DE GEBORGENHEID VAN DE QUIBUS: MISSCHIEN KOMT ER BLUES tekst: Han van der Horst Afgeladen Tijdens Boek Bal wordt door de vier oprichters een poging gedaan om het roemruchte jongeren- café De Quibus voor een avond tot leven te wekken. Pensionado Han van der Horst haalt voor de jeugd van tegenwoordig herinneringen op. Musis 14 interieur van Podiumcafé de Graauwe Hengst op de Lange Haven hoort op de monumentenlijst. Wie naar binnen stapt, treft daar een origineel jongerencafé aan uit de jaren 1970. Er is sinds de opening op 9 september 1974 vrijwel niets aan het interieur veranderd. De bar is hetzelfde. De beide oude autostoelen zijn gehandhaafd. Ergens in de hoogte bevindt nog steeds de oorspronkelijke troon waarop Bram Uil zetelde, de allereerste diskjockey van Schiedam. Gedateerd? Toen ik een tijd terug mijn nu eenentwintigjarige zoon meenam op kroegentocht, kon alleen De Graauwe Hengst genade in zijn ogen vinden. Dat was nu een plek waar jonge mensen van zijn generatie zich thuisvoelden, zei hij, de enige in Schiedam. En inderdaad: al bijna veertig jaar is de zaak een plek waar beginnende muzikanten zich voor een jong publiek kunnen presenteren. Er lopen heel wat bedaagde paren door Schiedam, wier liefde in dit roemruchte café is ontloken. Best kans dat hun kinderen er nu aan de bar hangen, wachtend op de levende muziek, die warm zal worden ontvangen en bij gebrek aan kwaliteit zonder genade uitgejouwd. Dat is al zo sinds de openingsavond. De tent staat sinds de openingsavond bekend om zijn lastig publiek. Beloning is mogelijk maar je moet wel je best doen. Het café is in het leven geroepen door vier personen: de gezusters Hennie en Hillie de Jong, Peter Pijpers en Bram Uil. Zij waren gelijkgezinde babyboomers, kinderen van de jeugdrevolutie die sinds de spectaculaire opkomst van de provobeweging over het land rolde. De uitlopers daarvan hadden ook Schiedam bereikt. De stad kende dan ook een scene maar had nog geen ontmoetingscentrum. Dat wilde het viertal vestigen in de leegstaande distilleerderij De Graauwe Hengst, ooit het eigendom van Daniel Visser en Zonen. Zij noemden hun geesteskind "de Quibus" Van het begin af aan was de zaak afgeladen. Schiedam kende weliswaar enkele sociëteiten waar jongeren elkaar ontmoeten, zoals het hervormde Quousque Tandem of de katholieke Instuif, maar zulke gelegenheden kenmerkten zich door een zekere braafheid. Dat gold ook voor de Koeienstal, een dancing die café-restaurant de Amstelbron in de kelder exploiteerde. Café De Ster op de hoek van de Rotterdamsedijk en de Buitenhavenweg had wel een goede naam onder kunstenaars en reclamemakers uit heel de Rijnmond maar was toch geen kroeg voor de jongere generatie. De initiatiefnemers van de Quibus troffen precies de juiste toon. Zij schiepen een vrijplaats waar jongeren onbekommerd zichzelf konden zijn. Je kon van Peter Pijpers of Bram Uil zeggen watje wilde, ze zouden nooit als een sociëteitsbestuur vergaderen over je gedrag of over de huisregels. Aan hen was ook te zien dat zij een jointje op zijn tijd niet versmaadden. Niet dat heel jong Schiedam naar de Quibus stroomde. Het is een mythe dat de babyboomers in hun jeugd zo massaal uit de band sprongen en het vaandel van de persoonlijke vrijheid hesen. Gedurende de jaren 1960 waren de meeste jongeren netjes en gezagsgetrouw. Als ze het geloof vaarwel zegden, was dat meestal omdat hun ouders ook niet meer naar de kerk gingen. Het taboe op seks voor het huwelijk en samenwonen - vroeger "hokken" geheten - was aan het begin van de jaren 1970 gevallen, maar voor het overige leidden verreweg de meeste babyboomers een burgerlijk leven dat moest uitdraaien op een zeer gewenst huisje-boompje- beestje. De hippies, de provo's, de straatrevolutionairen vormden een minderheid van beperkte omvang. Toch wist die in de publiciteit de show te stelen, ongeveer zoals nu de PVV, Geen Stijl en PowNed dat doen. Ook in Schiedam was dat het geval. Een kleine spraakmakende gemeente domineerde het debat, maar de opperheerschappij van het klootjesvolk is nooit aangetast, geen moment. Dat Schiedam kritische jongeren kende was voor het eerst echt zichtbaar gemaakt door de cineast Jan Schaper, die voor een gering bedrag het Zakkendragershuisje mocht huren als hij het op eigen kosten verbouwde. Schaper verzette zich tegen de gemeentelijke plannen om de Brandersbuurt met de grond gelijk te maken. Zijn acties en demonstraties trokken honderden jongeren van wie de meesten in de hogere klassen van het Schiedamse voortgezet onderwijs zaten. Schaper kreeg veel publiciteit en een grote teach- in - discussiebijeenkomst - in de Korenbeurs groeide in het collectieve HET

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2013 | | pagina 14