen als dat van de Raad voor
Cultuur is geen genoegen, zeker niet als het
profijtbeginsel je van iedere pagina tegemoet spettert,
en het afschuwelijke jargon dat daarbij hoort de
krenten toedekt, die ook in de pap zitten. Toch verdient
Daalmeijer krediet, omdat hij vingers op zere plekken
legt en de verwende kunst- en cultuur- jongens en
meisjes duidelijk maakt dat het geld dat zij vrolijk
besteden wel door anderen verdiend moet worden,
en dat het daarom geen kwaad kan als zij dat af en
toe aan de lijve ervaren. Toegegeven, hij heeft zijn
woorden niet gewogen op de goudschaaltjes waarop
de cultuursector recht meent hebben, hij glijdt soms
ook pijnlijk uit over de schillen van de bananen die hij
zelfheeft opgepeuzeld, en hij wekt terecht en wellicht
opzettelijk vrees voor het binnenrukken van managers
in kunst en cultuur, zoals dat ook in het onderwijs
en de gezondheidszorg is gebeurd, maar zijn advies
is ook een interessante aanvulling op de soms botte
plannen van de staatssecretaris. Als het resultaat van
een paar jaar kunst en cultuur plagen en afknijpen is
dat de instellingen weer tot het besef komen dat ze
het geld van de belastingbetaler uitgeven en daarvoor
wel iets terug mogen doen, zoals bijvoorbeeld beter
samenwerken en wat beter naar kosten en baten kijken,
is al veel gewonnen. Uiteraard valt bij het hakken soms
een spaander, of om het Schiedams te houden, wil bij
het drinken wel eens een glaasje breken. Na lezing van
het advies staat in ieder geval één ding vast: Schiedam
schenkt met Daalmeijer meer dan u denkt.
9 Musis