ROELFSEMA
HIELD NIET
VAN HET
WESTEN EN
AL HELEMAAL
NIET VAN
SCHIEDAM
Een paar jaar te vroeg
Schaper had zojuist zijn poëtische
documentaire 'Schiedam kiest
voor het water' voltooid die in
Roelfsema's ogen geen genade vond.
De nieuwbakken burgemeester
hield de filmer bovendien
persoonlijk verantwoordelijk voor
de Brandersbuurtacties. Weliswaar
had Schaper niets te maken met de
teach-in van 5 januari dat jaar, maar
in het Zakkendragershuisje dat één
van centra was in de Schiedamse
jongerencultuur, vergiftigde Schaper
de jeugd met zijn door Sartre, Fellini
en Marcuse gekruide ideeën.
Oud-gemeentearchitect Jaap Putter
legde in het gesprek met Henk Slechte
(Musis november 1996) de vinger
op de zere plek: 'Grote delen van de
Brandersbuurt, zoals het gebied rond
de Breedstraat, waren na de oorlog
in elkaar gezakt. Verwaarlozing had
in dit gebied het meeste sloopwerk
al gedaan. Daar was niets meer te
redden. Anders was dat in de stegen
tussen de Dam en de Verbrande
Erven. Daar was een aantal percelen
wel te redden geweest, zij het voor
veel geld. Binnen de dienst hebben
we op eigen initiatief en zonder
wetenschap van de burgemeester
onderzocht of het mogelijk was om
twee éénkamerwoninkjes samen te
voegen tot een grotere. Dat zou tot
60.000 gulden per woning hebben
gekost. Mogelijk was het zeker,
betaalbaar ook, maar de sfeer was
er niet naar om hiermee verder te
gaan. Ik ben ervan overtuigd dat de
actievoerder meer mensen hadden
mee gekregen en ook veel meer
resultaat hadden kunnen boeken als
ze anders geopereerd hadden. Door
hun fanatieke gedrag radicaliseerden
ze hun gemeentelijke tegenstanders en
wonnen ze geen medestanders onder
de gewone burgerij. Als men beter
naar elkaar geluisterd had, hadden
hele stukken van de Brandersbuurt
gered kunnen worden'.
In hetzelfde Musisnummer spraken
Gerard Verhulsdonk (VVD) Jan
Simons (PvdA) en Eef Collé (CPN) als
warme pleitbezorgers voor behoud
van de Brandersbuurt zich eveneens
uit: Verhulsdonk; 'Achteraf gezien
kwam de Brandersbuurt een paar
jaar te vroeg. Een paar jaar later zou
het plan door een ander college en
een verjongde gemeenteraad zijn
ontvangen en ongetwijfeld met
andere ogen zijn bekeken. Nu werd
Overzicht Brandersbuurt
Herbert Voogt en Hans de Ridder
in het Zakkendragershuisje
over de toekomst van de buurt. Dat
het gemeentebestuur en met name
Roelfsema de acties uitlegde als een
poging om het gemeentebestuur te
dwarsbomen, had echter een heel
andere achtergrond. In mei 1965
werd in Schiedam de Groninger
gedeputeerde Harm Roelfsema
benoemd tot burgemeester.
Roelfsema was enkele maanden
eerder genoodzaakt geweest af te
treden als provinciaal bestuurder.
De reden was dat hij weigerde
om zich neer te leggen bij de
aanleg van de Eemshaven in het
uiterste noorden. Het Dagblad van
het Noorden kenschetste hem
gehoord hebbend van de teach-in
in de Koopmansbeurs; 'Een typisch
voorbeeld hiervan vindt men in
Schiedam waar de in het Noorden
welbekende heer Roelfsema de scepter
zwaait. De heer Roelfsema heeft
die zelfgenoegzame deskundigheid
waardoor hij de werkelijkheid niet
meer ziet'. Roelfsema hield niet van
de mentaliteit van het westen en al
helemaal niet van Schiedam. In zijn
'In de ban van de tijd' (1981) nam hij
geen blad voor de mond. Hij hekelde
Schiedam, het politieke klimaat en
het gebrek aan medewerking voor
wat hij als zijn zaken beschouwde.
Voor de Lange en Korte Haven kon
hij nog wel enig gevoel opbrengen,
de rest van de stad was het
conserveren niet waard. Roelfsema
vatte al in de eerste maanden van
zijn bestuur een grondige antipathie
op voor de filmmaker Jan Schaper.
7 Musis