EEN MOOI ALLEGAAR tekst: Marleen Brusse foto's Stedelijk Museum Schiedam/ Tom Haartsen Geen publieksmuseum Musis 30 Met de tentoonstelling 'De Traditie van het schenken' in de Grote Kerk zet het Stedelijk Museum Schiedam een stap voorwaarts en blijft tegelijkertijd dicht bij huis. Want de tentoonstelling is -naar Schiedam mag hopen de eerste in een reeks exposities die vanuit de historische collectie van het Museum wil verhalen uit de geschiedenis van Schiedam. Dat is dan de stap voorwaarts. En daarop werd al zolang door de politiek, het gemeentebestuur, de Historische Vereniging en Musis aangedrongen. Tegelijkertijd is het een tentoonstelling die vertelt over het vroege ontstaan van het museum en de relatie tot de meest gepriviligeerden in Schiedam. Daarmee blijft het Stedelijk Museum dan weer dicht bij huis. Met een innemende verscheidenheid aan schilderijen, prenten, keramiek en uiteenlopende schenkingen van andere aard die het museum in de afgelopen honderd jaar heeft mogen ontvangen presenteert het Stedelijk Museum Schiedam van 6 april tot en met 21 september de keuze uit de historische en cultuurhistorische collectie van het museum in de Grote Kerk. In de presentatie legt het museum de nadruk op de voorname families die het museum in de loop van de afgelopen eeuw hebben 'bedacht' met wat zij mooi en bewarenswaard vonden. In dit opzicht geeft de tentoonstelling een zeker welstandelijk beeld van het Schiedam uit het begin van de twintigste eeuw. En het zullen vooral de (oudere?) Schiedammers zijn voor wie de relatie tussen de op de tentoonstelling genoemde families en bedrijven, de voorwerpen en schilderijen en het Stedelijk Museum familie duidelijk is. Voor niet-Schiedammers wordt deze context aan het begin van de tentoonstelling gegeven. En deze helpt om het verband te kunnen leggen tussen de diversiteit van schilderijen en prenten en de kunst(nijverheid) voorwerpen en curiosa. Wat de tentoonstelling boeiend maakt is de breedte van de schenkingen en de kennelijke verbondenheid tussen de Schiedamse bevolking en het inmiddels meer dan een eeuw oude Stedelijk Museum die daaruit spreekt. fmmwmÊm De tentoonstellings makers hebben ervoor gekozen deze relatie beknopt uiten te zetten. Door de diversiteit in de tentoonstelling ligt een publicatie niet voor de hand. Die is er wel, bleek toevallig bij een bezoek aan de museumwinkel. Tussen de pallets met oudere catalogi lag ook een stapeltje van het in 1990 verschenen '90 Jaar Stedelijk Museum Schiedam. En deze geeft een goed houvast voor wie een lijn zoekt in de tentoonstelling in de Grote Kerk. Het verhaal verhaal gaat als volgt: Op 24 oktober 1899 nam de toenmalige gemeenteraad van Schiedam het historische besluit dat Schiedam een eigen museum moest bezitten. Daarmee werd de particuliere verzameling van de brander-distillilateur Gerrit Visser, die overigens ook als bevelhebber van de plaatselijke schutterij 'majoor Bulderdebas' voortleeft in de lokale folklore als basis van het museum geformaliseerd. Veel moeite zal dit mmuimM Pieter Johannes Mak, Gezicht op Schiedam vanaf de Overschiese weg, 1857-1896, schenking Maria Hendrina Mak-Homijn. besluit niet hebben gekost. Visser maakte al sedert 1877 deel uit van de gemeenteraad en was sinds 1893 wethouder. Veel geld was met het oprichten en faciliteren van het Stedelijk Museum aanvankelijk ook niet gemoeid. Voor inrichting, onderhoud en het doen van aankopen werd jaarlijks honderd gulden uitgetrokken. Van een 'museum' was tot 1909 nog geen sprake. In feit werd tot niet meer besloten dan tot het onderbrengen van 'ai wat de gemeente uit vroegere tijden bezit' in het 'huis' van de schutterij de St. Joris Doelen. Slechte enkele 'vreemdelingen en stadgenoten' werd het bezoek aan de collectie toegestaan. Ongetwijfeld zullen dit gasten zijn geweest van het stadsbestuur en vrienden en kennissen van Schiedamse notabelen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Musis | 2013 | | pagina 30