VOOR DE OPSPUITING
Collectie Th. van Giezen
35 Musis
Iedere Musis worden twee museale objecten uit niet-Schiedamse en niet-Vlaardingse collecties
gepresenteerd, soms onbekende stukken, soms in de vergetelheid geraakte.
Weinig andere onderwerpen hebben de afgelopen zestig jaar
meer stof in de Vlaardingse politiek doen opwaaien dan de
Broekpolder. Volgens velen was deze, voor de opspuiting
eind jaren 1950, de mooiste polder van Vlaardingen, die
het slachtoffer werd van de vernieuwingsdrang. Al snel
nadat het gebied met Rotterdams havenslib was opgespoten,
toonde de politieke keuze zijn wrange keerzijde. De
beoogde twee vliegen in één klap: Rotterdam verlost van
het slib dat de havenactiviteit bedreigde en Vlaardingen
kosteloos voorzien van een bouwrijp areaal, bestemd
voor de beoogde stadsuitbreiding, pakte anders uit.
Hoewel van milieuactivisme nog nauwelijks sprake was,
bleek in de jaren 1960 en vooral 1970 dat dit havenslib
niet alleen een mooie platte pannenkoek opleverde, maar
ook dat dit slib vergeven was van giftige stoffen. Het
niet doorgaan van woningbouw mag zeker niet alleen
aan het gif toegeschreven worden, wel speelde het in
het toch al door milieuoverlast geteisterde Vlaardingen
een doorslaggevende rol. De polder bleef onbebouwd en
liet de gemeente achter met een levensgroot probleem:
wat ermee te doen? Akkerbouw stuitte om begrijpelijke
redenen op bezwaar en conflicten met de pachtboer,
een productiebos leverde een eentonig beeld op zonder
rendement en de gemeentelijke vuilstort en proefboringen
naar olie verbeterden het slechte imago ook al niet. De
vestiging van sportterreinen aan de noord- en zuidzijde
gaven het gebied, ongeveer een kwart van het gemeentelijk
oppervlak, ten dele een maatschappelijke functie. De rest
ontwikkelde zich met minimaal ingrijpen en met hulp van
de tijd tot een groen recreatiegebied. Boomplantdagen
leverden percelen met voorzichtige bosvorming op en
de natuur deed de rest. De Broekpolder transformeerde
langzamerhand tot een wandel-sport- en recreatiegebied,
maar zonder dat daar een duidelijke visie aan ten grondslag
lag. Om de bebouwingsplannen van de Stadsregio te
keren, stonden begin 21e eeuw burgers op om een eind
te maken aan de bestuurlijke besluiteloosheid (Federatie
Broekpolder). Inmiddels heeft dit geresulteerd in een
Integraal Inrichtingsplan Broekpolder dat in 2012 voor
een belangrijk deel is gerealiseerd De oude polder komt
daarmee niet terug: die ligt onder vijf meter havenslib. De
oud-leraar kunstgeschiedenis en tekenen aan het Groen van
Prinstererlyceum, Pieter Arij Pelle (1886-1992), trok in 1950
de nog ongerepte polder in en legde vast wat hem bekoorde.
De pentekeningen bewaarde hij in een map die hij na het
opspuiten het opschrift gaf: 'Verdwenen schoonheid,
Broekweg Vlaardingen'. Van ten minste twee boerderijen
maakte hij tekeningen, die van Keyzer en die van Broekweg
28. Op deze boerderij had Toon (Anton)van Vliet zijn
veeteeltbedrijf. De tekening is niet van een grote artistieke
waarde, maar de moeite waard om te tonenAls herinnering
aan het oorspronkelijk karakter van het polderlandschap,
maar ook omdat er maar weinig tekeningen van de
boerderijen gemaakt zijn. Het geheel was vanaf de Broekweg
met een korte oprijlaan bereikbaar. Aan de tekening valt
het niet af te zien, maar de paar foto's die er van bestaan,
tonen een wat verwaarloosde maar bouwhistorisch zeer
interessant gebouw. De structuur van de boerderij duidt
op een laat 16e/vroeg 17e eeuwse oorsprong. Op de in de
tweede helft van de 19e eeuw gepleisterde gevel zien we in
de top van het verhoogde middenhuis een vroeg sieranker.
Het geheel gaat schuil onder een rietgedekte kap. Op de
tekening ligt de boerderij grotendeels verscholen achter vier
linden, die de voorgevel beschutting boden tegen zowel zon
als regen, een bekend fenomeen dat we bij veel boerderijen
tegenkomen. Links is een losse schuur/stal te zien met
aangebouwde houten varkensstal en op het achtererf torent
een hoog opgetaste hooiberg boven de boerderij uit