ETEIXI UIT
Foto's en tekst Jan van der Ploeg
Wie dit jaar groenten en fruit wil eten
uit eigen stad, kan ook deze zomer
weer terecht op de stadsboerderij
bij de Merwedehavens. Uit eigen
stad is een rekbaar begrip. De
Stadsboerderij bevindt zich even
over de gemeentegrens met Rotterdam op het voormalige
rangeerterrein tussen de havens en de Rotterdamsedijk.
Brussel mag dan misschien internationaal de eer hebben de
leukste naam te hebben verzonnen voor tuinbouw op daken
en braakliggende terrein: 'Potage-toit' Rotterdam zegt het
recht voor z'n raap met 'Uit je eigen stad'.
In heel Europa grijpt het fenomeen van stedelijke tuinbouw
op braakliggend terrein, op daken en in kantoortuinen
snel om zich heen. Anders dan in de Verenigde staten zijn
de mogelijkheden voor rooftop agriculture hier echter
beperkt. Bouwkundigen en daktechnici wijzen erop dat de
constructies van Nederlandse daken doorgaans niet berekend
zijn op de zware belasting van een pakket aarde en alles
wat daarbij hoort. Dit neemt echter niet weg dat zelfs in
drukbebouwde binnensteden nog altijd ruimte is voor het
op kleine schaal verbouwen van wat groenten of kruiden. In
de mooie jaren van flower-power gaven tijdschriften als VT-
Wonen en Libelle smakelijk gefotografeerde informatie over
het telen van tuinkruiden op het stedelijk balkonnetje. Met
een beetje zon en wat aandacht zo luidde de boodschap
- heb je Albert Heijn niet nodig om te voorzien in alle
verse kruiden voor de Hollandse pot. Want salie doet het
ook driehoog achter voortreffelijk, evenals sperziebonen
trouwens.
Het benutten van de vrije ruimte in steden voor tuinbouw
is over de gehele wereld feitelijk al zo oud als de steden
zelf. Een blik op oude stadsplattegronden leert hoe diep
het platteland vak doorliep in de stad en een blik op
kleine Hollandse en Zeeuwse steden met Google Earth
leert dat de stedelijke moestuin aan de randen van de oude
binnensteden zich tot in deze tijd heeft weten te handhaven.
Tot voor kort was het in Nederland mogelijk om aan
spoordijken een landje te hebben voor het verbouwen van
groenten. In een grijs verleden was dit een geste van de
spoorwegdirectie aan het personeel. Op die manier werd
het gezin aan extra groenten en aardappelen geholpen.
Precies zoals de volkstuinen oorspronkelijk ook bedoeld
waren als moestuinen voor de armen. De eerste vermelding
van vokstuinen dateert van 1838. In dat jaar verhuurde de
Franeker Maatschappij tot Nut van het Algemeen lapjes
grond aan stedelingen om daarop voedsel te verbouwen. In
1861 volgde België met een soortgelijk initiatief.
Gedeeltelijk teelt de stadshoer in de grote steden zijn waren
De stadstuinderij op de grens van Rotterdam en Schiedam.
Op de nieuwe tuinbouwgrond staan straks de prei en boerenkool,
worden versmarkten gehouden en treffen stadstuinders elkaar.