Musis 22
Het inzicht dat het de bezigheid en niet de vangst is die
het plezier bepaalt, kwam met de jaren. Als jongen was
het hem er wel degelijk om te doen zo veel mogelijk vis te
verschalken. Vissen, zegt hij, werd hem met de paplepel
ingegoten. De mooiste vismomenten beleefde hij met zijn
opa, van wie hij de passie overnam. Opa bouwde boten
in de Gorzen. Van bamboerestjes maakte hij voor zijn
kleinzoon hengels om op sardientjes te vissen. Urenlang
zaten ze samen zij aan zij aan de havenkant te wachten
op het moment dat de dobber met een ruk onder de
waterspiegel zou verdwijnen. Alles wat ze vingen, belandde
in oma's koekenpan. Later, toen opa naar Alphen aan den
Rijn was verhuisd, trokken ze samen naar de rietkraag langs
de Aar. ,,Alle voorntjes en bliekies die we vingen aten we
tot op de graad toe op."
Mannen onder elkaar. Met zijn vader kon hij zulke
genoegens maar zelden delen. Pa Harpe bouwde
petrochemische fabrieken in verre uithoeken van de wereld
en verkeerde het grootste deel van de tijd in het buitenland.
,,Maar hij verdiende goed geld. Ik had als eerste jongen
op school een werphengel. Die bracht m'n vader mee uit
Singapore."
Met die hengel heeft hij de vis van z'n leven gevangen.
Terwijl hij nauwelijks wist hoe hij met 't ding moest
omgaan en er ook geen werkelijke belangstelling voor had.
Hij viste liever met de vaste hengel. Het overkwam hem
tijdens een uitje met het hele gezin naar het Beatrixpark.
De werphengel ging mee. Leen deed plichtmatig aas aan
de haak, gooide in en verdiepte zich in een boek. Tot zijn
moeder riep dat z'n dobber uit zicht was verdwenen.
„Haalde ik zowaar een snoek van tachtig centimeter binnen!
Wat een belevenis! Vanaf dat moment was ik verslaafd aan
de werphengel."
Hij heeft nog steeds een ruime keus aan werphengels
thuis staan. Plus de bijbehorende molens. Harpe is vaste
klant bij de gerenommeerde Vlaardingse hengelsportzaak
Wout van Leeuwen. In de loop der jaren bouwde hij
een zeer uitgebreide visuitrusting op. En kom niet aan
met schampere opmerkingen over hengelaars die een
steekwagen nodig hebben om al hun spullen naar de
waterkant te vervoeren, terwijl ze met één simpel hengeltje
evenveel vis zouden vangen. Er is niks overdrevens aan