ADFLARIDINGUN EEN BLIK OP HET ELFDE-EEUWSE VLAARDINGEN Grondlegger van Hollands zelfstandigheid, Slag bij Vlaardingen 1018', zo luidt het opschrift op de sokkel van het standbeeld van graaf Dirk III, dat sinds 1956 Het Vlaardingse stadhuis siert. Een tekst die evenveel vragen oproept als intrigerend is. Was Holland dan ooit niet- zelfstandig, is dat nu soms wel het geval, wie was die Dirk die deze pretentieuze eretitel kennelijk waard is en wat voor veldslag vond er in Vlaardingen plaats Vee! vragen die misschien bij de passant opkomen als hij of zij de moeite neemt even stil te staan bij het levensgrote beeld van kunstenaar Albert Termote (1887-1978). Vragen ook die de schrijvers van het boek 'Ad Flardingun; Vlaardingen in de elfde eeuw' in hun werk bezig hebben gehouden. Niet voor niets prijkt een afbeelding van Dirks beeld prominent op het omslag. Net zo prominent als het beeld op de hoek van het (in de jaren 1950) nieuwe stadhuis staat. Als statement, impliciet de veronderstelde belangrijke rol van Vlaardingen in de Hollandse vrijheidsstrijd bezwerend. Archeologische vondsten hebben in de afgelopen twintig jaar het belang van Vlaardingen in de wordingsgeschiedenis van westelijk Nederland aangetoond maar de duiding van deze nieuwe gegevens roept nog veel vraagtekens op. Wat ligt er meer voor de hand dan een andere beschikbare bron, schriftelijke stukken uit de elfde eeuw, te gebruiken? Kees Nieuwenhuijsen en Tim de Ridder hebben de handschoen opgepakt en alle handgeschreven bronnen die maar iets met Vlaardingen te maken hebben in kaart gebracht en voor de belangstellende lezer bewerkt. Uiteraard met veel aandacht voor genoemde slag, maar met het bredere doel meer over de rol en betekenis van Vlaardingen in de 1 le eeuw te leren. tekst: Jeroen ter Brugge Musis 8 at Dirk III in 1956 de K symbolische hoeksteen van het K Vlaardingse gemeentehuis (en K gemeenschap) werd, was geenszins U J vanzelfsprekend. Sterker, nog K tot ver na de jaren 1950 werd Dirks overwinning op de Duitse keizerlijke troepen (1018) in de geschiedenisboekjes in of bij Dordrecht gesitueerd en niet 'bij Vlaardingen'. Generaties historici konden zich niet voorstellen dat die slag bij het te weinig tot de verbeelding sprekende Vlaardingen had plaatsgevonden. De eerste duidelijke manifestatie van wie de opvolgers zich later graaf van Holland zouden gaan noemen, werd door hen toegedicht aan het veel aansprekender Dordrecht. Deze stad was immers de stapelplaats in de (late) Middeleeuwen en ging in de Staten van Holland op formele momenten altijd vooraan als 'oudste stad van Holland'. Bovendien werd in de weinige overgeleverde bronnen over de slag vermeld dat Dirk zich gevestigd had in het Merwedewoud ('silva Meriwido') en dat associeerde men toch vooral met de Merwede die nog steeds langs Dordrecht stroomt. De rol van Vlaardingen werd dientengevolge eeuwenlang verwaarloosd, zeg maar gerust genegeerd. Totdat in de naoorlogse jaren Vlaardingen de grote sprong voorwaarts maakte en daar zich ook op liet voorstaan. De annexatie van Dirk en de slag van 1018 ging aan de Dordtenaren niet ongemerkt voorbij. Het kwam zelfs tot de uitnodiging aan de Vlaardingers om hun argumenten in het hol van de leeuw kracht bij te zetten, waaraan gedegen en (voor die tijd) goed gedocumenteerd gevolg werd gegeven. Sindsdien zijn geen serieuze protesten vanaf Dordtse of andere zijde meer gehoord. Maar wat de betekenis en impact van de slag nu precies waren, bleef lang onbesproken. In hun publicaties over de Hollandse graven nuanceerden Cordfunke, De Graaf en anderen vanaf de jaren 1980 deze al, maar een grondige analyse van alle beschikbare bronnen ontbrak tot nog toe. Bovendien heeft Vlaardingen, met zijn eigen archeologische dienst, een andere troef in handen: het bodemarchief. In de jaren 1960 poneerde de Rotterdamse gemeentearcheoloog Hoek, die bij gebrek aan een collega in Vlaardingen ook deze gemeente bij tijd en wijle bediende, de stelling dat de slag ten westen van de huidige stad had plaatsgevonden. Op een kaart toonde hij de marsroute van het keizerlijke leger en de plaats in de Aalkeetpolders waar dit de troepen van de opstandige graaf Dirk III ontmoette. Het was een gedurfde hypothese, die meer op intuïtie dan op bronnen gebaseerd leek maar die wel de discussie over de plaats van handeling op gang bracht. Ook situeerde hij de in Alpertus van Metz' 'De Diversitate Temporum' vermelde burcht van Dirk III op de locatie 'Hogewerf', onderaan het Liesveldveldviaduct. Sinds 1993 heeft Vlaardingen een eigen archeologische voorziening en is het aantal harde archeologische data enorm gegroeid. Juist de archeologie biedt de gelegenheid de werkelijkheid (wat echt gevonden

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2012 | | pagina 8