Een helder beeld
Musis 38
Een der laatste groepen jaren 1970
eerste jaren van de bezetting aanvankelijk en ogenschijnlijk
z'n gewone gang ging. Er waren tekorten en beperkingen,
maar wie de ogen sloot voor de bezetting ondervond
aanvankelijk weinig problemen. De stadions zaten vol en
ook de toeloop op de theaters was groter dan nooit tevoren.
In de eerste oorlogsjaren konden Schiedamse kinderen bij
boerenfamilies elders in Nederland aansterken zoals Annie
Keijzer. Op een foto uit 1943 zit zij in het Zeeuws-Vlaamse
Koewacht trots met haar pleegzusjes en broer te paard. Ook
is in het boek een foto waarop een vrolijk lachende Arthur
Seyss Inquart op Holland Spoor in Den Haag kinderen
uitzwaaide die als dank voor de Nederlandse hulp aan
Oostenrijkse kinderen in de Ostmark (zoals Oostenrijk
na de Anschluss in 1938 werd genoemd). Voor Seyss
Inquart had dit gebaar nog een extra betekenis. Behalve
Rijksminister over bezet Nederlands gebied was hij ook
als Reichstatthalter, Hitiers stadhouder over zijn vroegere
Habsburgse vaderland.
Uitgebreid staat het boek stil bij de kindertransporten over
water naar veiliger gebieden waar in ieder geval ook nog
voedsel was. Uit de persoonlijke herinneringen van de
kinderen beschrijft ze de barre tochten door het winterse
Hollandse landschap, de onzekerheid, het soms lange
wachten en uiteindelijk de bevrijding van de behouden
aankomst in dorpen als St. Pancras en Noord-Scharwoude.
Ze vormen het sluitstuk van een donkere periode welke
beschrijving haar reliëf krijgt naast andere beschikbare
bronnen zoals het standaardwerk Schaduwen over
Schiedam en de meer op sfeer gerichte beschrijvingen in die
andere Schiedamse vertelling: 'Eindelijk weer gewoon naar
buiten'.
Op dezelfde manier sluit de beschrijving van de naoorlogse
jaren aan bij het algemene beeld van armoede en
somberheid die het kenmerk lijken van de late jaren 1940 en
eerste jaren van het decennium daarop. Uit de persoonlijke
verhalen spreekt weinig vreugde. Herstel en bevordering
van de gezondheid stonden voorop. Daarbij had de
stichting zich ten doel gesteld om de kinderen ook de
discipline bij te brengen die als noodzaak werd gevoeld om
al vroeg een basis te hebben voor een gezond leven. Spelen
- mits onder toezicht was een goede tijdsbesteding,
slapen, eten en drinken waren in een streng regiem gepast
waarin geen enkele ruimte was voor knoeien, lummelen en
praten in bed.
In dit deel van het boek geeft Caroline Nieuwendijk, juist
door de terughoudende manier waarop ze de herinneringen
aan haar zegslieden laat, een helder beeld van de
ontwikkeling van het koloniewezen als onderdeel van de
jeugdgezondheidszorg.
Wat daarin node wordt gemist is een (schetsmatig) aangeven
van een context. Het moment dat Groot-Dennenlust in
oktober 1947 haar eerste naoorlogse bleekneusjes ontving,
lag nog voor het moment dat de voedseldistributie ten einde
was, de scholen weer konden beschikken over voldoende
papier en koningin Wilhelmina terugkeerde op de
Nederlandse munt. De oorlog was voorbij, maar behoorde
nog zeker niet tot het verleden.
Ondanks dit behoort 'de Schiedamse bleekneusjes'
tot de publicaties die een echte aanvulling zijn op de
lokale geschiedschrijving. Dit vanwege de heldere
encyclopedische opzet, de verantwoording van persoonlijke
herinneringen en de verwijzingen naar externe bronnen
en literatuur. Een boek dat als zelfstandige publicatie als
verantwoorde lokale geschiedschrijving en bron al direct
z'n eigen plek heeft gevonden. Een prestatie.
de Schiedamse bleekneusjes
Kinderuitzendingen tussen 1900 en 1979
ISBN 978-90-73677-00-5, prijs 25,-